Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
inop of omstreeksde periode 30 oktober 2024 tot en met 31 oktober 2024
te gemeente [plaats 1] en/of [plaats 2] althansin Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen, (telkens
)ter uitvoering van het door verdachte en
/ofzijn mededader
(s
)voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander
(telkens
)het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse hoedanigheid en
/ofdoor listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
/of
het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens,te weten: het afgeven van kostbare spullen, betaalmiddelen en/of contante geldbedragen, waarbij verdachte en
/ofzijn mededaders
/ofinbrekerswerktuigen bij zich hadden en een notitie
(boekje
)met daarin de adresgegevens van
/of
of omstreeks30 oktober 2024 te gemeente [plaats 3] ,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse
/ofdoor listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels [slachtoffer 12] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed
, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het tenietdoen
of omstreeks 30oktober 2024 te gemeente [plaats 3]
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen
, althans alleen,meerdere geldbedragen
(met een totale waarde van 690 euro
), in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [slachtoffer 12]
, in elk geval aan een ander,toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte,
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik
een ofmeerdere bankpassen
en/of bijbehorende pincode/s)tot het gebruik waartoe hij, verdachte, niet gerechtigd was,
(een)geldbedrag
(en
) (contactloos)te pinnen, ten gevolge waarvan genoemde geldbedrag
(en
)
(en
)afgeschreven.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De beoordeling van het beslag
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- de veroordeelde zich gedurende de proeftijd meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering bepaalt op welke dagen en tijdstippen deze afspraken zijn. Voor de eerste afspraak meldt de veroordeelde zich binnen 3 dagen nadat de proeftijd is ingegaan bij Reclassering Nederland op het adres Zwarte Woud 2, 3524 SJ in Utrecht;
- de veroordeelde actief deelneemt aan de gedragsinterventie CoVa of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- de veroordeelde zich gedurende de proeftijd laat behandelen door een zorgverlener, te bepalen door de reclassering, zolang de reclassering de behandeling nodig vindt. De zorgverlener bepaalt de wijze van behandeling;
- de veroordeelde gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zoekt of heeft met:
- de veroordeelde een opleiding Ondernemer handel of een andere opleiding volgt bij het ROC [plaats 4] of bij een soortgelijke instelling;
- de veroordeelde zich inspant voor het vinden en behouden van (on)betaald werk, met een vaste structuur;
240 (tweehonderdveertig)uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig)dagen;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 12] , een bedrag te betalen van € 690,- aan materiële schade. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 13 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;