Uitspraak
Visgroothandel Visco B.V.
Rechtbank Gelderland
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Gelderland, heeft Visgroothandel Visco B.V. een vordering ingesteld tegen meerdere gedaagden, waaronder een vennoot van gedaagde sub 1. De zaak betreft de levering van vis aan een klant, de heer [naam 1], die de vis bestelde via gedaagde sub 1. Visco vorderde betaling van een bedrag van € 9.946,38, vermeerderd met wettelijke handelsrente, op basis van de stelling dat gedaagden gehouden waren de facturen te betalen, omdat de schijn zou zijn gewekt dat [naam 1] bevoegd was om namens gedaagde sub 1 te handelen. Gedaagden voerden verweer en stelden dat [naam 1] niet bevoegd was om namens hen te handelen en dat de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid niet was gewekt. De kantonrechter oordeelde dat Visco onvoldoende had aangetoond dat [naam 1] namens gedaagde sub 1 mocht handelen. De rechter concludeerde dat Visco niet gerechtvaardigd had vertrouwd op de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid en wees de vordering af. Tevens werd Visco veroordeeld in de proceskosten. De reconventionele vordering van gedaagde sub 1 werd eveneens afgewezen.