1.De inhoud van de tenlastelegging
Ten aanzien van parketnummer 05-287763-24
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 22 augustus 2024 tot en met 5 september 2024 te Velp, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd een hoeveelheid amfetamine en/of oxycodon, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of oxycodon zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst 1, danwel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2
hij op of omstreeks 6 september 2024 te Velp, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, een (grote) hoeveelheid XTC en/of Methylfenidaat HCI Xiromed 18 mg, te weten 3256,58 (vermoedelijk) gram XTC en/of 60 capsules Methylfenidaat HCI Xiromed 18 mg, in elk
geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende XTC en/of Methylfenidaat HCI Xiromed 18 mg, zijnde een middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, danwel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
3.
hij op of omstreeks 6 september 2024 te Velp, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk, zonder vergunning van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, (telkens) een of meer geneesmiddel(en) niet bedoeld voor onderzoek, te weten
- een hoeveelheid Cenforce-200, te weten 9 capsules, bevattende de werkzame stof sildenafil 200 mg en/of
- een hoeveelheid Ozempic 1 mg, te weten 1 capsule, bevattende de werkzame stof semaglutide 1 mg en/of
- een hoeveelheid Methylfenidaat HCI Xiromed 18 mg, te weten 60 capsules, bevattende de werkzame stof methylfenidaathydrochloride 18 mg en/of
- een hoeveelheid Pipamperon Sandoz 40 mg, te weten 140 capsules, bevattende de werkzame stof pipamperondihydrochioride 40 mg en/of
- een hoeveelheid Notriptyline Glenmark 25 mg, bevattende de werkzame stof notriptyline 25 mg en/of
- een hoeveelheid Instanyl, te weten 40 doses, bevattende de werkzame stof fentanyl 50 mg en/of
- een hoeveelheid Bromazepam HF 6 mg, te weten 600 capsules, bevattende de werkzame stof bromazepam 6 mg en/of
- een hoeveelheid Oxazepam 10 PCH, te weten 1.840 capsules, bevattende de werkzame stof oxazepam 10 mg en/of staat in de productbeoordeling
- een hoeveelheid Citalopram 20 PCH, te weten 1.970 capsules, bevattende de werkzame stof citalopram 20 mg, staat in de productbeoordeling
(telkens) heeft bereid en/of ingevoerd en/of in voorraad heeft gehad en/of te koop heeft aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of uitgevoerd en/of anderszins binnen of buiten het Nederlands grondgebied heeft gebracht, dan wel een groothandel daarin heeft gedreven.
4
hij op of omstreeks 6 september 2024 te Velp, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning geldt, te weten hoeveelheden van tabletten en/of capsules en/of ampullen
- Cenforce-200, bevattende de werkzame stof sildenafil 200 mg en/of
- Bromazepam HF 6 mg, bevattende de werkzame stof bromazepam 6 mg,
in voorraad heeft gehad en/of verkocht en/of afgeleverd en/of ter hand gesteld en/of ingevoerd.
5
hij in of omstreeks de periode van 28 augustus 2024 tot en met 2 september 2024 te Velp, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd een hoeveelheid Oxazepam 10 PCH, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Oxazepam 10 PCH, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, danwel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Ten aanzien van parketnummer 05-016470-24
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 22 augustus 2023 te Doesburg tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 1348,23 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
- ongeveer 11,65 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
- een hoeveelheid Methylfenidaat HCl Mylan, te weten 30 tabletten a 5 mg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methylfenidaat,
zijnde MDMA en/of metamfetamine en/of methylfenidaat (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op of omstreeks 22 augustus 2023 te Doesburg, althans in Nederland, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten het opzettelijk bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren
van MDMA en/of metamfetamine en/of methylfenidaat, in elk geval een middel als
bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet, voorwerpen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, te weten:
- één of meerdere telefoons (Iphones), en/of
- in totaal ongeveer 1348,23 gram MDMA en/of 11,65 gram metamfetamine en/of 30 tabletten Methylfenidaat HCl Mylan (5 mg), en/of
- één of meerdere weegschalen, en/of
- een bedrag van 228 euro, en/of
- verpakkingsmaterialen, te weten meerdere gripzakjes en/of enveloppen en/of een rol huishoudfolie;
3
hij op of omstreeks 22 augustus 2023 te Doesburg tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- een hoeveelheid Alprazolam Mylan, te weten 210 tabletten a 0,5 mg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende alprazolam, en/of
- een hoeveelheid Diazepam TEVA, te weten 360 tabletten a 2 mg, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende diazepam, en/of
- een hoeveelheid Zolpidemtartraat Sandoz, te weten 30 tabletten a 10 mg,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende zolpidemtartraat,
zijnde alprazolam en/of diazepam en/of zolpidemtartraat (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 augustus 2023 tot en met 22 augustus 2023 te Doesburg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, al dan niet (telkens) opzettelijk,
zonder vergunning van Onze Minister als bedoeld in artikel 1 sub a van de
Geneesmiddelenwet, (telkens) een of meerdere geneesmiddelen niet bedoeld voor
onderzoek, te weten:
- 210 tabletten Alprazolam Mylan, elk bevattende 0,5 mg van de werkzame stof alprazolam (volgnummer 7), en/of
- 360 tabletten Diazepam TEVA, elk bevattende 2 mg van de werkzame stof diazepam (volgnummer 9), en/of
- 50 tabletten Zopiclon Aurobindo, elk bevattende 7,5 mg van de werkzame stof zopiclon (volgnummer 13), en/of
- 30 tabletten Zolpidemtartraat Sandoz, elk bevattende 10 mg van de werkzame stof zolpidemtartraat (volgnummer 15), en/of
- 39 tabletten Quetiapine Accord, elk bevattende 200 mg van de werkzame stof
quetiapine (volgnummer 17), en/of
- 30 tabletten Methylfenidaat HCl Mylan, elk bevattende 5 mg van de werkzame stof
methylfenidaat (volgnummer 19),
(telkens) heeft bereid, heeft ingevoerd, in voorraad heeft gehad, te koop heeft aangeboden, heeft afgeleverd, heeft uitgevoerd, of anderszins binnen of buiten het Nederlands grondgebied heeft gebracht dan wel een groothandel daarin heeft gedreven.
Ten aanzien van parketnummer 05-235231-24
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 24 oktober 2023 te Arnhem opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 198,6 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Ten aanzien van parketnummer 05-361999-24
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 10 januari 2024 te Arnhem, op de weg, de Keurvorstlaan, als bestuurder een motorrijtuig (personenauto), van categorie B heeft bestuurd, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs zijn geldigheid had verloren en dat hij bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs moet voldoen aan de bij algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 123b, derde lid, gestelde voorwaarden, en aan hem geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Ten aanzien van parketnummer 05-287763-24
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen, met uitzondering van het medeplegen. De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht om verdachte daarvan vrij te spreken. De officier van justitie heeft ter zitting de bewijsmiddelen opgesomd en nader toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van feit 2 bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken van de tenlastegelegde Methylfenidaat HCI Xiromed, omdat dit niet is getest. Ten aanzien van feit 3 kan enkel het in voorraad hebben worden bewezen. Ten aanzien van feit 5 is onduidelijk welke medicatie in de verpakking zat, omdat dit niet is getest. Verdachte dient dan ook van dit feit te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
Naar aanleiding van een melding van het Team Criminele Inlichtingen dat [verdachte] op 5 september 2024 in café [café] iemand bedreigd zou hebben met een vuurwapen en hij dit vuurwapen bij zich draagt dan wel in zijn kamer boven het café bewaart, is de politie op 6 september 2024 de woning aan de [adres 2] in [plaats] binnengetreden waar onder het café is gevestigd. In de gezamenlijke keuken troffen verbalisanten verdachte aan. De uitbater van het café heeft de deur van de kamer geopend, welke kamer volgens hem van [verdachte] (de rechtbank begrijpt verdachte) is, en in deze kamer zagen verbalisanten meerdere verdovende middelen, medicamenten en gegevensdragers liggen.
De politie heeft een roze Apple iPhone 15 Plus onderzocht. Verdachte heeft over deze telefoon verklaard dat deze van hem is.In deze telefoon zijn onder andere de volgende berichten aangetroffen:
‘Datum en Tijd: 4-9-2024 15:05:44(UTC+2)
Contact: [contact 1]
Berichten:
Ontvangen door Ve: Kan je een paar gr speed fixen ? En wat kost het
Verzonden door VE: nee alleen per kilo speed
Ontvangen door Ve: Oke’
‘Datum en Tijd: 25-8-2024 21:47:49(UTC+2)
Contact: [contact 2]
Berichten:
Ontvangen door Ve: Heejjj ik had je net gesnapt voor die adhd medicijnen, 6 doosjes van 10mg en 3 van 5mg
Ontvangen door Ve: Heej zou je me ook nog even het adres willen sturen straks
Verzonden door VE: ja ik stuur je zo alles ben even druk
Ontvangen door Ve: Isgoed, Goeiemorgen lukt het vandaag wel?
Ontvangen door Ve: Wil je mij alsjeblieft ? 245,00 betalen voor 'Schoenen ' via
https://tikkie.me/pay/1r7mrnp67oehqleblmc4
Deze link is geldig t/m 17 september
Ontvangen door Ve: Dat s voor die oxy en adhd, Goeiemorgen wanneer zou je het kunnen
overmaken?’
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij handelde in medicijnen en dat hij daarbij gebruik maakte van de hulp van anderen. Anderen brachten in zijn opdracht de medicijnen naar de koper, omdat hij het zelf niet goed durfde vanwege zijn herkenbaarheid. Hij heeft dit een paar maanden gedaan. Ten aanzien van de drugs heeft verdachte verklaard dat hij degene die speed verkocht in contact bracht met degene die graag speed wilde hebben.
Op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging amfetamine (de werkzame stof in speed) en oxycodon heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd. Ten aanzien van de medicijnen heeft verdachte verklaard dat andere mensen voor hem de medicijnen afleverden en dat hij voor de speed als tussenpersoon fungeerde. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank de nauwe en bewuste samenwerking.
Feit 2
Op 6 september 2024 is de politie naar de [adres 2] in [plaats] gegaan naar aanleiding van een melding van het Team Criminele Inlichtingen. Om de woning te betreden hebben verbalisanten de uitbater van het café gevraagd de deur te openen met de sleutel. Ze hoorden de uitbater vragen of ze bij [verdachte] moesten zijn. Dit bevestigden de verbalisanten en hierop liep de uitbater mee naar de kamer rechts achterin de gang. Terwijl de uitbater zocht naar de sleutel, hoorden verbalisanten dat collega’s een persoon hadden aangetroffen in de gezamenlijke keuken van de appartementen. Dit bleek verdachte te zijn. De uitbater heeft de deur geopend. Met toestemming van de rechter-commissaris is besloten de woning te doorzoeken. Tijdens de doorzoeking werden diverse goederen in beslag genomen, zoals pillen, poeders en brokken verdovende middelen.
De uitbater vertelde de verbalisanten dat de kamer sinds enkele dagen bewoond werd door [verdachte] , ook wel bekend als ‘ [verdachte] ’. De uitbater vertelde dat alles wat in de woning lag van [verdachte] was.
De inbeslaggenomen pillen zijn onderzocht. Dit bleek in totaal 3.256,58 gram MDMA te zijn. Bezit van MDMA is echter niet ten laste gelegd, wel het aanwezig hebben van XTC. De tenlastegelegde XTC staat niet op lijst I van de Opiumwet. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het aanwezig hebben van XTC. De rechtbank zal verdachte eveneens vrijspreken van het aanwezig hebben van Methyfenidaat HCI Xiromed. Uit het dossier blijkt niet dat de aangetroffen capsules zijn getest. De rechtbank kan dan ook niet vaststellen dat verdachte dit middel aanwezig heeft gehad.
Feit 3 en feit 4
Ten aanzien van het in voorraad hebben van de geneesmiddelen zoals in de tenlastelegging is opgenomen, is er sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 15 t/m 16;
- de productbeoordeling, p. 149 t/m 157;
- de bevoegdheidsbeoordeling, p. 146 t/m 148;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 februari 2025.
De rechtbank stelt op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen vast dat het geneesmiddelen betroffen in de zin van de Geneesmiddelenwet. Uit jurisprudentie blijkt dat dit op twee manieren kan worden bepaald, namelijk geneesmiddelen ‘naar toediening’ en ‘naar aandiening’. Een product wordt onder andere geacht te zijn aangediend als hebbende therapeutische of profylactische eigenschappen wanneer het uitdrukkelijk als zodanig wordt aangeduid of aanbevolen op het etiket, in de bijsluiter of mondeling. De rechtbank is van oordeel dat daar in dit geval sprake van is, omdat op het etiket het soort geneesmiddel staat geschreven. Nu deze producten niet zijn getest en de rechtbank daarom niet kan vaststellen of deze producten daadwerkelijk de op de verpakking genoemde werkzame stof bevatten, is geen sprake van geneesmiddelen ‘naar toediening’. De rechtbank zal verdachte dan ook van dat onderdeel vrijspreken. De rechtbank acht wel het in voorraad hebben van de tenlastegelegde hoeveelheid geneesmiddelen wettig en overtuigend bewezen. Gelet op de bovengenoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank het medeplegen niet bewezen en zal verdachte daarvan vrijspreken.
De rechtbank is van oordeel dat met betrekking feit 3 en 4 ten dele sprake is van eendaadse samenloop, als bedoeld in het eerste lid van artikel 55 van het Wetboek van Strafrecht. De bewezenverklaarde gedragingen leveren, voor zover het om dezelfde geneesmiddelen gaat, in die mate een samenhangend, zich op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex op dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt, terwijl de strekking van de desbetreffende strafbepalingen slechts in beperkte mate uiteenloopt. Immers, feit 3 ziet op in voorraad hebben van geneesmiddelen die niet bedoeld zijn voor onderzoek zonder vergunning van de minister en dat feit 4 ziet op het in voorraad hebben van geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning geldt.
Feit 5
Op 6 september 2024 is de politie de woning aan de [adres 2] in [plaats] binnengetreden. In de gezamenlijke keuken troffen verbalisanten verdachte aan. De uitbater van het café heeft de deur van de kamer geopend, welke kamer volgens hem van [verdachte] (de rechtbank begrijpt verdachte) is, en in deze kamer zagen verbalisanten meerdere verdovende middelen, medicamenten en gegevensdragers liggen.
De politie heeft een roze Apple iPhone 15 Plus onderzocht. Verdachte heeft over deze telefoon verklaard dat deze van hem is.In deze telefoon zijn onder andere de volgende berichten aangetroffen:
‘Datum en Tijd: 2-9-2024 18:25:56(UTC+2)
Contact: [contact 3]
Berichten:
Ontvangen door Ve: Heey, Ik ben het mama van [naam 1] , Kan ik zo 2 oxa en 1 quetepine ophalen.
Verzonden door VE: heyyy, klopt, ja wel iets later en kan je ophalen ), ben even naar zutphen nu.
Ontvangen door Ve: [naam 1] rijd bij ede, Zeg maar hoelaat.
Verzonden door VE: ik bericht je zo rond hoe laat oke.
Ontvangen door Ve: Oki, Weet je al hoe laat, ???
Verzonden door VE: je kan nu komen als je wilt, ik moet wel over 15 min weg.
Ontvangen door Ve: Waar, Rijd ik nu weg, [adres 2] ?.
Verzonden door VE: ja
Ontvangen door Ve: Ben onderweg
Verzonden door VE: hoe lang ben je daar )
Ontvangen door Ve: Ik ben d'r bijna 6 min
Verzonden door VE: oke
Ontvangen door Ve: Ben er
Verzonden door VE: waar sta je, rijd eens tukje door, stukje recht door.’
‘Datum en Tijd: 28-8-2024 03:05:15(UTC+2)
Contact: [contact 4]
Berichten:
Verzonden door VE: oxyxodon 5MG ?75, oxazepam 10 MG ?35, yoo maat, die geld was niet gebracht he voor die doosjes
Ontvangen door Ve: Jaaa, K heb haar niet gezien op werk nog, Die doosjes nog dicht hier, Ze komt dinsdag weer, Had dr die dag eig moeten zien
Verzonden door VE: oke
Ontvangen door Ve: Je hoort me’
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij handelde in medicijnen. Hij heeft dit een paar maanden gedaan. Anderen brachten in zijn opdracht de medicijnen naar de koper, omdat hij het zelf niet goed durfde vanwege zijn herkenbaarheid.
Op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging oxazepam heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en vervoerd. Verdachte heeft verklaard dat andere mensen voor hem de medicijnen afleverden. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank de nauwe en bewuste samenwerking.
Ten aanzien van parketnummer 05-016470-24
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. De officier van justitie heeft ter zitting de bewijsmiddelen opgesomd en nader toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken van de tenlastegelegde Methylfenidaat HCI Mylan, omdat dit niet is getest. Daarnaast dient verdachte onder feit 3 en 4 te worden vrijgesproken van de Alprazolam, omdat hij dit zelf gebruikt. Dit geldt ook voor de Quetiapine onder feit 4. Ook dit medicijn gebruikt hij zelf.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1, feit 2 en feit 3
Op 22 augustus 2023 gingen verbalisanten naar de [adres 3] in Doesburg. Zij zagen twee dames het trappenhuis van het appartement verlaten. Eén van de dames hield een groene boodschappentas vast en liep naar de bijrijdersstoel van de auto. Beide dames namen plaats in het voertuig. Dit bleken [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] te zijn. Op verzoek van de verbalisanten zijn de twee dames uitgestapt. Eén van de verbalisanten heeft vervolgens in de groene boodschappentas gekeken en hierin zat een grote hoeveelheid, vermoedelijk medicatie en drugs.
De woning aan de [adres 3] in Doesburg is vervolgens doorzocht. Hier troffen verbalisanten in de woonkamer een doos met daarin een iPhone aan. Daarnaast lagen in de kast van de woonkamer gripzakjes, enveloppen, een grote rol huishoudfolie en vijf oudere iPhones. In de keuken lag een weegschaaltje.
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat [verdachte] aan haar vroeg om spullen uit zijn huis te halen. Ze moest alle spullen van de witte kleine tafel in de hoek en de schoenendozen die op de tafel stonden meenemen. [medeverdachte 2] heeft vervolgens de sleutel gekregen van [verdachte] en is met de boodschappentas naar boven gelopen en alles in de tas geschoven.[medeverdachte 2] heeft misschien drie of vier keer eerder geld opgehaald of medicijnen rondgebracht voor [verdachte] . [verdachte] vroeg haar wel eens wat voor hem te doen. [medeverdachte 2] heeft één of twee keer eerder samen met [medeverdachte 1] voor [verdachte] gewerkt.[medeverdachte 1] heeft verklaard dat ze op de betreffende dag naar de woning ging om medicijnen op te halen om rond te brengen. Dit heeft ze weleens eerder gedaan.
De aangetroffen verdovende middelen zijn onderzocht en dit bleek in totaal 1.348,23 gram MDMA te zijn en 11,65 gram metamfetamine.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zijn bijnaam [verdachte] is. Hij had aan [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] gevraagd of ze de spullen uit zijn woning wilden halen. Zijn woning was een
stash house. Zij brachten vaker medicijnen voor verdachte rond, omdat verdachte dat zelf niet goed durfde vanwege zijn herkenbaarheid. De drugs die zijn aangetroffen in zijn woning bewaarde hij voor iemand anders. Alle medicijnen, behalve de Quetiapine en de Alprazolam, waren voor de handel.
Op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank ten aanzien van het tenlastegelegde onder 1 wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 22 augustus 2023 11,65 gram metamfetamine en 1.348,23 gram MDMA opzettelijk aanwezig heeft gehad. Uit de verklaring van verdachte dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] de spullen voor hem uit de woning hebben gehaald, volgt naar het oordeel van de rechtbank de nauwe en bewuste samenwerking. De rechtbank acht het medeplegen dan ook wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het opzettelijk aanwezig hebben van 30 tabletten Methylfenidaat HCI Mylan. Uit het dossier blijkt namelijk niet dat de aangetroffen tabletten zijn getest, waardoor de rechtbank niet kan vaststellen dat verdachte een middel aanwezig heeft gehad dat is vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I of II. Dit geldt eveneens voor de onder feit 3 tenlastegelegde Alprazolam Mylan, Diazepam TEVA en Zolpidemtartraat Sandoz. Uit het dossier blijkt niet dat deze tabletten zijn getest, waardoor de rechtbank niet kan vaststellen of verdachte een middel aanwezig heeft gehad dat is vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I of II. De rechtbank zal verdachte hier dan ook van vrijspreken.
De rechtbank acht ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 22 augustus 2023 (door het voorhanden hebben van meerdere telefoons, 1.347,23 gram MDMA, 11,65 gram metamfetamine, een weegschaal en verpakkingsmaterialen waaronder gripzakjes) zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare voorbereidingshandelingen in de zin van artikel 10a van de Opiumwet. Bij dit feit gaat het om het voorhanden hebben van voornoemde voorwerpen en de wetenschap bij de verdachte dat die waren bestemd om een feit te plegen zoals bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet. Mede gelet op de verklaring van verdachte dat zijn huis als
stash housediende, is de rechtbank van oordeel dat verdachte wist waar voornoemde voorwerpen voor dienden. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het tenlastegelegde onderdeel € 228,-. Uit het dossier volgt dat dit geldbedrag is aangetroffen in de bh van [medeverdachte 2] . De rechtbank kan niet vaststellen dat verdachte op de hoogte was van dit geldbedrag. Gelet op hetgeen de rechtbank in de vorige alinea heeft geoordeeld, zal de rechtbank verdachte eveneens vrijspreken van de tenlastegelegde Methylfenidaat HCI Mylan.
Feit 4
Ten aanzien van in voorraad hebben van alle tenlastegelegde middelen, met uitzondering van de Alprazolam Mylan en Quetiapine, is er sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 49 en 50;
- het aanvullende procesdossier met daarin de bevoegdheidsbeoordelingen, p. 2 t/m 11 en productbeoordeling, p. 19 t/m 34;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , p. 170;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , p. 194;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 februari 2025.
De rechtbank stelt op grond van de bovengenoemde bewijsmiddelen vast dat het geneesmiddelen in de zin van de Geneesmiddelenwet betroffen. Uit jurisprudentie blijkt dat dit op twee manieren kan worden bepaald, namelijk geneesmiddelen ‘naar toediening’ en ‘naar aandiening’. Een product wordt onder andere geacht te zijn aangediend als hebbende therapeutische of profylactische eigenschappen wanneer het uitdrukkelijk als zodanig wordt aangeduid of aanbevolen op het etiket, in de bijsluiter of mondeling. De rechtbank is van oordeel dat daar in dit geval sprake van is, omdat op het etiket het soort geneesmiddel stond geschreven. Nu de producten niet zijn getest en de rechtbank daarom niet kan vaststellen of deze producten daadwerkelijk de op de verpakking genoemde werkzame stof bevatten, is geen sprake van geneesmiddelen ‘naar toediening’. De rechtbank zal verdachte van dat onderdeel dan ook vrijspreken. De rechtbank acht wel het in voorraad hebben van de tenlastegelegde hoeveelheid geneesmiddelen wettig en overtuigend bewezen. Gelet op de verklaringen in het dossier dat verdachte handelde in medicijnen en dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] deze voor verdachte rondbrachten is de rechtbank van oordeel dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking. De rechtbank acht dan ook het medeplegen van het in voorraad hebben wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van de Alprazolam en Quetiapine heeft verdachte verklaard dat hij deze medicijnen zelf slikt en dat de aangetroffen medicijnen van hemzelf waren. Er zijn aanwijzingen dat verdachte ook handelt in deze twee medicijnen, maar de rechtbank zal verdachte het voordeel van de twijfel geven en hem vrijspreken van het verboden in voorraad hebben van deze medicijnen.
Ten aanzien van parketnummer 05-235231-24
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen. De officier van justitie heeft ter zitting de bewijsmiddelen opgesomd en nader toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit omdat het dossier, los van de verklaring van [naam 2] , geen bewijs bevat dat de hennep aan verdachte toebehoort.
Beoordeling door de rechtbank
Op 24 oktober 2023 hebben verbalisanten een zilverkleurig voertuig gevolgd. Uiteindelijk parkeerde het voertuig in een parkeervak. Verbalisanten parkeerden hun auto daarachter. Ze zagen dat twee personen uit het voertuig stapten, één vanaf de bijrijderskant en één vanaf de achterbank. Eén van deze personen herkenden verbalisanten als zijnde [verdachte] . De twee personen liepen weg. Verbalisanten spraken de bestuurder aan en dit bleek [naam 2] te zijn. Verbalisanten roken dat er een sterke henneplucht uit het voertuig kwam en zij mochten van [naam 2] in het voertuig kijken. In de kofferbak lag een vuilniszak met hennepstukken en achter de bijrijdersstoel lag een tas met daarin henneptoppen.
[naam 2] heeft verklaard dat hij niks van de wiet afweet. Hij rook wel wiet toen hij in de auto stapte, maar één van de twee inzittenden had net een joint gerookt dus hij dacht er niets van. Verdachte heeft verklaard hij is opgehaald door [naam 2] . Hij wist niet dat er hennep in de auto lag. De hennepgeur kwam omdat de andere inzittenden van de auto een joint rookten.
Op basis van het dossier kan de rechtbank niet vaststellen dat verdachte zich in meer of mindere mate bewust is geweest en daarmee wetenschap heeft gehad over de aanwezigheid van de hennep. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van dit feit.
Ten aanzien van parketnummer 05-361999-24
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen. De officier van justitie heeft ter zitting de bewijsmiddelen opgesomd en nader toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Op 10 januari 2024 zagen verbalisanten verdachte als bestuurder in een personenauto met kenteken [kenteken] op de Keurvorstlaan in Arnhem rijden.Uit het uittreksel van het RDW blijkt dat het rijbewijs van verdachte vanaf 22 augustus 2023 ongeldig is verklaard. De strafmaatregel gold tot en met 10 oktober 2024.
Op 25 september 2023 is de mededeling dat het rijbewijs ongeldig is geworden in persoon aan verdachte betekend.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij dacht dat als hij het rijbewijs nog niet opstuurde, hij nog mocht rijden. Hij dacht er op die manier mee weg te komen.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een voertuig heeft bestuurd terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard.