Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
gehad;
bewusttegen het hoofd van aangever getrapt.
- proces-verbaal van aangifte, p. 7 en 8;
- proces-verbaal van het aanvullend verhoor van aangever, p. 12;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 april 2025.
- proces-verbaal van bevindingen, p. 47 en 48;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 april 2025.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks10 augustus 2024 te Empe, gemeente Brummen tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en
/ofzijn mededader
(s)voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
heeft/hebben verdachte en
/ofzijn mededader die [slachtoffer] (met kracht) naar de grond getrokken en/of op de grond gegooid en
/of (vervolgens
)die [slachtoffer]
een ofmeerdere malen
(met kracht
)tegen het hoofd en
/ofhet (boven)lichaam geschopt en/of getrapt en
/oftegen het hoofd gestompt en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeks10 augustus 2024 te Empe, gemeente Brummen een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een mes (Tactical Force) zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/of de omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen heeft gedragen.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
- het uittreksel Justitiële Documentatie van 10 maart 2025 (het strafblad),
- het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 12 maart 2025,
- het Pro Justitia rapport door mw. M. Dubbelaar, GZ-psycholoog d.d. 8 november 2024.
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De beoordeling van het beslag
10.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 05-037645-24)
11.De toegepaste wettelijke bepalingen
12.De beslissing
een werkstraf van 80 uur,met bevel dat als deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 40 dagen;
een gedeelte van deze taakstraf, te weten
40 uur niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van twee jaarniet heeft gehouden aan de hierna te melden voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
een leerstraf van 35 uurin de vorm van
Tools 4 Ugericht op risicovol middelengebruik, met bevel dat als deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 17 dagen;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 157,51 aan materiële schade en € 1.000,00 aan smartengeld,
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 1.157,51 aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 augustus 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 0 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;