ECLI:NL:RBGEL:2025:1973

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 maart 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
05/364160-24 + 05/400119-24 + 05/400095-24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal, veroordeling voor opzetheling en drugshandel met bijzondere voorwaarden

Op 11 maart 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal, opzetheling, en het bezit en de handel in verdovende middelen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de diefstal, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij de goederen had gestolen. Echter, de rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan opzetheling, omdat hij een aanhanger vol gestolen goederen had gekocht voor een zeer laag bedrag zonder de herkomst van de goederen te onderzoeken. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld voor het bezit van grote hoeveelheden amfetamine en MDMA, evenals voor het bezit van wapens zoals pepperspray en een boksbeugel. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 30 maanden, waarvan 24 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Bijzondere voorwaarden werden opgelegd, waaronder ambulante behandeling en gedragsinterventie. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact van de drugshandel op de samenleving, maar erkende ook de positieve stappen die de verdachte had gezet in zijn leven.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/364160-24 + 05/400119-24 + 05/400095-24
Datum uitspraak : 11 maart 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1999 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] in [woonplaats] .
raadsvrouw: mr. J.A. Rump, advocaat in Zwolle.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05/400095-24
1
hij in of omstreeks de periode van 28 juni 2024 tot en met 1 juli 2024 te [plaats 1] , gemeente Heerde, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een aanhanger (van het merk/type Anssems) en/of
- een compressor (met serienummer [serienummer 1] ) en/of
- een (boot)stoel en/of
- een bankschroef (van het merk/type Format 150) en/of
- een (tuinslang)haspel en/of
- een sproeikop en/of
- een aanhangwagenkoppelstuk (met serienummer [serienummer 2] ) en/of
- een brandblusser (met serienummer [serienummer 3] ) en/of
- een isolatiemes (met serienummer [serienummer 4] ) en/of
- een doos met diverse handgereedschap(pen),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 juli 2024 te [plaats 1] , gemeente Heerde, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een aanhanger (van het merk/type Anssems) en/of
- een compressor (met serienummer [serienummer 1] ) en/of
- een (boot)stoel en/of
- een bankschroef (van het merk/type Format 150) en/of
- een (tuinslang)haspel en/of
- een sproeikop en/of
- een aanhangwagenkoppelstuk (met serienummer [serienummer 2] ) en/of
- een brandblusser (met serienummer [serienummer 3] ) en/of
- een isolatiemes (met serienummer [serienummer 4] ) en/of
- een doos met diverse handgereedschap(pen),
althans een of meer goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof(fen);
2.
hij op of omstreeks 5 juli 2024 te [plaats 1] , gemeente Heerde, althans in Nederland, opzettelijk
aanwezig heeft gehad
- ongeveer 763 tabletten amfetamine, in elk geval een grote hoeveelheid van een materiaal
bevattende amfetamine en/of
- ongeveer 2,85 gram MDMA (XTC) in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
MDMA (XTC), zijnde amfetamine en/of MDMA (XTC), (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op of omstreeks 5 juli 2024 te [plaats 1] , gemeente Heerde, althans in Nederland,
twee, althans een of meerdere wapens van categorie II, onder 6 van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een gasbusje pfefferspray van het type Kh Security en/of
- een gasbusje pepperspray van het type/merk Walther, zijnde een of meerdere voorwerp(en) bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen voorhanden heeft gehad;
Parketnummer 05/400119-24
hij op of omstreeks 20 augustus 2024 te [plaats 2] , althans in Nederland, opzettelijk
aanwezig heeft gehad ongeveer 31 pillen amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Parketnummer 05/364160-24
1.
hij op of omstreeks 14 november 2024 te [plaats 1] , gemeente Heerde, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 24.265 pillen amfetamine, in elk geval een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of
- ongeveer vier pillen MDMA (XTC), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (XTC), zijnde amfetamine en/of MDMA (XTC), (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 mei 2023 tot en met 14
november 2024 te [plaats 1] , gemeente Heerde en/of elders in Nederland, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- grote hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, en/of
- hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA (XTC), zijnde MDMA (XTC), zijnde amfetamine en/of MDMA (XTC), (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op of omstreeks 14 november 2024 te [plaats 1] , gemeente Heerde, althans in Nederland, een wapen van categorie I, onder 3° van de Wet wapens en munitie, te weten een boksbeugel, heeft voorhanden gehad.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Parketnummer 05/400095-24 [1]
Ten aanzien van feit 1
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Door [aangever] is namens [slachtoffer 1] aangifte gedaan van diefstal aan de [adres 2] in [plaats 1] . Op vrijdag 28 juni 2024 vertrokken zijn collega’s omstreeks 12:00 uur van de locatie gelegen aan de [adres 3] in [plaats 1] . Zij sloten de locatie af door alles op slot te draaien en lieten alles in goede staat achter. Op maandag 1 juli 2024 omstreeks 07:30 uur kwam een collega op bovengenoemde locatie. Hij zag dat de deur kapot was en dat bijna de gehele werkplaats en opslag leeggehaald was. [2] Op 5 juli 2024 is de politie naar de [adres 4] gegaan naar aanleiding van een melding van een andere diefstal. [verdachte] (hierna: verdachte) werd in die zaak als verdachte aangemerkt en gaf aan dat de gestolen goederen in die zaak in de schuur stonden aan de [adres 4] , het adres van zijn vader. Bij de doorzoeking van het terrein zagen verbalisanten eveneens diverse goederen in het zicht staan die ingevolge de aangifte waren gestolen aan de [adres 2] . [3] De volgende goederen werden aangetroffen door de politie en overhandigd aan [naam] , een werknemer van aangever [aangever] , nadat [naam] een deel van de goederen had herkend:
  • een aanhanger van het merk Anssems;
  • een compressor met serienummer [serienummer 1] ;
  • een bootstoel;
  • een bankschroef van het merk Format 150;
  • een tuinslanghaspel;
  • een sproeikop;
  • een aanhangwagenkoppelstuk met serienummer [serienummer 2] ;
  • een brandblusser met opschrift met serienummer [serienummer 3] ;
  • een isolatiemes met serienummer [serienummer 4] ;
  • een doos met divers handgereedschap.
Verdachte heeft verklaard dat hij de bij hem aangetroffen spullen heeft gekocht. Hij zat aan de waterkant te chillen en er kwam iemand langs met een aanhanger. Die persoon vroeg of hij interesse had in de aanhanger met de spullen erin. Hij heeft er rond de € 200,00 voor betaald. Achteraf gezien was dat een belachelijk bedrag. [5]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken als het gaat om de onder feit 1 primair ten laste gelegde diefstal. De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat wel wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich (minst genomen) schuldig heeft gemaakt aan de subsidiair ten laste gelegde schuldheling. Gelet op de omstandigheden dat er een heel laag bedraag voor de spullen werd gevraagd en het feit dat op de brandblusser ‘werkplaats rattenbeheer’ geschreven stond, had verdachte moeten onderzoeken waar de spullen vandaan kwamen. Verdachte dient te worden vrijgesproken van het onderdeel medeplegen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat het dossier onvoldoende bewijs bevat dat verdachte de primair ten laste gelegde diefstal heeft gepleegd. Wel kan verdachte worden aangemerkt als schuldheler, nu hij voor een luttel bedrag van € 200,00 een aanzienlijke hoeveelheid (gestolen) goederen heeft gekocht.
Beoordeling door de rechtbank
Op grond van de bovengenoemde feiten en omstandigheden, stelt de rechtbank vast dat de goederen zoals aangetroffen bij verdachte (en zoals ten laste gelegd) afkomstig waren van de diefstal aan de [adres 2] in [plaats 1] .
Diefstal (vrijspraak)
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte degene is geweest die de goederen van [slachtoffer 1] in de periode van 28 juni tot en met 1 juli 2024 heeft gestolen. Het dossier bevat onvoldoende bewijs voor die conclusie, zodat verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1 primair ten laste gelegde feit.
(Opzet)heling
Verdachte heeft de gestolen goederen blijkens zijn verklaring gekocht. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat de goederen van diefstal afkomstig waren, met andere woorden of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 subsidiair ten laste gelegde heling. Zij overweegt daarover het volgende.
Verdachte heeft voor een bedrag van slechts € 200,00 een volledige aanhanger vol met (kostbare) spullen gekocht. De goederen werden hem aangeboden langs de waterkant, door een persoon van wie verdachte geen naam wil noemen. Verdachte heeft de goederen contant afgerekend en hij heeft daarvan geen aankoopbewijs gekregen. Onder de gegeven omstandigheden mocht van verdachte worden verwacht dat hij vragen had gesteld over de herkomst van de goederen. Dit heeft verdachte niet gedaan. Al het voorgaande brengt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte door zijn handelen welbewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de goederen van diefstal afkomstig waren, hetgeen ook daadwerkelijk het geval bleek te zijn. De rechtbank acht hiermee de onder 1 subsidiair ten laste gelegde opzetheling wettig en overtuigend bewezen.
Het dossier bevat geen aanwijzingen dat verdachte bij de aankoop van de gestolen goederen nauw en bewust heeft samengewerkt met een ander (of anderen), zodat verdachte zal worden vrijgesproken van het onderdeel medeplegen.
Ten aanzien van feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 26-27;
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 80, 82-84, en 86-89;
- de NFI-rapportage van 18 september 2024, p. 93-94;
- de NFiDENT-rapportage van 17 juli 2024, aanvullend proces-verbaal (PL0600-2024310860-37), p. 19-22;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 februari 2025.
Ten aanzien van feit 3
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 26-27;
- de processen-verbaal onderzoek wapen, p. 95 en p. 99;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 februari 2025.
Parketnummer 05/400119-24 [6]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 5;
- de kennisgeving van inbeslagneming, p. 16;
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 10-11;
- de NFiDENT-rapportage van 27 september 2024, p. 8;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 februari 2025.
Parketnummer 05/364160-24 [7]
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 15-18;
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 73-89;
- de NFiDENT-rapportages van 18 november 2024, p. 90-91;
- de NFI-rapportage van 2 januari 2025 (blad 2 en 3) bij het aanvullend proces-verbaal (PL0600-2024537549-46).
- het proces-verbaal van bevindingen (PL0600-2024537549-42, blad 1) bij het aanvullend proces-verbaal (PL0600-2024537549-46);
- het proces-verbaal van verhoor verdachte (PLO0600-2024537549-45, blad 6) bij het aanvullend proces-verbaal (PL0600-2024537549-45);
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 27-28.
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 februari 2025.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder
  • 05/364160-24 feiten 1 subsidiair, 2 en 3
  • 05/400119-24
  • 05/400095-24 feiten 1, 2 en 3
heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05/400095-24
1.
hij op
of omstreeks5 juli 2024 te [plaats 1] , gemeente Heerde,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een aanhanger (van het merk
/typeAnssems) en/of
- een compressor (met serienummer [serienummer 1] ) en/of
- een (boot)stoel en/of
- een bankschroef (van het merk
/typeFormat 150) en/of
- een (tuinslang)haspel en/of
- een sproeikop en/of
- een aanhangwagenkoppelstuk (met serienummer [serienummer 2] ) en/of
- een brandblusser (met serienummer [serienummer 3] ) en/of
- een isolatiemes (met serienummer [serienummer 4] ) en/of
- een doos met diverse handgereedschap(pen),
althans een of meer goederenheeft verworven
,envoorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij
en zijn mededader(s)ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van
dit goed/deze goederen wist
(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoedendat het
(een)door misdrijf verkregen goed
(eren
)betrof
(fen
);
2.
hij op
of omstreeks5 juli 2024 te [plaats 1] , gemeente Heerde
, althans in Nederland,opzettelijk aanwezig heeft gehad
-
ongeveer763 tabletten amfetamine
, in elk geval een grote hoeveelheid van een materiaal
bevattende amfetamineen
/of
-
ongeveer2,85 gram MDMA (XTC)
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
MDMA (XTC), zijnde amfetamine en/of MDMA (XTC), (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op
of omstreeks5 juli 2024 te [plaats 1] , gemeente Heerde
, althans in Nederland,
twee
, althans een of meerderewapens van categorie II, onder 6 van de Wet wapens en munitie, te weten:
- een gasbusje pfefferspray van het type Kh Security en
/of
- een gasbusje pepperspray van het type/merk Walther, zijnde
een of meerderevoorwerp
(en
)bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen voorhanden heeft gehad;
Parketnummer 05/400119-24
hij op
of omstreeks20 augustus 2024 te [plaats 2] ,
althans in Nederland,opzettelijk
aanwezig heeft gehad
ongeveer31 pillen amfetamine,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine,een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Parketnummer 05/364160-24
1.
hij op
of omstreeks14 november 2024 te [plaats 1] , gemeente Heerde
, althans in Nederland,opzettelijk aanwezig heeft gehad
-
ongeveer24.265 pillen amfetamine, in elk geval een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en
/of
-
ongeveervier pillen MDMA (XTC), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (XTC), zijnde amfetamine en/of MDMA (XTC), (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op
een ofmeerdere tijdstippen in
of omstreeksde periode van 16 mei 2023 tot en met 14
november 2024 te [plaats 1] , gemeente Heerde en
/ofelders in Nederland
, althans in Nederland,(telkens) opzettelijk heeft
geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- grote hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, en
/of
-
hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA (XTC), zijnde MDMA (XTC), zijnde amfetamine en/of MDMA (XTC), (telkens)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
En
2.
hij
op een of meerdere tijdstippenin of omstreeks de periode van 16 mei 2023 tot en met 14
november 2024 te [plaats 1] , gemeente Heerde
en/of elders in Nederland, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk gevalopzettelijk aanwezig heeft gehad,
- grote hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, en/of
- hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA (XTC), zijnde MDMA (XTC), zijnde amfetamine en/of MDMA (XTC),
(telkens)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op
of omstreeks14 november 2024 te [plaats 1] , gemeente Heerde
, althans in Nederland,een wapen van categorie I, onder 3° van de Wet wapens en munitie, te weten een boksbeugel, voorhanden heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- ens/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 05/400095-24
feit 1:
opzetheling;
feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
Ten aanzien van parketnummer 05/400119-24
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
Ten aanzien van parketnummer 05/364160-24
de feiten 1 en 2:
ten aanzien van de amfetamine, de eendaadse samenloop van:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
en
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
en ten aanzien van de MDMA:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, waarvan 36 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. Aan het voorwaardelijk deel van de straf dienen de bijzondere voorwaarden te worden verbonden zoals geadviseerd door de reclassering.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met daarnaast een taakstraf, waarbij het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf de duur van het voorarrest niet overschrijdt. Daartoe is aangevoerd dat verdachte openheid van zaken heeft gegeven en dat hij momenteel zijn leven op orde heeft. De oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou de goede lijn die verdachte heeft ingezet doorkruisen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft in een periode van ruim vier maanden op drie verschillende momenten harddrugs voorhanden gehad. Daarnaast werden in diezelfde periode twee busjes pepperspray en een boksbeugel bij verdachte aangetroffen. Bij onderzoek aan zijn telefoon bleek dat verdachte al gedurende anderhalf jaar handelde in speedpillen (amfetamine). Door deze gedragingen heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van het drugscircuit en de vele daarmee gepaard gaande vormen van criminaliteit. Daarbij heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van het gebruik van verdovende middelen, terwijl algemeen bekend is dat harddrugs zeer schadelijk zijn voor de gezondheid. Gebleken is dat verdachte ook zelf veelvuldig speedpillen gebruikte.
Op het terrein van de vader van verdachte werden verder gestolen goederen aangetroffen. Verdachte heeft deze goederen onder verdachte omstandigheden gekocht en heeft zich hiermee schuldig gemaakt aan opzetheling.
Tactus Reclassering beschrijft in haar rapport van 10 februari 2025 dat er beschermende factoren zijn in het leven van verdachte in de vorm van een baan en huisvesting. Ook zijn financiën zijn op orde. Als delictgerelateerde factoren noemt de reclassering het middelengebruik van verdachte en zijn sociale netwerk. Verdachte neemt een bagatelliserende houding aan als het gaat om zijn middelengebruik (hoofdmiddel amfetamine). Hij ziet geen probleem in zijn gebruik. Gedurende zijn schorsingstoezicht heeft verdachte zich aan de afspraken en zijn bijzondere voorwaarden gehouden. Ondanks dat de motivatie van verdachte voornamelijk extrinsiek gemotiveerd lijkt, acht de reclassering het mogelijk om deze om te buigen naar intrinsieke motivatie op het moment dat verdachte goed in behandeling is. De reclassering acht het noodzakelijk dat het lopende schorsingstoezicht wordt voortgezet in het kader van een voorwaardelijke veroordeling met de reeds daaraan gekoppelde voorwaarden (een meldplicht bij de reclassering, een gedragsinterventie middelengebruik, ambulante behandeling en het meewerken aan middelencontrole). Zij acht een gedwongen kader noodzakelijk, aangezien verdachte zelf geen hulpvraag heeft en geen noodzaak ziet voor gedragsverandering. De reclassering is van mening dat er extra inzet vanuit de reclassering noodzakelijk zal zijn om verdachte in zorg te houden.
Ter terechtzitting heeft verdachte aangegeven dat hij een punt heeft gezet achter zijn drugsgebruik. Het gebruik was voor hem normaal geworden en hij zag daarin geen probleem. Nu verdachte is gestopt met het gebruik van amfetamine, is zijn leven hetzelfde, maar dan zonder gebruik. Verdachte heeft aangegeven dat hij bereid is om in behandeling te gaan en zich aan de door de reclassering voorgestelde voorwaarden te houden.
Uit deze verklaring maakt de rechtbank op dat verdachte nog altijd niet volledig de ernst van zijn gedrag lijkt in te zien. Verdachte is desalniettemin een positieve weg ingeslagen door te stoppen met het middelengebruik. Hij heeft zijn leven op dit moment op orde. Daartegenover staat dat sprake is van ernstige strafbare feiten. Verdachte had grote hoeveelheden amfetaminepillen voorhanden en handelde gedurende een aanzienlijke periode in deze pillen. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij, ondanks meermaals ingrijpen door de politie, gewoon doorging met zijn strafbare gedrag. Gelet op het voorgaande, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met de oplegging van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, waarbij het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf de duur van het voorarrest niet overschrijdt (met daarnaast een taakstraf). Daarvoor zijn de gepleegde feiten te ernstig.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 30 maanden, waarvan 24 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. In het advies van de reclassering en de houding van verdachte ziet de rechtbank aanleiding om aan het voorwaardelijk deel van de straf de bijzondere voorwaarden te verbinden, zoals geadviseerd door de reclassering. De rechtbank is van oordeel dat verdachte de goede weg die hij is ingeslagen kan voortzetten na zijn detentie, onder meer met behulp van een ambulante behandeling.
Tot slot merkt de rechtbank op dat de opgelegde straf afwijkt van de eis van de officier van justitie, omdat de voorwaardelijke gevangenisstraf ingevolge artikel 14a, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht ten hoogte twee jaren kan bedragen. De straf zoals gevorderd door de officier van justitie overschrijdt die twee jaren.

8.De beoordeling van het beslag

Ten aanzien van het tenlastegelegde onder parketnummer 05/364160-24 is beslag gelegd op de volgende goederen:
  • Verdovende middelen met goednummer PL0600-2024537549-3332884 (plastic bak en zakjes met amfetaminepillen) en verdovende middelen met uniek voorwerp nummer [nummer] (ton met amfetaminepillen);
  • Een telefoon (Samsung S23);
  • Een geldbedrag van € 945,00;
  • Een camera.
Ten aanzien van het tenlastegelegde onder parketnummer 05/400119-24 is beslag gelegd op een Apple iPhone.
De standpunten
De officier van justitie heeft verzocht om de Samsung telefoon verbeurd te verklaren, aangezien daarmee de gesprekken met betrekking tot de handel in amfetamine zijn gevoerd. De verdovende middelen dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Het geldbedrag kan terug naar de rechthebbende, aangezien niet valt te bewijzen dat het geld uit het strafbare feit is verkregen. Ook de camera kan terug naar de rechthebbende. De officier van justitie heeft zich niet uitgelaten over de Apple iPhone.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat beide telefoons terug naar verdachte kunnen. Het enkele feit dat er via de telefoon werd gecommuniceerd over handel in amfetamine is onvoldoende om te concluderen dat de telefoon verbeurd verklaard zou moeten worden. Verder sluit de raadsvrouw zich aan bij het standpunt van de officier van justitie dat het geldbedrag en de camera teruggaan naar verdachte.
De beoordeling door de rechtbank
Voor zover door verdachte geen afstand is gedaan van de verdovende middelen, zal de rechtbank de in beslag genomen amfetaminepillen ingevolge artikel 13a van de Opiumwet onttrekken aan het verkeer, nu het middelen betreft als bedoeld in artikel 2 van de Opiumwet.
De rechtbank heeft bewezenverklaard dat verdachte heeft gehandeld in amfetaminepillen. Op basis van het dossier is vast komen te staan dat verdachte de Samsung S23 heeft gebruikt om te communiceren met afnemers van deze amfetaminepillen. De rechtbank zal de Samsung S23 met behulp waarvan feit 2 is begaan daarom verbeurd verklaren.
Voorts is op basis van het dossier bewezenverklaard dat verdachte vanuit de schuur op het terrein van zijn vader handelde in amfetaminepillen. In diezelfde schuur is een groot contant geldbedrag aangetroffen in een kluis. Uit deze omstandigheden leidt de rechtbank af dat dit geld geheel of grotendeels is verkregen met de handel in amfetaminepillen. De rechtbank zal het geldbedrag van € 945,00, met behulp waarvan feit 2 is begaan, daarom eveneens verbeurd verklaren.
De rechtbank zal tot slot de teruggave van de camera en de Apple iPhone aan verdachte gelasten, omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 55, 57 en 416 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet;
- 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder parketnummer 05/400095-24 primair ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’ heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden;
  • bepaalt dat deze een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zich gedurende de proeftijd meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering bepaalt op welke dagen en tijdstippen deze afspraken zijn. Voor de eerste afspraak meldt verdachte zich binnen drie dagen nadat de proeftijd is ingegaan bij Tactus Verslavingsreclassering op het adres dr. Stolteweg 58, 8025 AX te Zwolle;
- verdachte zich gedurende de proeftijd laat behandelen door Tactus Verslavingszorg of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, zolang de reclassering de behandeling nodig vindt. De zorgverlener bepaalt de wijze van behandeling. Verdachte houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan onderdeel van de behandeling zijn dat verdachte voorgeschreven medicatie zal gebruiken, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- verdachte binnen de proeftijd deelneemt aan de gedragsinterventie Leefstijltraining of aan een andere gedragstraining die gericht is op verslaving en middelengebruik, te bepalen door de reclassering, zolang de reclassering de training nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- verdachte gedurende de proeftijd meewerkt aan controles van het gebruik van drugs om zicht te krijgen op het gebruik en/of het gebruik te leren beheersen. Deze controles kunnen bestaan uit urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest). De reclassering bepaalt hoe vaak en met welk controlemiddel verdachte wordt gecontroleerd;
 geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van de voornoemde voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan begeleidt.
Hierbij gelden als voorwaarden dat verdachte:
- meewerkt aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een geldig identiteitsbewijs ter inzage aanbiedt om de identiteit vast te stellen;
- meewerkt aan reclasseringstoezicht, waaronder het meewerken aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
Beslissingen ten aanzien van het beslag
Ten aanzien van parketnummer 05/364160-24
 beveelt de onttrekking aan het verkeer van:
o de verdovende middelen met goednummer PL0600-2024537549-3332884;
o de verdovende middelen met uniek voorwerp nummer [nummer] ;
 verklaart verbeurd de Samsung S23 en het geldbedrag van € 945,00;
 gelast de teruggave van de camera aan verdachte;
Ten aanzien van parketnummer 05/400119-24
 gelast de teruggave van de Apple iPhone aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.C.P. Goossens (voorzitter) mr. L.M. Vogel en mr. J.M. Moorman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H. Jansen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 maart 2025.
mr. L.M. Vogel is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer: PL0600-2024310990, gesloten op 12 december 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte [aangever] , p. 59.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 26-27.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 36, proces-verbaal van bevindingen, p. 47 en het ontvangstbewijs, p. 78-79.
5.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 25 februari 2025.
6.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024387262, gesloten op 25 november 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
7.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 3] van de politie Oost-Nederland opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PLO600-2024538057, gesloten op 16 december 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.