Uitspraak
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 12 maart 2025;
- de motivering van het wrakingsverzoek van 19 maart 2025;
- de schriftelijke reactie van de rechter van 26 maart 2025.
Rechtbank Gelderland
Op 17 april 2025 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die niet bij de mondelinge behandeling op 14 april 2025 aanwezig was, stelde dat hij niet op de hoogte was van de uitspraakdatum in een andere zaak, terwijl de wederpartij deze informatie wel had ontvangen. De rechter, M.J.P. Heijmans, heeft gereageerd op het wrakingsverzoek en aangegeven niet in de wraking te berusten. De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. In dit geval was er geen bewijs van partijdigheid, aangezien verzoeker zelf had gekozen om niet te verschijnen tijdens de mondelinge behandeling en geen verzoek had ingediend om de zittingsaantekeningen op te vragen. De wrakingskamer concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de objectieve schijn van partijdigheid rechtvaardigden, en wees het verzoek tot wraking af. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.