ECLI:NL:RBGEL:2025:2488

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 maart 2025
Publicatiedatum
31 maart 2025
Zaaknummer
173035.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 23-jarige man voor ontuchtige handelingen met een minderjarige

Op 13 maart 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 23-jarige man, die werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een 15-jarig meisje. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die op het moment van de feiten 20 jaar oud was, zich schuldig heeft gemaakt aan het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer. De feiten vonden plaats op of omstreeks 30 april en 1 mei 2022 in Nunspeet. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar beoordeeld, ondanks enkele tegenstrijdigheden. De verdachte heeft ontkend dat er sprake was van een seksuele relatie en heeft verklaard dat het slachtoffer misbruik heeft gemaakt van zijn slaaptoestand. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er voldoende bewijs was, waaronder DNA-bewijs, dat de verdachte in de slip van het slachtoffer was aangetroffen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair tenlastegelegde, maar het subsidiair tenlastegelegde is wettig en overtuigend bewezen verklaard. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 9 maanden opgelegd, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met bijzondere voorwaarden, waaronder een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verleden en de risico's op recidive.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.173035.23
Datum uitspraak : 13 maart 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 2002 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] [woonplaats] .
Raadsman: mr. S.A.S. Jansen, advocaat in Apeldoorn.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 30 april 2022 en/of 1 mei 2022 te Nunspeet, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het brengen en/of bewegen van zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het duwen en/of houden van zijn, verdachtes, penis op/tegen de vagina en/of vulva, althans de schaamstreek van die [slachtoffer]
waarbij dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld en/of met die andere feitelijkheid er in heeft/hebben bestaan dat verdachte
- voornoemde [slachtoffer] meermaals, althans eenmaal, heeft geslagen en/of geschopt op/tegen het lichaam en/of
- die [slachtoffer] bij de polsen heeft vastgepakt en/of die [slachtoffer] heeft ontkleed en/of
- een tampon uit de vagina van die [slachtoffer] heeft getrokken en/of
- voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer] en/of
- misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer] en/of
- zich dwingend en/of dominant en/of gebiedend heeft opgesteld ten opzichte van die [slachtoffer] en/of
- een zodanig bedreigende en/of beangstigende situatie heeft gecreëerd dat die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon of durfde te onttrekken en/of
- die [slachtoffer] in een zodanig weerloze en/of afhankelijke toestand heeft gebracht dat die [slachtoffer] zich niet aan bovengenoemde ontuchtige/seksuele handelingen kon of durfde te onttrekken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 30 april 2022 en/of 1 mei 2022 te Nunspeet, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007, die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het brengen en/of bewegen van zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het duwen en/of houden van zijn, verdachtes, penis op/tegen de vagina en/of vulva, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] ;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 30 april 2022 en/of 1 mei 2022 te Nunspeet, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het duwen en/of houden van zijn, verdachtes, penis op/tegen de vagina en/of vulva,
althans de schaamstreek van die [slachtoffer] .
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het subsidiair tenlastegelegde. Verdachte dient te worden vrijgesproken van het medeplegen. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en nader toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van de gehele tenlastelegging. De verdediging stelt zich op het standpunt dat de verklaring van aangeefster niet betrouwbaar is, omdat deze veel tegenstrijdigheden bevat. Dat er sperma aan de binnenzijde van de slip is aangetroffen, betekent niet dat er sprake is geweest van penetratie met de penis dan wel duwen of houden van zijn penis op of tegen de vagina of vulva van aangeefster. Omdat ander bewijs ontbreekt, moet verdachte worden vrijgesproken van het primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde. Als de rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het penetreren, stelt de verdediging zich subsidiair op het standpunt dat verdachte moet worden vrijgesproken omdat er geen sprake was van opzet. Verdachte heeft verklaard dat hij zich niet actief op seksueel vlak heeft ingelaten met aangeefster maar dat zij misbruik heeft gemaakt van zijn slaaptoestand. Tot slot dient verdachte te worden vrijgesproken van het medeplegen.
Beoordeling door de rechtbank
Op maandag 2 mei 2022 heeft een informatief gesprek plaatsgevonden met [slachtoffer] (hierna [slachtoffer] ), geboren op [geboortedag 2] 2007. In dit gesprek heeft [slachtoffer] verklaard dat ze dat afgelopen weekend ongewenste seks heeft gehad met [verdachte] . [verdachte] heeft zijn slurf (de rechtbank begrijpt: penis) in haar vagina gedaan. Hij zou een paar keer heen en weer zijn gegaan en had zich daarna weer aangekleed. [slachtoffer] wist niet of [verdachte] ook was klaargekomen. Hij had geen condoom om gedaan. [2]
Op 2 mei 2022 is [slachtoffer] forensisch onderzocht. Tijdens het forensisch onderzoek bleek dat [slachtoffer] zich thuis had omgekleed, waarbij zij het slipje dat zij na de (door haar gestelde) penetratie droeg verwisseld had voor een ander exemplaar. Het slipje is op advies van de politiemedewerkers van de afdeling Zeden door het slachtoffer zelf in een aangeleverde zak verpakt. De slip, met een bloemetjesprint, was (aldus [slachtoffer] ) kort na de penetratie aangetrokken. De slip is bemonsterd (SIN AANX6974NL). [3] Op dit monster is DNA van onbekende man A aangetroffen. Wanneer het DNA-profiel van een persoon overeenkomt met het DNA-profiel dat is gekoppeld aan onbekende man A, zal de bewijskracht voor deze bemonstering ten aanzien van deze persoon naar verwachting meer dan 1 miljard zijn. Op basis van het onderzoek naar biologische sporen en het vergelijkend DNA-onderzoek is geconcludeerd dat deze bemonstering sperma bevat van onbekende man A. [4] Uit onderzoek is gebleken dat het DNA-profiel van verdachte [verdachte] overeenkomt met het afgeleide DNA-profiel van bemonstering AANX6974NL#06 van de binnenzijde van het kruis van de slip (eerder gekoppeld aan onbekende man A). Dit betreft een (afgeleid) DNA-profiel waarvan is aangenomen dat de DNA-kenmerken van één persoon afkomstig zijn. Voor dergelijke DNA-profielen is vastgesteld dat wanneer het DNA-profiel van een persoon ermee overeenkomt de bewijskracht meer dan één miljard is. Daarom geldt voor de overeenkomsten met het DNA-profiel van verdachte [verdachte] dat DNA-profiel AANX6974NL#06 meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker is wanneer het DNA afkomstig is van verdachte [verdachte] , dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige (niet aan [verdachte] verwante) persoon. [5] Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de sperma die in de slip van [slachtoffer] is aangetroffen van verdachte is.
[slachtoffer] is op 20 september 2022 gehoord als getuige. Hier verklaarde ze dat ze op zaterdag naar een hotel in Nunspeet was gegaan. Ze moest van [verdachte] op haar zij gaan liggen met één been omhoog. Ze deed wat hij haar opdroeg. Hij ging achter haar liggen en drukte zijn piemel in haar vagina. Het voelde niet fijn, want het deed pijn. Ze deed alles wat hij zei. Ze heeft op haar zij gelegen en op haar rug. Ook dat voelde niet prettig. Ze hadden eigenlijk alleen maar seks. Er werd niks gezegd. Het enige wat ze kon doen was veel huilen. Ze weet niet of [verdachte] is klaargekomen en of hij in haar is klaargekomen. Ze voelde pijn, omdat ze tegenstribbelde en omdat ze niet wilde. Er zijn geen voorbehoedsmiddelen gebruikt. Ze hadden niet eerder seks gehad. [6]
Verdachte heeft verklaard dat hij een vriendschappelijke relatie had met [slachtoffer] , geen seksuele. [7]
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank, evenals de officier van justitie en de raadsman, het primair tenlastegelegde niet bewezen. Het dossier bevat geen steunbewijs voor de ten laste gelegde geweldshandelingen en daarom zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het primair tenlastegelegde.
De rechtbank is van oordeel dat het subsidiair tenlastegelegde wél wettig en overtuigend kan worden bewezen. De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer] betrouwbaar, omdat uit zowel het informatief gesprek als het getuigenverhoor blijkt dat zij tegen haar wil seks heeft gehad met verdachte. Dat de beschreven handelingen in de verklaringen niet helemaal overeenkomen, maakt dat oordeel niet anders. De rechtbank is tevens van oordeel dat er voldaan is aan het bewijsminimum. De verklaringen van [slachtoffer] worden met name ondersteund door de van verdachte afkomstige sperma die is aangetroffen in de slip van [slachtoffer] . De ter zitting door verdachte afgelegde verklaring dat hij knock out lag en dat hij later heeft bedacht dat [slachtoffer] met string aan boven op hem is gaan zitten en hem min of meer in zijn slaap verkracht heeft, verwerpt de rechtbank als ongeloofwaardig.
Dat er sprake is van contaminatie bij het DNA-onderzoek, zoals gesteld door de raadsman, acht de rechtbank ook niet aannemelijk omdat zowel [slachtoffer] als verdachte hebben verklaard dat zij niet eerder seks hebben gehad. Omdat de rechtbank de verklaring van [slachtoffer] volgt, is de rechtbank van oordeel dat verdachte opzet heeft gehad op het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer] door zijn penis in de vagina van [slachtoffer] te brengen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het medeplegen omdat het dossier hiervoor geen steunbewijs bevat.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks30 april 2022 en/of 1 mei 2022 te Nunspeet
, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2007, die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het brengen en
/ofbewegen van zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] en
/of
- het duwen en
/ofhouden van zijn, verdachtes, penis op/tegen de vagina en/of vulva, althans de schaamstreek van die [slachtoffer] .
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het subsidiair bewezenverklaarde levert op:
met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om in geval van een veroordeling het adolescentenstrafrecht toe te passen. Bij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal verdachte belanden tussen de keiharde criminelen die ongetwijfeld misbruik van hem zullen maken.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een ernstig strafbaar feit. Verdachte – die destijds 20 jaar was – heeft seks gehad met het destijds 15-jarige slachtoffer. Dit gebeurde tegen haar wil.
Hiermee heeft de verdachte op ernstige wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van het slachtoffer. Hij heeft het welzijn van het slachtoffer ondergeschikt gemaakt aan de bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften. De rechtbank neemt verdachte dit zeer kwalijk.
Uit de justitiële documentatie van 28 januari 2025 blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit.
In het reclasseringsadvies van 11 mei 2024 staat beschreven dat verdachte een belast verleden heeft en er sprake is van instabiliteit op vrijwel alle leefgebieden. Er is een gebrek aan recente diagnostiek, maar in het verleden is een beneden gemiddelde intelligentie, ADHD en zijn problemen op het gebied van impulscontrole en emotieregulatie vastgesteld. Op dat moment woont verdachte op een beschermde woonvorm bij het RIBW en stelt hij zich beperkt begeleidbaar op. Verdachte heeft bewindvoering en geen zinvolle dagbesteding. Daarnaast is er sprake van problematisch middelengebruik (onder andere cannabis en 3-MMC) en pro-criminele contacten. De reclassering schat het risico op recidive in als hoog. De reclassering heeft het adolescentenstrafrecht overwogen, maar adviseert uiteindelijk om het volwassenenstrafrecht toe te passen. Naast een aantal contra-indicaties overweegt de reclassering dat zij geen specifieke interventies van het jeugdstrafrecht nodig achten om recidive te voorkomen. Bij een veroordeling adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met daarbij de volgende bijzondere voorwaarden: meldplicht, ambulante behandeling, meewerken aan de inzet van ambulante begeleiding, meewerken aan middelencontrole, dagbesteding en een contactverbod met het slachtoffer.
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat hij niet meer bij het RIBW woont, maar samenwoont met drie andere jongens. Hij ontvangt twee keer per week ambulante begeleiding. Hij zit nu in de ziektewet vanwege een hernia en is op zoek naar nieuw werk. Hij heeft bewindvoering en zit nog een jaar in de schuldsanering. Hij gebruikt nog steeds cannabis en af en toe harddrugs. Hij is gestopt met de drugshandel.
Hoewel het reclasseringsadvies op het punt van het toe te passen strafrecht vragen oproept ziet de rechtbank uiteindelijk onvoldoende aanknopingspunten om het adolescentenstrafrecht toe te passen. De rechtbank komt tot dit oordeel omdat het reclasseringsadvies dateert van mei 2024. De zorgen die in het rapport staan beschreven zijn volgens verdachte niet langer aan de orde. Daarbij komt dat verdachte inmiddels 23 jaar is en de reclassering specifieke interventies vanuit het jeugdstrafrecht niet nodig acht om recidive te voorkomen. Dit betekent dat de rechtbank het volwassenenstrafrecht zal toepassen.
Op 7 maart 2023 is verdachte aangehouden en verhoord. Op dat moment is een handeling verricht waaraan verdachte in redelijkheid de verwachting kon ontlenen dat jegens hem een strafvervolging zou worden ingesteld. Op 13 maart 2025 doet de rechtbank uitspraak. Dit betekent dat de redelijke termijn met zes dagen is overschreden. Deze overschrijding is naar het oordeel van de rechtbank dermate beperkt dat de rechtbank dit niet zal verdisconteren in de op te leggen straf.
Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank verder rekening gehouden met het taakstrafverbod uit artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht. Een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf acht de rechtbank gelet op de ernst van het feit niet passend. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering passend en geboden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c en 245 (oud) van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het primair tenlastegelegde;
 verklaart bewezen dat verdachte het subsidiar tenlastegelegde, zoals vermeld onder
‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder
‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
  • veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
1) verdachte zich binnen drie dagen na onherroepelijk wording van het vonnis meldt bij Reclassering Nederland op het adres Dobbe 70, 8032 JX te Zwolle, om een eerste afspraak te maken. Verdachte blijft zich daarna melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
2) verdachte zich laat behandelen door een nader te bepalen forensisch zorgverlener. De behandeling start wanneer de reclassering dit nodig vindt en duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte werkt mee aan het afnemen van diagnostiek om de behandeling in te kunnen inrichten. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
3) verdachte meewerkt aan de inzet van ambulante begeleiding gericht op het regelen van praktische zaken en ter ondersteuning op persoonlijk vlak, door een nader te bepalen organisatie/instelling;
4) verdachte meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik en de ernst hiervan in kaart te brengen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
5) verdachte zich inspant zich voor het vinden en behouden van een dagbesteding met een vaste structuur, aansluitend en/of afgestemd op de behandeling om verdachte niet te overvragen. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
6) verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met mevrouw [slachtoffer] ( [geboortedag 2] -2007),zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
 geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van de onder 1 tot en met 5 genoemde voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
 hierbij gelden als voorwaarden dat verdachte:
- meewerkt aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een geldig identiteitsbewijs ter inzage aanbiedt om de identiteit vast te stellen;
- meewerkt aan reclasseringstoezicht, waaronder het meewerken aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos (voorzitter), mr. M.J. Ouweneel en mr. A.M.P.T. Blokhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.L. Tuitert, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 maart 2025.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummer ONRBC22432, gesloten op 26 mei 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden, p. 21 en 22.
3.Proces-verbaal forensisch onderzoek persoon, p. 86 en 89.
4.NFI rapport, p. 82.
5.NFI rapport, p. 40 en 41.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 48 t/m 53.
7.De verklaring van verdachte afgelegd tere terechtzitting van 27 februari 2025.