ECLI:NL:RBGEL:2025:3180

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 april 2025
Publicatiedatum
24 april 2025
Zaaknummer
C\05\448796 KG RK 25-173
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een wrakingsverzoek wegens gebrek aan objectieve aanwijzingen voor partijdigheid van de rechter

Op 17 april 2025 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die niet bij de mondelinge behandeling op 14 april 2025 aanwezig was, stelde dat hij niet op de hoogte was van de uitspraakdatum in een andere zaak, terwijl de wederpartij deze informatie wel had ontvangen. De rechter, M.J.P. Heijmans, heeft gereageerd op het wrakingsverzoek en aangegeven niet in de wraking te berusten. De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. In dit geval was er geen bewijs van partijdigheid, aangezien verzoeker zelf had gekozen om niet te verschijnen tijdens de mondelinge behandeling en geen verzoek had ingediend om de zittingsaantekeningen op te vragen. De wrakingskamer concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de objectieve schijn van partijdigheid rechtvaardigden, en wees het verzoek tot wraking af. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/448796 / KG RK 25/173
Beslissing van 17 april 2025
van de wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. M.J.P. Heijmans,
rechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het schriftelijke wrakingsverzoek van 12 maart 2025;
  • de motivering van het wrakingsverzoek van 19 maart 2025;
  • de schriftelijke reactie van de rechter van 26 maart 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek heeft op 14 april 2025 plaatsgevonden. Verzoeker is, zonder kennisgeving vooraf, niet bij de mondelinge behandeling verschenen. De rechter heeft vooraf laten weten niet te zullen verschijnen.

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van de behandelend rechter in de zaak met nummer 11190443 CV EXPL 24-2132.
2.2
Verzoeker heeft aan zijn wrakingsverzoek ten grondslag gelegd dat aan hem niet is medegedeeld wanneer de uitspraak in de bovengenoemde zaak gedaan wordt, terwijl dit wel aan de wederpartij is doorgegeven. Daarnaast heeft verzoeker gevraagd om hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken aan hem toe te sturen. Dit zou weken/maanden gaan duren, terwijl de wederpartij wel op de hoogte is van het besprokene. Het voorgaande lijkt op partijdigheid van de rechter.
2.3
De rechter heeft laten weten niet in de wraking te berusten en heeft op het verzoek gereageerd. Die reactie wordt hierna, voor zover nodig, besproken.

3.De beoordeling

3.1.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, omdat hij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid. Uit de wet volgt dat de verzoeker die concrete omstandigheden moet aanvoeren en wel zodra deze aan hem bekend zijn geworden.
3.2.
In de onderliggende procedure is de geplande mondelinge behandeling, op verzoek van verzoeker, twee keer uitgesteld vanwege verhindering van zijn gemachtigde. Bij het laatste verzoek om uitstel is aangegeven dat op deze grond geen verder uitstel zal worden verleend en dat verzoeker zich desgewenst tot een andere gemachtigde moet wenden.
Tijdens de mondelinge behandeling, die uiteindelijk op 13 februari 2025 plaatsvond, is verzoeker niet verschenen, zoals door zijn gemachtigde een dag daarvoor was aangekondigd. Er heeft zich namens hem ook geen (andere) gemachtigde gesteld. Het is daarmee de eigen keuze van verzoeker geweest om tijdens de mondelinge behandeling niet te verschijnen, dan wel zich niet te laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Het gevolg hiervan is dat verzoeker niet op de hoogte is van hetgeen tijdens de mondelinge besproken is, alsmede de datum waarop uitspraak gedaan wordt. Deze informatie kan verzoeker alsnog verkrijgen door de zittingsaantekeningen op te vragen die door de griffier van de mondelinge behandeling zijn bijgehouden. De zittingsaantekeningen worden vervolgens op korte termijn toegezonden. Niet gebleken is dat verzoeker (schriftelijk) om de zittingsaantekeningen verzocht heeft.
3.3.
Uit de voornoemde gang van zaken blijkt niet dat zich omstandigheden hebben voorgedaan, waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Het wrakingsverzoek wordt daarom afgewezen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank:
- wijst het verzoek tot wraking af.
Deze beslissing is gegeven door mr. D.S.M. Bak, voorzitter, mr. A.L.M. Steinebach-de Wit en mr. S.H. Keijzer, leden, in tegenwoordigheid van de griffier mr. [griffier] en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2025.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.