Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 25 maart 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Volkshuisvesting Arnhem (SVA) en de gedaagden, die zonder recht of titel in een huurwoning verblijven. De huurovereenkomst tussen SVA en de voormalige huurders is geëindigd door een vaststellingsovereenkomst, waarbij de gedaagden zijn bijgestaan door een hulpverlener van de gemeente Arnhem. SVA vordert ontruiming van de woning, betaling van huurachterstand en een gebruiksvergoeding. De kantonrechter oordeelt dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar is, omdat de gedaagden geen rechten meer kunnen ontlenen aan de onderhuurbescherming en er sprake is van een spoedeisend belang. De ontruimingstermijn wordt vastgesteld op drie maanden, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de gedaagden. Daarnaast worden de gedaagden veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van terughoudendheid bij ontruimingen in kort geding, maar concludeert dat de belangen van SVA en de woningmarkt zwaarder wegen.