ECLI:NL:RBGEL:2025:3167

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 april 2025
Publicatiedatum
24 april 2025
Zaaknummer
05/24757924
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het opzettelijk niet opvolgen van een dienstvoorschrift in de zin van artikel 135 en 136 Wetboek van Militair Strafrecht met gemeen gevaar voor personen en goederen

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 7 april 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als militair werd beschuldigd van het opzettelijk niet opvolgen van een dienstvoorschrift, wat leidde tot gemeen gevaar voor personen en goederen. De verdachte, geboren in 2001, overtrad het dienstvoorschrift VS 7-511 met betrekking tot de Glock 17, door een halfgeladen wapen zonder de vereiste veiligheidsmaatregelen aan een collega over te dragen. Dit gebeurde op 15 juni 2024 in Irak, waar de verdachte op dat moment op een militaire basis was. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van de veiligheidsregels, maar desondanks nalatig handelde door het wapen niet te ontladen en niet met de slede in de achterste stand aan te bieden. Hierdoor werd een ongewild schot gelost door de collega, wat levensgevaar en gemeen gevaar voor andere aanwezigen met zich meebracht. De militaire kamer oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde, aangezien hij wist dat het wapen halfgeladen was en dat hij de veiligheidsmaatregelen moest volgen. De rechtbank legde een geldboete van 750 euro op, rekening houdend met de ernst van de overtreding en de omstandigheden van de verdachte, die een blanco strafblad had. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van veiligheidsvoorschriften binnen de militaire context, vooral gezien de risico's die verbonden zijn aan het omgaan met vuurwapens.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/24757924
Datum uitspraak : 7 april 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2001 in [geboorteplaats] ,
wonende aan het [adres] , [postcode] [woonplaats] .
Raadsman: mr. R.G. van der Laan, die waarneemt voor mr. S.M. Diekstra, advocaat in Leiden.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen
van 17 maart 2025 en 7 april 2025.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij als militair, op of omstreeks 15 juni 2024, te of nabij Bagdad, in elk geval in Irak, opzettelijk, althans in ernstige mate nalatig, het dienstvoorschrift VS 7-511 (pistool Glock 17 JB druk 3), onder Veiligheidsregels, onder 3 ‘Algemene veiligheidsregels’ (onder andere) is voorgeschreven dat:
- Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft, op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd
- Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen het wapen behandeld dient te worden alsof het geladen is omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is
- Een over te dragen wapen moet in ontladen toestand met de slede in achterste stand worden aangeboden
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij, verdachte, toen aldaar, in de legeringskamer in [gebouw] op [militaire basis] , terwijl verdachte wist dat zijn dienstwapen halfgeladen was,
opzettelijk, althans in ernstige mate nalatig zijn (halfgeladen) dienstwapen (pistool Glock 17 met wapennummer [wapennummer] ) zonder noodzaak aan zijn collega [collega 1] heeft overgedragen, zonder dat verdachte (eerst) de veiligheidsmaatregelen had genomen en/of zonder dat verdachte het wapen eerst had ontladen en/of met de slede in de achterste stand aan die [collega 1] heeft aangeboden, waarna door die [collega 1] na ontvangst van het dienstwapen (vervolgens) een ongewild/ongecontroleerd schot werd gelost, althans uit dat dienstwapen een schot werd gelost,
terwijl daarvan/daardoor levensgevaar voor (een) ander(en) te weten (ricochetgevaar voor) de zich in de directe nabijheid van het schot bevindende [collega 1] en/of gemeen gevaar voor personen te weten die [collega 1] en/of overige zich in de directe nabijheid van die [verdachte] bevindende personen te weten [collega 2] en/of [collega 3] en/of [collega 4] en/of (tijdelijke) gehoorschade voor zich in die legeringskamer en de directe nabijheid van die [verdachte] bevindende [collega 1] en/of [collega 2] en/of [collega 3] en/of [collega 4] en/of gemeen gevaar voor goederen te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende betonnen
muur en/of Colt C8 en/of koelkast en/of kast en/of overige in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende goederen,
is ontstaan, althans te duchten is geweest.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het impliciet primair tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het impliciet primair tenlastegelegde opzettelijk overtreden van het dienstvoorschrift. Ten aanzien van het impliciet subsidiair tenlastegelegde heeft de raadsman geen bewijsverweer gevoerd.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer overweegt dat de tenlastelegging is toegesneden op de militaire delicten van artikel 136 en artikel 137 van het Wetboek van Militair Strafrecht. Deze militaire delicten komen, kort weergegeven, neer op het niet-opvolgen van een dienstvoorschrift als bedoeld in artikel 135 van het Wetboek van Militair Strafrecht.
Dienstvoorschrift
In het dienstvoorschrift VS 7-511 Pistool Glock 17 JB derde druk (hierna: het dienstvoorschrift), zoals dit ook van kracht was op 15 juni 2024, is in hoofdstuk 3 bij de algemene veiligheidsregels het volgende – voor zover relevant – opgenomen:

3. Algemene veiligheidsregels

  • Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft, moet op de hoogte zijn van de veiligheidsregels en er op toezien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd.
  • Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen, moet het wapen behandeld worden alsof het geladen is, omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is.
  • Een over te dragen wapen moet in ontladen toestand met de slede in achterste stand worden aangeboden. [2]
Verdachte heeft verklaard dat hij op de hoogte is van het dienstvoorschrift. [3] Ook blijkt uit het dossier dat verdachte is opgeleid voor de Glock 17. [4]
Feiten en omstandigheden
Verdachte was op 15 juni 2024 in Bagdad in Irak op de militaire basis [militaire basis] in de legeringskamer van [gebouw] . [5] Zijn collega [collega 1] (hierna: [collega 1] ) vroeg aan verdachte in de legeringskamer of hij zijn Glock vast mocht houden, omdat verdachte nieuwe griptape had aangebracht en [collega 1] wilde voelen of het fijn griptape was. [collega 1] heeft aangericht op de muur, de slede naar achteren gehaald en afgedrukt. Hierdoor heeft [collega 1] een ongewild schot gelost [6] Toen de verbalisanten ter plaatse kwamen, zagen zij in de muur aan de linkerzijde van de ruimte tussen twee stapelbedden een beschadiging op een hoogte van circa honderdtien centimeter, die zij omschrijven als een inslag van een kogelpunt. Nadat zij een aantal uitrustingsstukken verplaatst hadden, zagen zij, onder deze beschadiging in de muur, een afgeschoten kogelpunt op de grond liggen. Zij zagen dat de kogelpunt hoogstwaarschijnlijk was afgeschoten aangezien deze vervormd was door de mogelijke inslag op de muur. [7] Op het moment van het lossen van het schot waren er meerdere collega’s aanwezig in de legeringskamer, namelijk [collega 1] , [collega 2] , [collega 3] en [collega 4] . [8] Medeverdachte [collega 1] heeft verklaard dat hij bewust op de muur heeft aangericht, omdat hij zeker wist dat daar niemand achter stond. [9] De Glock 17 met het wapennummer [wapennummer] is onderzocht en was technisch in orde. [10]
Half geladen
[naam 1] is als compagniecommandant verhoord en hij heeft verklaard dat er geen wapenhandelingen mogen worden uitgevoerd op de legeringskamer, maar dat dit alleen mag worden gedaan in een daarvoor bestemd ontlaadpunt. Daarnaast heeft hij verklaard dat volgens de Baseorder op de basis een ieder zijn wapen half geladen bij zich moet dragen. [11] [naam 2] is de pelotonscommandant en heeft in zijn getuigenverhoor ook verklaard dat iedereen zijn wapen half geladen bij zich moet dragen op de basis. [12] Verdachte heeft verklaard dat hij ervan op de hoogte was dat op het kamp de Glock half geladen dient te worden gedragen. [13]
Overtreden dienstvoorschrift
Gelet op het voorgaande oordeelt de militaire kamer dat verdachte zonder noodzaak het wapen aan [collega 1] heeft overdragen. Verdachte heeft daarbij niet de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen genomen, want hij heeft het wapen niet ontladen en niet met de slede in de achterste stand aan [collega 1] aangeboden.
Opzet
Verdachte heeft verklaard dat hij het dienstvoorschrift niet heeft opgevolgd, omdat hij aannam dat [collega 1] zich ervan bewust was dat het wapen half geladen was. Verder wist verdachte dat hij geen wapenhandelingen mocht verrichten in de legeringskamer. [14] De militaire kamer leidt uit deze verklaring af dat verdachte opzet heeft gehad op het overtreden van het dienstvoorschrift. Verdachte heeft er namelijk – hoewel hij wist dat het wapen in ontladen toestand met de slede in achterste stand moest worden aangeboden – voor gekozen om dit niet te doen. Verdachte heeft door zo te handelen opzettelijk het dienstvoorschrift overtreden. Gelet hierop komt de militaire kamer tot een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘opzettelijk’, in de vorm van vol opzet.
Levensgevaar en gemeen gevaar voor goederen en/of personen
Verdachte bevond zich tijdens het lossen van het schot in de legeringskamer. De militaire kamer overweegt dat er op dat moment meerdere personen in deze ruimte aanwezig waren, te weten [collega 1] , [collega 2] , [collega 3] en [collega 4] . De militaire kamer acht niet bewezen dat sprake is van levensgevaar. [collega 1] heeft het wapen bewust op de muur afgedrukt en daar stonden geen mensen voor en achter. Door het schot heeft verdachte gehoorschade opgelopen, namelijk tinnitus. [15] Door het schot is de muur beschadigd. [16] De andere aanwezigen hadden ook gehoorschade kunnen oplopen. Daarnaast had de kogel kunnen ricocheren naar de overige aanwezige personen of de goederen die zich in de ruimte bevonden, namelijk de betonnen muur en andere goederen. De militaire kamer komt derhalve tot de conclusie dat er sprake was van gemeen gevaar voor personen en goederen. Verdachte heeft aan [collega 1] zonder noodzaak een half geladen wapen overgedragen. Gelet op het feit dat verdachte wist dat [collega 1] wilde testen hoe de grip zou zijn, had verdachte door daarbij niet met zoveel woorden te vermelden dat het wapen half geladen was en hij de controle over het wapen aan [collega 1] heeft overgedragen, er rekening mee moeten houden dat [collega 1] mogelijk handelingen met het wapen zou kunnen uitvoeren, waaronder het overhalen van de trekker, waartoe [collega 1] het wapen ook eerst zou moeten spannen. Indien verdachte zich aan de voorschriften had gehouden, was er geen schot gelost. Dat [collega 1] ook de fout heeft gemaakt door net als verdachte na te laten de veiligheidsmaatregelen te nemen, leidt niet tot de conclusie dat het uiteindelijke gevaar redelijkerwijs niet aan verdachte kan worden toegerekend.
Gelet op het voorgaande acht de militaire kamer het onder impliciet primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het impliciet primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij als militair, op
of omstreeks15 juni 2024, te
of nabijBagdad,
in elk gevalin Irak, opzettelijk,
althans in ernstige mate nalatig,het dienstvoorschrift VS 7-511
(pistool Glock 17 JB druk 3
), onder Veiligheidsregels, onder 3 ‘Algemene veiligheidsregels’
(onder andere
)is voorgeschreven dat:
- Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft, op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd
- Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen het wapen behandeld dient te worden alsof het geladen is omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is
- Een over te dragen wapen moet in ontladen toestand met de slede in achterste stand worden aangeboden
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij, verdachte, toen aldaar, in de legeringskamer in [gebouw] op [militaire basis] , terwijl verdachte wist dat zijn dienstwapen half geladen was, opzettelijk,
althans in ernstige mate nalatigzijn
(half geladen
)dienstwapen
(pistool Glock 17 met wapennummer [wapennummer]
)zonder noodzaak aan zijn collega [collega 1] heeft overgedragen, zonder dat verdachte
(eerst
)de veiligheidsmaatregelen had genomen en
/ofzonder dat verdachte het wapen eerst had ontladen en
/ofmet de slede in de achterste stand aan die [collega 1] heeft aangeboden, waarna door die [collega 1] na ontvangst van het dienstwapen
(vervolgens
)een ongewild
/ongecontroleerdschot werd gelost,
althans uit dat dienstwapen een schot werd gelost,
terwijl
daarvan/daardoor
levensgevaar voor (een) ander(en) te weten (ricochetgevaar voor) de zich in de directe nabijheid van het schot bevindende [collega 1] en/ofgemeen gevaar voor personen te weten die [collega 1] en
/ofoverige zich in de directe nabijheid van die [verdachte] bevindende personen te weten [collega 2] en
/of[collega 3] en
/of [collega 4] en
/of(tijdelijke) gehoorschade voor zich in die legeringskamer en de directe nabijheid van die [verdachte] bevindende [collega 1] en
/of[collega 2] en
/of[collega 3] en
/of[collega 4] en
/ofgemeen gevaar voor goederen te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende betonnen
muur en
/of Colt C8 en/of koelkast en/of kast en/ofoverige in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende goederen,
is ontstaan, althans te duchten is geweest.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
als militair opzettelijk een dienstvoorschrift niet opvolgen, terwijl daardoor gemeen gevaar voor personen en goederen te duchten is.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot 30 uur taakstraf.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om een geldboete op te leggen vanwege de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de gevolgen voor verdachte van het incident.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft bij het overdragen van zijn Glock 17 aan [collega 1] niet de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen genomen, terwijl verdachte wist dat het wapen half geladen was en hij wist dat hij de veiligheidsmaatregelen moest nemen. Medeverdachte [collega 1] heeft vervolgens de trekker overgehaald en een ongewild schot gelost in de legeringskamer, waar op dat moment ook andere militairen aanwezig waren. Verdachte heeft hierdoor een zeer ernstige fout gemaakt. Hij was op de hoogte van de veiligheidsvoorschriften voor de Glock 17, welke verdachte als militair verplicht op dient te volgen. Door de veiligheidsvoorschriften niet op te volgen, heeft verdachte zijn collega’s in gevaar gebracht. Dat er door het ricochetgevaar uiteindelijk niemand door de kogel is geraakt, niet meer gehoorschade is opgelopen en dat er geen andere goederen zijn beschadigd, is een kwestie van geluk geweest. De militaire kamer neemt verdachte zijn handelen dan ook kwalijk. Militairen mogen binnen Defensie een veilige werkomgeving verwachten en daar dient iedere individuele militair ook aan bij te dragen. Daar komt bij dat gebleken is dat verdachte bij een eenheid werkt die vrijwel dagelijks met (geladen) wapens omgaat, aangezien hij zich in operationeel gebied bevond en de Glocks 17 half geladen werden gedragen. Aangenomen kan dan ook worden dat verdachte op de hoogte is van het gevaar van het werken met wapens. Van een militair als verdachte mag dan ook verlangd worden dat hij zich te allen tijde aan de veiligheidsregels houdt.
De militaire kamer weegt bij de bepaling van de straf mee dat verdachte een blanco strafblad heeft.
Alle omstandigheden in onderlinge samenhang bezien acht de militaire kamer een geldboete van € 750,- passend en geboden.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 23, 24c en 91 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 11 en 136 van het Wetboek van Militair Strafrecht.

9.De beslissing

De militaire kamer:
· verklaart bewezen dat verdachte het impliciet primair ten laste gelegde feit, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
· verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
· verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
· verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een geldboete van € 750,- (zevenhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 15 (vijftien) dagen militaire detentie.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter), mr. R.M.H. Pennings, rechter en Kolonel mr. M. Hoedeman, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. G.C. van de Fliert, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 april 2025.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 24-800095, gesloten op 23 juni 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het schriftelijk bescheid, te weten het Dienstvoorschrift VS 7-511 Glock 17 JB, p. 142.
3.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 107.
4.Het proces-verbaal van verhoor van getuige, p. 68.
5.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 1.
6.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 maart 2025.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2.
8.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 3.
9.Het proces-verbaal van verhoor van medeverdachte, p. 73.
10.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 96-97.
11.Het proces-verbaal van verhoor van getuige, p. 114.
12.Het proces-verbaal van verhoor van getuige, p. 117.
13.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 maart 2025.
14.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 17 maart 2025.
15.Het schriftelijk bescheid, te weten een brief van de KNO-arts van het Centraal Militair Hospitaal, p. 145-146.
16.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 2.