ECLI:NL:RBGEL:2025:2578
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot betaling van vergoeding op grond van artikel 7:677 lid 2 BW afgewezen
In deze zaak heeft HANOS Doetinchem B.V. een verzoek ingediend bij de kantonrechter in Zutphen om een vergoeding te ontvangen op grond van artikel 7:677 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. Dit verzoek volgde op het ontslag op staande voet van de werknemer, [verweerder], op 20 november 2024. HANOS stelde dat [verweerder] een dringende reden had gegeven voor het ontslag en dat zij daarom recht had op de vergoeding. De procedure omvatte een mondelinge behandeling op 6 maart 2025, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.
De kantonrechter heeft in een andere zaak het ontslag op staande voet van [verweerder] vernietigd, wat betekent dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor de vergoeding zoals gesteld in artikel 7:677 lid 2 BW. Hierdoor werd het verzoek van HANOS afgewezen. De kantonrechter heeft tevens bepaald dat HANOS in het ongelijk is gesteld en veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan [verweerder]. De totale proceskosten zijn vastgesteld op € 662,00, inclusief het salaris van de gemachtigde en nakosten. De beschikking is op 3 april 2025 openbaar uitgesproken door mr. S.E. Sijsma.