Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
Er wordt aangegeven dat er sprake was van schimmelvorming op de kozijnen in de woning en vocht op de ramen.
Ten tijde van het onderzoek hebben wij geen verhoogde vochtwaardes gemeten in de woning en hebben wij geen schimmelvorming aangetroffen. Als er sprake is van vocht langs de kozijnen moeten wij verhoogde vochtwaardes meten onder het kozijn. Dit is niet het geval waardoor een lekkage van buiten is uitgesloten.
Bouwkundig hebben wij geen gebreken aan de gevel en kozijn waargenomen. Leiding technisch hebben wij ook geen gebreken in de woning aangetroffen.
Op de eerste verdieping is er sprake van enkelglas waar wij geen vocht op de ramen of schimmel op de kozijnen hebben waargenomen. Dit komt omdat de thermostaat op 18 graden staat waardoor de kans op vocht in de woning minimaal is.
Gezien het feit dat wij geen verhoogde vochtwaardes of vocht aan de binnenzijde van de ramen hebben waargenomen komen wij tot een conclusie dat de schimmelplekken en vocht aan de ramen veroorzaakt is door het stookgedrag van de oude bewoner(s).
De woning te verwarmen om zo schimmel en vocht tegen te gaan.
De luchtkwaliteit in de woning is goed.
De wanden van de woning zijn droog.
Er is geen sprake van optrekkend vocht vanuit de kelders of vanuit de kruipruimte.
Gezien de ligging van de woning t.o.v. NAP staan de fundering en de kelder niet in het grondwater
Er is geen schimmel aangetroffen.
Er is geen sprake van bouwkundige gebreken die de eigenaar zou moeten oplossen.
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
(…) Toen ik erin trok was het huis heel goed op orde. Ik heb op geen enkele manier last van vochtproblemen. Het klimaat in het huis is heel prettig. Ik heb geen enkele klacht over het huis. Integendeel.(…)