ECLI:NL:RBGEL:2025:2635

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 april 2025
Publicatiedatum
7 april 2025
Zaaknummer
05-092922-19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel met 9 maanden voor een jeugdige met complexe problematiek en recidiverisico

Op 1 april 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel) van een betrokkene, geboren in 2001 in Ethiopië. De rechtbank heeft de PIJ-maatregel met 9 maanden verlengd, na een eerdere verlenging van 8 maanden in juli 2024 en 18 maanden in januari 2023. De officier van justitie had op 15 januari 2025 de vordering tot verlenging ingediend, omdat de ontwikkeling van de betrokkene met vallen en opstaan verloopt en er behoefte is aan verdere begeleiding en kaders. Tijdens de zitting op 18 maart 2025 zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder medewerkers van Pluryn en de reclassering, die de noodzaak van verlenging onderstreepten. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van personen en de verdere ontwikkeling van de betrokkene de verlenging van de maatregel vereisen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een geestelijke stoornis en dat het recidiverisico zonder risicomanagement als matig tot hoog wordt ingeschat. De rechtbank heeft de termijn van de PIJ-maatregel verlengd tot 2 december 2025, met een onvoorwaardelijke einddatum op 2 december 2026, mits er geen nieuwe situaties optreden die de termijn tijdelijk zouden kunnen stopzetten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05-092922-19
Datum uitspraak : 1 april 2025
Beslissing op de vordering tot verlenging plaatsing inrichting voor jeugdigen van de meervoudige kamer voor jeugdstrafzaken (ex artikel 6:2:22 jo 6:6:31 Wetboek van Strafvordering)
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedag] 2001 te [geboorteplaats] (Ethiopië),
inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen:
[adres] , [postcode] in [woonplaats] .
Raadsvrouw mr. M.G.M. Frerix.

De procedure

De meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bij
arrest van 12 januari 2021 aan betrokkene de maatregel van plaatsing in een inrichting voor
jeugdigen (hierna: de PIJ-maatregel) opgelegd. Betrokkene is bij dit arrest veroordeeld voor
een diefstal met geweld en bedreiging met geweld, een diefstal in vereniging, een diefstal in vereniging met valse sleutels en een vernieling.
De termijn van de maatregel is ingegaan op 27 januari 2021.
Bij beschikking van deze rechtbank van 24 januari 2023 is de PIJ-maatregel verlengd voor
de duur van 18 maanden. Bij beschikking van deze rechtbank van 23 juli 2024 is de PIJ-maatregel opnieuw verlengd, ditmaal voor de duur van 8 maanden.
De officier van justitie heeft op 15 januari 2025 de vordering ingediend tot verlenging van de PIJ-maatregel met 9 maanden.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van de processtukken, waaronder:
- het verlengingsadvies van Pluryn (JJI Lelystad) van 14 januari 2025;
- de Pro Justitia Rapportage van 22 december 2024;
- een afschrift van de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene.
Tijdens de zitting van 18 maart 2025 zijn gehoord:
- betrokkene;
- zijn raadsvrouw;
- de deskundige, mevrouw J. Wubs, Pluryn JJI Lelystad;
- de deskundige, mevrouw C.B.J. van Leeuwen, Reclassering Nederland;
- de officier van justitie.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft de vordering toegelicht en deze gehandhaafd. Er is een goed plan opgesteld voor betrokkene. De ontwikkeling van betrokkene gaat met vallen en opstaan. Het is nu aan betrokkene om het nieuwe plan te laten slagen. Een verlenging van negen maanden is daarbij nodig.

Het standpunt van betrokkene

Betrokkene heeft aangegeven dat hij een verlenging van negen maanden erg lang vindt. Hij begrijpt echter dat een verlenging is gevorderd, omdat hij niet altijd handige keuzes heeft gemaakt. Betrokkene is aangenomen bij een woonplek in [plaats] . Het plan voor zijn Scholings en Trainingsprogramma (STP) is goedgekeurd. Het wachten is nu op toestemming hiervoor van de DIZ (Divisie Individuele Zaken). Het is voor betrokkene moeilijk om zijn dagen in de Justitiële Jeugdinrichting (JJI) te vullen. Hij heeft weinig te doen. Het valt te betreuren dat er in het nieuwe plan niet wordt ingezet op betaald werk. Financiële zekerheid is voor betrokkene belangrijk. Namens betrokkene is verzocht om de PIJ-maatregel te verlengen met zes maanden, zodat betrokkene perspectief kan behouden.

Het advies van Pluryn JJI Lelystad

Uit het PIJ-verlengingsadvies van 14 januari 2025 komt, zakelijk weergegeven, het
volgende naar voren.
Geadviseerd wordt om de PIJ-maatregel te verlengen met een termijn van negen maanden, in tegenstelling tot het eerdere advies van 23 september 2024 om de maatregel te verlengen met drie maanden. Sinds de laatste verlengingszitting van 9 juli 2024 hebben zich een aantal incidenten voorgedaan (waaronder onttrekkingen op 26 september 2024 en 7 november 2024, het aantreffen van contrabande, het weigeren/saboteren van urinecontroles en een time-out vanwege een escalatie tussen betrokkene en een groepsgenoot), waardoor de uitstroom middels een STP is gestagneerd.
Na de onttrekking op 26 september 2024 hebben de betrokken ketenpartners het beoogde risicomanagement onvoldoende bevonden. Er diende een andere vervolgplek gevonden te worden, omdat op de beoogde vervolgplek geen 24-uurs begeleiding aanwezig was. Het STP kon daarom nog niet starten.
Betrokkene is gediagnosticeerd met een ander gespecificeerde neurobiologische
ontwikkelingsstoornis (een sterk disharmonisch intelligentieprofiel ten nadele van perceptuele taken), een ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale
trekken (voortkomend uit hechtingsproblematiek en gekenmerkt door een beperkt empathisch vermogen en een zich niet houden aan voorschriften en adviezen). De antisociale kenmerken bestaan uit liegen, impulsiviteit, spanning zoeken en onvoldoende inleving in de schade die hij anderen heeft aangedaan. Ook is betrokkene gediagnosticeerd met een stoornis in het gebruik van cannabis, in een gereguleerde omgeving
gedeeltelijk in remissie. Bij stress is betrokkene geneigd om een vermijdende coping te hanteren, waarbij hij gevoelens dempt door drugsgebruik. Wegens de eisen van de JJI is er sprake van extrinsieke motivatie voor het stoppen met blowen. Zodra de kaders vrijer worden is betrokkene voornemens om weer softdrugs (hasj) te gaan gebruiken.
Verder is betrokkene geneigd gebeurtenissen te externaliseren en bagatelliseren, waarbij hij het doet lijken alsof de dingen hem overkomen. De leerbaarheid van betrokkene wordt bemoeilijkt doordat hij verworven vaardigheden nauwelijks kan toepassen in andere vergelijkbare situaties. Hij is geneigd tot zelfoverschatting.
Het recidiverisico, voortkomend uit de (voornamelijk chronische) complexe problematiek van betrokkene, wordt binnen de huidige kaders als matig ingeschat. Het recidiverisico wordt, zonder risicomanagement en de huidige kaders, ingeschat als matig tot hoog. Gezien de chronische aard van de problematiek blijven op de lange termijn kaders en begeleiding noodzakelijk om betrokkene te ondersteunen in het maken van passende keuzes.
Komende periode zal getracht worden de verlofgang op nieuw vorm te geven met een
passende opbouw. Hierbij zal de nadruk komen te liggen op verloven ten behoeve van
dagbesteding in de buurt van de JJI en minder op sociaal verlof of de inzet van betaald werk.
Met opnieuw positieve stappen kan het verlof verder uitgebreid worden om zo ook weer
concreet toe te werken naar een STP, ditmaal bij een meer beschermde woonvorm met 24-uurstoezicht op de woonplek, aanvullend met inzet van ambulante behandeling en/of buddycoach. De start van het STP is afhankelijk van de voortgang van betrokkene en de beschikbaarheid van een nieuwe passende vervolgplek. Om de uitstroom middels een STP te realiseren is een verlenging van in ieder geval negen maanden noodzakelijk.

De toelichting van de deskundigen tijdens de zitting

Mevrouw Wubs heeft naar voren gebracht dat het voor betrokkene niet langer wenselijk is om in de JJI te verblijven. Met beschermd wonen en de nadruk op dagbesteding kan in kleine stappen worden toegewerkt naar resocialisatie. Er is inmiddels een beschermde woonplek gevonden bij [verblijfplaats] in [plaats] . Het gaat om een kleinschalige woonvorm waarbij wonen, werken en behandeling plaatsvinden op hetzelfde terrein. De verlofgang is inmiddels hervat. Betrokkene is begonnen bij De Buitenloods (dagbesteding) voor één dag in de week. Hij mag daarnaast nog één dag in de week vrijwilligerswerk doen. Als het goed gaat met betrokkene kan hij in de toekomst zoeken naar betaald werk. In de tussentijd worden de mogelijkheden voor een uitkering onderzocht. De omgang met ouders is weer hervat. Omdat betrokkene impulsief kan zijn in het maken van keuzes, wordt hij gebracht naar en gehaald van afspraken. Betrokkene volgt uit eigen beweging gestalttherapie. De behandelaar van betrokkene is positief over hem. Betrokkene vindt het spannend om stappen te zetten en gaat in de fout omdat hij niet kan en/of durft te vertrouwen op een goed verloop van zijn ontwikkeling. Het middelengebruik van betrokkene blijft zorgelijk. Er hebben zich nog enkele incidenten met betrekking tot middelengebruik voorgedaan. Bij het eerste sociale verlof en bij het eerste bezoek aan De Buitenloods is bij betrokkene hasj aangetroffen. Na een onbegeleid bezoek aan de kerk is betrokkene onder invloed teruggekomen. Op de nieuwe woonplek is het niet toegestaan om (hard- of soft)drugs te gebruiken. Het is niet ondenkbaar dat betrokkene een keer met een time-out terug zal moeten naar de JJI, maar de JJI zal langzaamaan naar de achtergrond verdwijnen. Een buddycoach is niet (langer) passend, omdat er bij [verblijfplaats] , met ITB en de reclassering al voldoende begeleiding is voor betrokkene.
Mevrouw Van Leeuwen heeft naar voren gebracht dat de risico’s zo veel mogelijk worden weggenomen met beschermd wonen en eventueel Elektronische Monitoring. Het is echter onmogelijk om alle bijkomende spanningen weg te nemen. De doorstroom bij [verblijfplaats] is snel. Er vallen met regelmaat plekken open. Een lange termijn voor het STP is noodzakelijk. Betrokkene wil na [verblijfplaats] naar Zwolle.

De beoordeling door de rechtbank

Voor een verlenging van de PIJ-maatregel is vereist dat:
  • de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen;
  • de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de maatregel eist;
  • de verlenging van de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van betrokkene.
Op basis van het verlengingsadvies en de toelichting van de deskundigen ter zitting is de rechtbank van oordeel dat aan de vereisten is voldaan en dat verlenging van de PIJ-maatregel is geïndiceerd.
De maatregel is opgelegd wegens (onder andere) misdrijven zoals hiervoor benoemd.
Daarnaast was bij betrokkene ten tijde van de bewezenverklaarde feiten sprake van een
stoornis van de geestvermogens. De rechtbank stelt vast dat deze stoornis nog aanwezig is.
Het recidiverisico wordt zonder risicomanagement als matig tot hoog ingeschat. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van personen of goederen de verlenging van de maatregel eist. Het recidiverisico kan worden beperkt in een beschermd wonensetting met 24-uurs toezicht. Er komt binnen afzienbare tijd een plek vrij bij [verblijfplaats] , maar het is nog enigszins onduidelijk wanneer dat precies zal zijn. Het is verder in het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling noodzakelijk dat betrokkene in kleine stappen kan toewerken naar resocialisatie. Ook op de lange termijn zijn kaders en begeleiding nodig om betrokkene daarbij te ondersteunen. Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat de PIJ-maatregel conform het verlengingsadvies moet worden verlengd met een termijn van 9 (negen) maanden.
Op grond van artikel 6:6:31, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering moet de rechtbank in de beslissing tot verlenging van de maatregel aangeven wanneer de maatregel (na verlenging) onvoorwaardelijk eindigt. De maatregel begon op 27 januari 2021 en eindigt na eerdere verlengingen bij beschikking van 24 januari 2023 met 18 maanden en bij beschikking van 23 juli 2024 met 8 maanden zonder verlenging voorwaardelijk op 7 maart 2025. De rechtbank verlengt de maatregel nu met 9 maanden. Als de maatregel daarna niet opnieuw wordt verlengd en zich geen situaties voordoen waardoor de termijn van de maatregel tijdelijk wordt stopgezet (bijvoorbeeld weglopen), eindigt de maatregel voorwaardelijk op 2 december 2025 en onvoorwaardelijk op 2 december 2026.
De rechtbank merkt op dat zij bij de berekening van deze data heeft aangesloten bij artikel 88 van het Wetboek van Strafrecht, waaruit volgt dat onder een maand wordt verstaan 30 dagen en dat zij zich bij die berekening heeft gebaseerd op de stukken die zich nu in het dossier bevinden.
[Verlenging pij  eisen:
-
artikel 77t lid 3: maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meerder personen;
-
artikel 77t lid 3 jo 77s lid 1 onder b en c

onder b: de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eist

onder c: de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte
Artikel 77t lid 2: verlenging kan voor maximaal 4 jaar, echter maximaal 6 jaar mogelijk als de maatregel is opgelegd aan een verdachte als bedoeld in artikel 77s lid 3 2e volzin:
Indien bij de verdachte tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond.]
De rechtbank neemt bij haar beslissing de desbetreffende wetsartikelen in aanmerking.

De beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van
[betrokkene], voornoemd, voor een periode van
9 (negen) maanden.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.G.J. Post, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. M. Rietveld en mr. E.J. Davids, als kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Damen, griffier, en uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 april 2025.