Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[verweerster 2],
1.De procedure
- de verwijzingsbeschikking van 30 oktober 2024 van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad;
- de verwijzingsbeschikking van 31 oktober 2024 van de rechtbank Gelderland, locatie Zutphen;
- de oproepbrieven van 24 december 2024;
- het e-mailbericht van 29 januari 2025 van mr. Horsting , met productie 5 (het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 december 2024, met zaaknummer 200.347.590/01);
- het e-mailbericht van 3 februari 2025 van [advocaat] te Leeuwarden, waarin hij de rechtbank bericht dat [belanghebbende 4] en [belanghebbende 5] , toevoeging rechtbank] niet aanwezig zal zijn bij de mondelinge behandeling en geen bezwaar heeft tegen het verzoek van Kievhorst [Properties en Kievhorst Real Estate, toevoeging rechtbank];
- de mondelinge behandeling van 3 februari 2025, waar zijn verschenen:
- mr. Aartsen namens verzoeksters;
- mr. Horsting namens verweersters;
- de spreekaantekeningen van mr. Aartsen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Toetsingskader
fishing expeditionte voorkomen. De rechtbank is echter van oordeel dat verweersters geen concrete aanknopingspunten hebben gegeven om te kunnen aannemen dat de verzochte getuigenverhoren (mogelijk) een fishing expedition zijn. Het feitelijk gebeuren waarover verzoeksters getuigen willen doen horen is voldoende duidelijk door hen omschreven (zie ook de rov. 3.1 en 3.2 van de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland).