Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
(telkens) opzettelijk een of meerdere minderjarige(n), te weten:
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2008 en/of
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 3] 2007
heeft onttrokken aan het wettig over hem/hen gesteld gezag en/of aan het opzicht van degene die dit desbevoegd over hem/hen uitoefende.
3.De bewezenverklaring
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 6 november 2023 tot en met 13 april 2024
te Apeldoorn, althansin Nederland, en
/of te Lazise, althans inItalië,
althans in Europa,(telkens
)opzettelijk
een ofmeerdere minderjarige
(n
), te weten:
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2008 en
/of- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 3] 2007
heeft onttrokken aan het wettig over
hem/hen gesteld gezag en
/ofaan het opzicht van degene die dit desbevoegd over
hem/hen uitoefende.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van de straf
- meldplicht bij de reclassering;
- ambulante behandeling;
- begeleid wonen of maatschappelijke opvang.
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
- verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 86 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [aangever] van € 300,- aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 mei 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [aangever] , een bedrag te betalen van € 300,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 mei 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 6 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.