ECLI:NL:RBGEL:2025:2441

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 maart 2025
Publicatiedatum
31 maart 2025
Zaaknummer
05.311326.23 en 13.242610.21 (tul)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedrijfsinbraak bij een telefoonwinkel in Zutphen met aanzienlijke schade en betrokkenheid van meerdere verdachten

Op 28 maart 2025 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een inbraak in een telefoonwinkel. De inbraak vond plaats op 24 november 2023, waarbij een grote hoeveelheid telefoons ter waarde van € 43.655,41 werd gestolen. De verdachte, geboren in 1989, werd samen met een medeverdachte beschuldigd van het plegen van deze inbraak. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte op basis van gebrek aan bewijs en inconsistenties in de camerabeelden.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachte zich schuldig hadden gemaakt aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij zij zich toegang tot de winkel hadden verschaft door middel van braak. De rechtbank baseerde haar oordeel op getuigenverklaringen, camerabeelden en gps-gegevens van de telefoon van de medeverdachte, die aantoonde dat hij zich in de buurt van de inbraak bevond. De rechtbank achtte de betrokkenheid van de verdachte bewezen, ondanks de verdediging die stelde dat de kleding van de verdachte niet overeenkwam met die op de camerabeelden.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van vier maanden op, rekening houdend met zijn eerdere veroordelingen voor vergelijkbare delicten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte geen verantwoordelijkheid nam voor zijn daden en dat een gevangenisstraf passend was. Daarnaast werd de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf geëist, omdat de verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit. De rechtbank concludeerde dat de verdachte strafbaar was en dat het bewezenverklaarde feit een strafbaar feit opleverde volgens de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05.311326.23 en 13.242610.21 (tul)
Datum uitspraak : 28 maart 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1989 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] in [woonplaats] .
Raadsman: mr. M.J. van den Hoonaard, advocaat in Apeldoorn.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 24 november 2023 te [plaats 2] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit een bedrijfsgebouw/winkel gevestigd aan de [adres 2] , een grote hoeveelheid telefoons met ongeveer een totale waarde 43.655,41 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Hij heeft betoogd dat er geen bewijs is voor betrokkenheid van verdachte. De beschrijving van de kleding die op de beelden van de inbraak te zien is, is te generiek om te kunnen vaststellen dat verdachte op de beelden staat. Bovendien komt de kleding op de camerabeelden niet overeen met de kleding die verdachte ten tijde van de aanhouding droeg. Het blad dat onder de sok van verdachte is aangetroffen zegt niets en kan in zijn schoen zijn gekomen toen hij door een bosje liep. De raadsman heeft verder betoogd dat op de fietsen geen sporen zijn aangetroffen die met verdachte in verband kunnen worden gebracht.
Beoordeling door de rechtbank
Inbraak [slachtoffer 2]
Verbalisanten kregen op 24 november 2023 omstreeks 04.25 uur de melding dat bij het bedrijf [slachtoffer 2] aan de [adres 2] in [plaats 2] meerdere alarmzones afgingen. Omstreeks 4.30 uur waren zij ter plaatse en zagen zij dat de deur van het bedrijf openstond en hoorden zij dat het alarm afging. [2]
Aangever [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij eigenaar is van de winkel [slachtoffer 2] , gevestigd aan de [adres 2] in [plaats 2] . Op 24 november 2023 werd hij omstreeks 4.25 uur gebeld door de meldkamer van de beveiliging omdat het alarm afging in meerdere zones in het bedrijf. In de winkel zag hij een blauwe betonschaar liggen. Er waren meerdere vitrines kapot en telefoons weggenomen, zowel nieuwe als tweedehands toestellen. [3] [slachtoffer 1] heeft een overzicht gemaakt van de telefoons die zijn weggenomen met de waarde van die telefoons. Hij heeft berekend dat het om een bedrag van € 43.655,41 gaat. [4]
Verbalisant, politiehondengeleider, is na de melding naar telefoonbedrijf [slachtoffer 2] gegaan. Hij was daar omstreeks 04.31.13 uur. Hij zag dat de voorruit eruit was geslagen en dat er een koevoet op de grond lag. Hij is met zijn hond ( [hond] ) gaan zoeken. Tijdens het zoeken hoorde hij dat het twee daders zouden zijn geweest en dat een van de verdachten fors/gezet en donker gekleed was en dat de tweede verdachte een grijze joggingbroek zou dragen en een schoudertas. Op de parkeerplaats van de [straatnaam 1] begon [hond] erg hard aan de lijn te trekken. [hond] trok naar skatepark ‘ [skatepark] ’. Verbalisant zag toen twee mannen gebukt, in een versnelde pas, over het skatepark rennen. De mannen voldeden aan het genoemde signalement. Hij zag dat de verdachten de parkeerplaats aan de [straatnaam 2] oprenden en dat één van de verdachten (de slankere), in een ouder model Ford met het kenteken [kenteken] , stapte. De verdachte maakte een gehaaste indruk en wilde de auto starten. Verbalisant zag op de parkeerplaats op 50 meter afstand een hoofd wegduiken achter een auto. Hij is met [hond] die kant op gerend. Achter een van de auto’s kwam een stevige/forse man omhoog. In de auto zijn meerdere kledingstukken aangetroffen die overeenkwamen met de kleding op de camerabeelden. [5]
Op camerabeelden van de [adres 3] [plaats 2] is op 24 november 2023 om 04.19.12 uur te zien dat een persoon in beeld verschijnt. Het betreft een man, ongeveer 1.80 m lang, dik postuur, gezicht bedekt, donkerkleurige jas met capuchon op, donkerkleurige pet onder de capuchon, lichtkleurige handschoenen met zwarte handpalmen, donkerkleurige joggingbroek en een donkerkleurige sporttas om zijn schouder. De man heeft een fiets vast en zet deze tegen de gevel. Het betreft een zwarte damesfiets met een gebogen chromen stuur, zwart lichtarmatuur en een slot onder het zadel om het frame. [6]
Op camerabeelden van [slachtoffer 2] zijn twee personen te zien. Persoon 1 betreft een man, ongeveer 1.80 m lang en een normaal licht gespierd postuur. Hij draagt een donkere hoody met capuchon op, donkere honkbalpet onder de capuchon, grijskleurige joggingbroek, lichtkleurige handschoenen met zwarte handpalmen en hij heeft donkerkleurige sokken over de schoenen getrokken. Persoon 2 betreft een man, ongeveer 1.80 m lang en een dik postuur. Hij draagt een donkergekleurde hoody met capuchon op, donkergekleurde ‘flat-cap’ pet onder de capuchon, donkergekleurde joggingbroek, lichtkleurige handschoenen met zwarte handpalmen, zwartkleurige sporttas als schoudertas gedragen en donkerkleurige sokken over de schoenen getrokken.
Bij 00.26 seconden is op de beelden te zien dat beide personen in beeld verschijnen. Ze komen allebei op een fiets en zetten hun fietsen tegen de gevel. Persoon 1 schijnt met een lamp naar binnen. Persoon 2 geeft een koevoet aan persoon 1. Persoon 1 loopt naar de in- en uitgang en steekt de koevoet in het kozijn. Verbalisant hoort vervolgens het geluid van brekend hout. Om 4.59 minuten trapt hij twee keer tegen de deur waarna deze open gaat. Beide personen rennen naar binnen. Op de achtergrond is het geluid van het alarm te horen. De personen lopen naar een vitrinekast. Een persoon laat een plastic tas vallen en heeft een betonschaar in zijn rechterhand. Beide personen breken met behulp van de koevoet en een betonschaar verschillende ruiten van de vitrines open. Zij pakken de telefoons uit de schappen en stoppen deze in de sporttas. Om 6.36 minuten komen beide personen naar buiten. Persoon 2 zet de sporttas op de grond en probeert deze dicht te maken. Persoon 1 stapt op de fiets en rijdt weg. Persoon 2 doet de draagband van de schoudertas om en fietst ook weg. [7]
Van verdachte en van medeverdachte [medeverdachte] zijn kort na de aanhouding foto’s gemaakt. De joggingbroek van verdachte komt overeen met de joggingbroek van persoon 1 op de camerabeelden. Het postuur en de joggingbroek van [medeverdachte] komen overeen met persoon 2 op de camerabeelden. [8]
Bij het insluiten van verdachte zag verbalisant dat, toen verdachte zijn schoenen uittrok, er een klein blaadje op zijn sok zat dat verdachte probeerde weg te schuiven met zijn voet. [9]
Op de [straatnaam 3] naast perceel 1 zijn twee fietsen aangetroffen die niet waren afgesloten en allebei aan het signalement voldeden van de fietsen waarop de daders van de inbraak waren weggefietst en die op de camerabeelden te zien waren. [10] De fietsen zijn aangetroffen op een afstand van ongeveer 50 meter van de plaats waar de verdachten zijn aangetroffen en aangehouden. [11]
Betonschaar
Achter de bestuurdersstoel van de Ford Fiesta met het kenteken [kenteken] is op de vloer een bonnetje aangetroffen van de Hornbach in [plaats 1] . Op de bon stond dat er op 23 november 2023 omstreeks 15.36 uur een betonschaar 450MM was aangeschaft voor een bedrag van 17,50 euro. [12]
Op camerabeelden van Hornbach van 23 november 2023 is om 15.56.35 uur te zien dat een persoon bij de zelfscankassa’s komt. De persoon heeft een betonschaar vast. De persoon kan worden omschreven als een man, dik postuur, kort, zwart gemillimeterd haar met inhammen, donkerblauwe jas (open), donkerblauwe joggingbroek met een wit logo op het linkerbeen, donkerkleurige sneakers met witte zolen. Om 15.57.07 uur gaat een andere persoon naast de eerste man staan. Deze kan als volgt worden omschreven: man, normaal, lichtgespierd postuur, kort zwart haar, zwarte jas (open) met een wit logo op de linkerborst, grijs t-shirt onder de jas met een wit logo op de rechterborst, grijze joggingbroek met wit logo op het linkerbeen, zwartkleurige sneakers. Om 15:57:56 uur (werkelijke tijd 15:36:56 uur) komt er een kassabon uit de printer van de zelfscankassa, die door persoon 1 wordt gepakt. Op camerabeelden van een andere camera van Hornbach is te zien dat beide mannen aankomen in een kleine blauwkleurige auto, dat ze uitstappen en dat beide personen samen de winkel binnenkomen. De auto betreft een lichtblauwe Ford Fiesta met het kenteken [kenteken] . [13]
Verbalisant herkent persoon 1 die afgebeeld staat op de foto’s die afkomstig zijn van gevorderde en verstrekte camerabeelden van Hornbach als medeverdachte [medeverdachte] . Zij heeft [medeverdachte] op zaterdag 25 november 2023 als verdachte verhoord in Arnhem in het cellencomplex. Ze herkent hem onder andere aan zijn postuur, zijn bolle gezicht, het korte zwarte haar en het korte zwarte baardje. Persoon 2 die afgebeeld staat op de foto’s herkent ze als [verdachte] (verdachte). Ze heeft hem op zaterdag 25 november 2023 als verdachte verhoord in Arnhem in het cellencomplex. Het grijze joggingpak droeg hij ook tijdens het verhoor. [14]
Verdachte heeft verklaard dat hij mee is geweest bij het kopen van een betonschaar. [15]
Op internet is op de site van Hornbach gezocht naar het EAN-nummer dat op de kassabon is vermeld. De betonschaar op de website van Hornbach komt volledig overeen met de betonschaar die bij [slachtoffer 2] is aangetroffen. Op camerabeelden is te zien dat één van de verdachten met een soortgelijke betonschaar het pand betrad en deze vervolgens op de vloer achterliet. [16]
De iPhone van [medeverdachte]
In het driehoekje [straatnaam 2] , [skatepark] en het skatebaantje/speelplaats zijn in de bosjes sokken aangetroffen met daarin een iPhone. De sokken waren nagenoeg droog, terwijl de struiken nat waren. Op een plek daar in de buurt is een mobiele telefoon aangetroffen. In het hoesje van de telefoon zat een rijbewijs. [17] Het rijbewijs stond op naam van [medeverdachte] . [18]
De iPhone die in het hoesje met daarin het rijbewijs van [medeverdachte] zat, is onderzocht.
Uit de gps-gegevens van de telefoon bleek dat de telefoon zich op 23 november 2023 omstreeks 21.28 uur bevond in de omgeving van de [locatie 1] in [plaats 2] . Op 23 november 2023 omstreeks 22.03 uur bevond de telefoon zich op de Laan naar Eme in Zutphen.
Uit de veiliggestelde gegevens bleek verder dat er op 23 november 2023 omstreeks 13.25 uur was gezocht op “Betonsvaar hornbach”, de rechtbank begrijpt dit als “betonschaar Hornbach”. Via de iPhone werd gebruik gemaakt van google maps. Enkele locaties die waren ingevoerd zijn [slachtoffer 2] [plaats 2] , Hornbach en Hornbach bouwmarkt [plaats 1] .
Uit de gps-gegevens van de iPhone blijkt dat:
  • op 23 november 2023 omstreeks 15.31 uur het terrein van de Hornbach, gelegen aan de [locatie 2] , werd aangedaan en om 15.48 uur werd verlaten;
  • in de periode tussen 23 november 2023 19.44 uur en 21.03 uur het gps-signaal zich in en om het centrum van [plaats 2] bevond en in de directe omgeving van [slachtoffer 2] , gelegen aan de [adres 2] ;
  • op 24 november 2023 omstreeks 01.09 uur er weer een verplaatsing was vanuit het Fletcher Hotel, in de richting van [plaats 2] ;
  • op 24 november 2023 omstreeks 04.21 uur het gps-signaal zich bevond op de [straatnaam 4] te [plaats 2] ter hoogte van nummer [nummer] ;
  • op 24 november 2023 omstreeks 04.27 uur het gps-signaal zich bevond ter hoogte van de [straatnaam 3] te [plaats 2] ;
  • de laatste gps-signalen op 24 november 2023 zich bevonden op de parkeerplaats aan het [skatepark] . Dit is de locatie waar [medeverdachte] werd aangehouden en waar later de Apple iPhone 7 werd aangetroffen.
De rechtbank overweegt dat uit de bewijsmiddelen naar voren komt dat op 24 november 2023 een inbraak heeft plaatsgevonden bij [slachtoffer 2] in [plaats 2] . Daar zijn verschillende telefoons weggenomen met een totale waarde van € 43.655,41. Op de camerabeelden is te zien dat de inbraak is gepleegd door twee personen. De rechtbank acht bewezen dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] de inbraak samen hebben gepleegd. Dat vindt steun in de gps-gegevens van de telefoon van [medeverdachte] , waaruit blijkt dat de telefoon zich tussen 19.44 en 21.03 uur bevond in en om het centrum van [plaats 2] en in de directe omgeving van [slachtoffer 2] . Op 24 november 2023 bewoog de telefoon omstreeks 01.09 uur vanuit het Fletcher hotel in Zutphen naar [plaats 2] . Omstreeks 4.21 uur, de tijd waarop twee personen bij [slachtoffer 2] bezig waren met de inbraak, bevond het gps-signaal van de iPhone zich op de [straatnaam 4] ter hoogte van nummer [nummer] . Het heeft er alle schijn van dat verdachte en [medeverdachte] eerst naar [plaats 2] zijn geweest om de situatie te verkennen en in de loop van de nacht naar [plaats 2] zijn teruggekeerd om de inbraak te plegen. Bij de inbraak is gebruik gemaakt van een betonschaar. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [medeverdachte] op 23 november 2023 bij Hornbach in [plaats 1] een betonschaar heeft gekocht. Hij was op dat moment in gezelschap van verdachte. Een soortgelijke betonschaar als bij Hornbach is gekocht, is in de winkel bij [slachtoffer 2] aangetroffen. Ook uit de gps-gegevens van de telefoon van [medeverdachte] blijkt dat de telefoon op 23 november 2023 in de middag bij Hornbach is geweest. Verder was op de beelden te zien dat de beide personen op zogenoemde oma-fietsen reden en zijn soortgelijke fietsen onafgesloten aangetroffen bij de [straatnaam 3] , op 50 meter afstand van de plaats waar beide verdachten zijn aangehouden. Uit de gps-gegevens van de telefoon van [medeverdachte] blijkt dat de telefoon zich om 04.27 uur bevond bij de [straatnaam 3] , daar waar de twee fietsen zijn aangetroffen.
De rechtbank overweegt verder dat de politie heel snel na de melding ter plaatse was en dat een politiehondengeleider in de omgeving op zoek is gegaan. De hond pikte kennelijk een geur op die leidde naar een pleintje, waar verbalisant twee personen gebukt zag rennen. Beide personen voldeden aan de signalementen die hij door had gekregen. In de bosjes is de telefoon van [medeverdachte] aangetroffen. Verdachte en [medeverdachte] zijn aan de hand van hun kleding en postuur herkend als de personen op de beelden. De rechtbank heeft mede gelet op het voorgaande geen aanleiding hieraan te twijfelen.
De raadsman heeft betoogd dat de kleding van verdachte niet overeenkomt met de kleding op de camerabeelden. De rechtbank overweegt dat daarvoor verschillende verklaringen denkbaar zijn. Zo heeft de inbraak in de nachtelijke uren plaatsgevonden, waardoor kleuren niet goed kunnen worden onderscheiden. Sommige camera’s geven zwart-wit beelden, andere beelden in kleur en weer andere beelden in nachtzicht. Daarnaast acht de rechtbank het zeer waarschijnlijk dat verdachte en de medeverdachte zich geheel of gedeeltelijk hebben omgekleed. In de Ford Fiesta zijn immers kleren aangetroffen die overeenkomen met de kleding op de beelden. Ook het blaadje op de sok van verdachte lijkt erop te wijzen dat verdachte (deels) van kleren is gewisseld. Voor zover de raadsman heeft betoogd dat de kleding in de auto droog was, terwijl het flink regende, overweegt de rechtbank als volgt. Op de beelden van de bodycam is te zien dat de straat nat was. Niet is te zien dat het op dat moment (hard) regende. [20] De rechtbank gaat er daarom vanuit dat het eerder die nacht heeft geregend, maar dat het ten tijde van de inbraak (nagenoeg) droog was.
Dat op de fietsen geen enkel bewijs is aangetroffen dat leidt naar verdachte, zoals de raadsman heeft aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel over de betrokkenheid van verdachte. Uit de beschrijving van de personen komt immers naar voren dat beide personen handschoenen droegen, waardoor het niet vreemd is dat geen sporen van verdachte op de fiets zijn aangetroffen. Het enkele feit dat de gestolen goederen niet zijn aangetroffen, betekent evenmin dat verdachte niet bij de inbraak betrokken kan zijn geweest. Niet kan worden uitgesloten dat verdachte en [medeverdachte] voor het wegsluizen van de goederen hulp hebben gehad van een onbekende derde.
Voor zover verdachte heeft verklaard dat [medeverdachte] hem naar [plaats 2] heeft gebracht omdat hij met ene [naam] had afgesproken, overweegt de rechtbank dat dit niet aannemelijk is geworden. Verdachte heeft dit op geen enkele wijze geconcretiseerd en evenmin nader onderbouwd. Het door hem geschetste scenario is niet verifieerbaar en past in het geheel niet in het beeld dat uit het dossier naar voren komt.
De rechtbank acht gelet op het voorgaande medeplegen van de inbraak bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks24 november 2023 te [plaats 2] tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,in/uit een
bedrijfsgebouw/winkel gevestigd aan de [adres 2] , een grote hoeveelheid telefoons met ongeveer een totale waarde 43.655,41 euro,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder
zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
en/of verbreking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 maanden met aftrek van het voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Hij heeft daarbij naar voren gebracht dat verdachte zorgt voor zijn demente moeder en dat die zorg wegvalt als hij een gevangenisstraf krijgt.
De beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft zich samen met de medeverdachte schuldig gemaakt aan een inbraak in een telefoonwinkel en daarbij een flinke hoeveelheid telefoons weggenomen. Verdachte en de medeverdachte hebben hiermee gezorgd voor veel schade en overlast en waren enkel uit op financieel gewin. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn handelen neemt.
De rechtbank heeft de justitiële documentatie van verdachte in aanmerking genomen. Daaruit komt naar voren dat verdachte al verschillende keren is veroordeeld, laatstelijk door de politierechter van de rechtbank Amsterdam op 24 mei 2023. Van deze veroordeling liep verdachte in een proeftijd. De veroordelingen betreffen veelal vermogensdelicten, met name bedrijfsinbraken. De veroordelingen hebben verdachte er kennelijk niet van kunnen weerhouden opnieuw een bedrijfsinbraak te plegen. Uit de justitiële documentatie blijkt verder dat aan verdachte op 19 september 2024 een strafbeschikking is opgelegd voor een verkeersdelict. Artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht is daarom van toepassing.
Over verdachte is een reclasseringsrapport uitgebracht. Daaruit komt naar voren dat kan worden gesproken van een patroon van vermogensdelicten. De reclassering kan een pro-criminele houding of beperkte handelingsvaardigheden niet uitsluiten. De reclassering kan vanwege de ontkennende houding van verdachte geen criminogene factoren aanwijzen waarop eventuele interventies zich zouden moeten richten. De risico’s op recidive en op letsel kunnen niet worden ingeschat. Geadviseerd wordt een straf zonder bijzondere voorwaarden. De reclassering ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen.
De rechtbank is van oordeel dat alleen een gevangenisstraf passend is. Verdachte is al verschillende keren veroordeeld voor het plegen van bedrijfsinbraken en weet niet van ophouden. De door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf is in lijn met de oriëntatiepunten van het LOVS bij veelvuldige recidive. De rechtbank ziet geen reden een lagere gevangenisstraf dan wel een andersoortige straf op te leggen. Zij zal dus een gevangenisstraf van 4 maanden opleggen. Dat verdachte dan niet voor zijn demente moeder kan zorgen, is een omstandigheid die aan hemzelf is te wijten. Verdachte wist immers wat het risico van zijn handelen was. Door te handelen zoals hij heeft gedaan, heeft hij dat risico voor lief genomen.

8.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 13.242610.23)

De politierechter van de rechtbank Amsterdam heeft verdachte op 24 mei 2023 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand.
De officier van justitie vordert de tenuitvoerlegging van die straf.
De raadsman heeft gelet op de bepleite vrijspraak verzocht de vordering af te wijzen. Subsidiair heeft de raadsman verzocht de proeftijd te verlengen.
Bewezen is dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. De rechtbank is van oordeel dat de voorwaardelijk opgelegde straf daarom ten uitvoer moet worden gelegd.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en is gegrond op de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 beveelt de tenuitvoerlegging van de op 24 mei 2023 door de politierechter van de rechtbank Amsterdam voorwaardelijk opgelegde straf, te weten een gevangenisstraf van 1 maand (parketnummer 13.242610.21);
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S.W. Lucassen (voorzitter), mr. E.H.T. Rademaker en
mr. W.H.S. Duinkerke, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C.M. Althoff, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 maart 2025.
Mr. Lucassen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, proces-verbaalnummer 202312271200, gesloten op 18 januari 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 33.
3.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 29.
4.(Aanvullend) Proces-verbaal van bevindingen, proces-verbaalnummer 202402081200.
5.Processen-verbaal van bevindingen, p. 44, 45, 47, 61.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 101.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 84-88.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 112-113.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 56.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 72.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 75, 77.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 115-116.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 125-128.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 131.
15.Verklaring van verdachte ter terechtzitting.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 123.
17.Processen-verbaal van bevindingen, p. 69-70, 78.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 144.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 145-146
20.Rechterlijke waarneming.