In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 12 maart 2025 een eindvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de Coöperatie VGZ U.A. en drie gedaagden, die betrokken waren bij de zorgverlening. De zaak betreft de terugbetaling van zorgkosten die door VGZ onterecht zijn gedeclareerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde 3 contractueel verplicht was om een bedrag van € 208.456,00 terug te betalen aan VGZ voor zorgdossiers waarover VGZ informatie had opgevraagd maar niet had ontvangen. Daarnaast is geoordeeld dat in 76 zorgdossiers sprake was van onterecht gedeclareerde zorg, wat betekent dat VGZ de declaraties in deze dossiers onverschuldigd heeft betaald. Gedaagden hebben afgezien van de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren, waardoor de rechtbank heeft geoordeeld dat VGZ recht heeft op terugbetaling van de bedragen die onterecht zijn betaald. De rechtbank heeft gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van in totaal € 252.702,50, plus wettelijke rente, en heeft ook beslagkosten en proceskosten toegewezen. De vordering van VGZ om gedaagden te veroordelen in de door haar gemaakte onderzoekskosten is afgewezen, omdat VGZ deze kosten niet voldoende had onderbouwd. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.