ECLI:NL:RBGEL:2025:3207

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 april 2025
Publicatiedatum
24 april 2025
Zaaknummer
167123-24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling ex-militair voor seksueel binnendringen van bewusteloze vrouw na bedrijfsfeest

Op 18 april 2025 heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland een ex-militair veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, wegens het seksueel binnendringen van een vrouw die zich in een staat van bewusteloosheid bevond. De zaak vond plaats na een bedrijfsfeest, waar het slachtoffer, onder invloed van alcohol en antidepressiva, niet in staat was haar wil te bepalen. De verdachte, die op de hoogte was van haar toestand, heeft misbruik gemaakt van haar weerloosheid. De militaire kamer oordeelde dat de verklaringen van het slachtoffer betrouwbaar waren en dat er voldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar de militaire kamer achtte de verklaringen van de verdachte onbetrouwbaar. De uitspraak benadrukt de ernst van het feit en de gevolgen voor het slachtoffer, die suïcidaal is geworden na het voorval. De militaire kamer heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar concludeerde dat enkel een gevangenisstraf recht deed aan de ernst van het delict.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/167123-24
Datum uitspraak : 18 april 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1990 in [geboorteplaats] (departement Antioquia, Colombia),
wonende aan het [adres] , [postcode] in [woonplaats] .
Raadsman: mr. N. Hannaart, advocaat in Almere.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 21 september 2023 tot en met 22 september 2023 te [plaats] , gemeente Ede, met (de diep) slapende en/of onder invloed van alcohol zijnde) [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dat deze niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het ontkleden van die [slachtoffer] en/of
- het betasten en/of aanraken van de borsten en/of vagina van die [slachtoffer] , althans het lichaam van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van één of meer vinger(s) tussen de schaamlippen en/of op/tegen de clitoris en/of in de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] en/of het (vervolgens) klaarkomen in de vagina van die [slachtoffer] .
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het feit zoals dat ten laste is gelegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. De verklaringen van aangeefster zijn onbetrouwbaar en kunnen niet als bewijs worden gebezigd, gelet op de inconsistenties en tegenstrijdigheden in haar verklaringen. Bovendien bevat het procesdossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat aangeefster niet of onvolkomen in staat was haar wil te bepalen en kenbaar te maken.
Beoordeling door de militaire kamer
De waardering van de afgelegde verklaringen
Bij de beoordeling van het bewijs stelt de militaire kamer voorop dat zedenzaken zich doorgaans laten kenmerken door het gegeven dat slechts twee personen aanwezig waren bij de ten laste gelegde seksuele handelingen: het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. Bij een (deels) ontkennende verdachte brengt dit in veel gevallen mee dat slechts de verklaring van het vermeende slachtoffer als wettig bewijsmiddel kan dienen. In dit geval is dat de verklaring van [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ).
Volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op basis van de verklaring van één getuige of enkel op basis van de verklaring of aangifte van het slachtoffer. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de in deze verklaring genoemde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
Dit betekent dat – in een geval als het onderhavige, waarin verdachte het tenlastegelegde deels ontkent en er geen getuigen van het incident zijn – de militaire kamer eerst de betrouwbaarheid van de verklaring van het vermeende slachtoffer moet beoordelen en daarnaast moet bepalen of voor de verklaringen van het vermeende slachtoffer voldoende steunbewijs in het dossier aanwezig is. Dat steunbewijs hoeft, zo volgt uit de jurisprudentie van de Hoge Raad, bij zedenzaken niet per definitie te zien op de ontuchtige handelingen zelf. Het is afdoende wanneer de verklaring van de aangeefster op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen, afkomstig van een andere bron dan degene die de belastende verklaring heeft afgelegd. Met andere woorden: de bewezenverklaring van onderdelen van de tenlastelegging kan wel op één enkele verklaring berusten. Voorts is van belang dat uit het dossier en uit het verhandelde ter terechtzitting, de rechter onverminderd de overtuiging moet krijgen dat het feit is gepleegd zoals het de verdachte wordt verweten. Zeker als de bewijsmiddelen schaars zijn, moet de rechter behoedzaamheid betrachten om op grond van hetgeen overigens blijkt, aan te nemen dat het feit is gepleegd.
[slachtoffer] heeft, kort weergegeven, verklaard dat verdachte tegen haar wil, terwijl zij als gevolg van alcohol in combinatie met antidepressiva sliep en niet in staat was haar wil te bepalen, met zijn penis in haar vagina is binnengedrongen en in haar vagina is klaargekomen. Dit heeft zich voorgedaan in de cabine van een vrachtwagen, waar zij ’s avonds na een personeelsfeest door collega’s naar toe is begeleid, omdat zij niet meer op haar benen kon staan. [slachtoffer] verklaart rond middernacht wakker te zijn geworden, en zich ontzettend ziek te hebben gevoeld, waardoor zij meermaals heeft overgegeven en diarree had. Zij heeft verdachte in de vroege ochtend nog langs zien lopen. [slachtoffer] kwam er de volgende dag pas achter dat verdachte bij haar was binnengedrongen en in haar was klaargekomen, enkel doordat verdachte daar zelf over begon tijdens een WhatsApp-gesprek.
De militaire kamer overweegt omtrent de verklaringen van [slachtoffer] als volgt. Haar verklaringen zijn op hoofdlijnen consistent en komen authentiek over, ook nadat de Koninklijke Marechaussee haar confronteerde met de verklaring van verdachte, die haaks op die van haar staat. Hoewel ze in eerste instantie geen (volledige) openheid van zaken heeft gegeven over de aard en frequentie van haar contact met verdachte buiten hun werk om, zijn haar verklaringen ten aanzien van het incident en hoe ze zich hierover uitliet telkens duidelijk. Ook de WhatsApp-berichten die ze aan verdachte heeft verstuurd, sluiten aan bij haar beleving van het voorval. Bovendien wordt haar verklaring op essentiële punten ondersteund door de verklaringen van getuigen [getuige 1] en [getuige 2] . De militaire kamer is dan ook van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer] betrouwbaar is en als bewijs kan worden gebezigd.
Daarentegen heeft verdachte onjuist verklaard over enkele essentiële onderdelen die rechtstreeks zien op het incident.
Zo heeft verdachte in eerste instantie verklaard dat [getuige 2] (de militaire kamer begrijpt: getuige [getuige 2] ) tegen hem zei dat hij, [getuige 2] , even wilde kijken waar [slachtoffer] was, omdat [getuige 2] haar al een tijdje niet had gezien. Verdachte zei dat hij wel mee wilde. Op een gegeven moment hadden ze [slachtoffer] gevonden. Ze lag te dommelen in een vrachtwagen. Ze sliep niet vast, maar ze was ook niet helemaal wakker. Ze vroeg wat verdachte en [getuige 2] deden. [getuige 2] zei dat ze even gingen kijken waar ze was, maar dat ze dus hier lag.
Dit is volkomen tegenstrijdig met de verklaringen die [getuige 2] heeft afgelegd bij de Koninklijke Marechaussee en de rechter-commissaris, waaruit enerzijds blijkt dat [getuige 2] al wist waar [slachtoffer] lag, omdat hij haar zelf in de vrachtwagen had geholpen en anderzijds dat zij in het geheel niet aanspreekbaar was toen verdachte en hij bij haar gingen kijken. Sterker nog, [getuige 2] voelde de behoefte om haar hartslag en ademhaling te controleren om zich ervan te verzekeren dat zij niet in coma lag.
Verder heeft verdachte verklaard dat hij om 22:15/22:30 uur naar zijn vrachtwagen is gelopen. Hij kwam langs de auto van [slachtoffer] en is bij haar gaan kijken, omdat [getuige 2] en hij dat net ook hadden gedaan en hij dacht: ‘Wat voor kwaad kan het als ik nog een keer check?’ Toen hij instapte, werd [slachtoffer] een beetje wakker. Vervolgens ontstond er een seksuele lading en hebben – met instemming van [slachtoffer] – verschillende seksuele handelingen tussen hen plaatsgevonden in de vrachtwagen van verdachte.
Uit het procesdossier blijkt dat [slachtoffer] om ongeveer 20:00 uur naar haar vrachtwagen is gebracht door getuigen [getuige 2] en [getuige 1] , omdat ze ‘lazarus als een aap’ was, niet meer op haar benen kon staan en ook niet meer aanspreekbaar was. Vervolgens is [getuige 1] rond 21:30/22:00 uur nog een keer bij haar gaan kijken. Op dat moment lag [slachtoffer] in precies dezelfde houding als waarin [getuige 2] haar had achtergelaten. Daarna hebben [getuige 2] en verdachte om ongeveer 22:00 uur [slachtoffer] nog een keer gecontroleerd, waarbij [getuige 2] haar ademhaling en hartslag heeft gevoeld. [slachtoffer] lag nog steeds in dezelfde houding te slapen en werd niet wakker.
De militaire kamer acht het, gelet op het feit dat [slachtoffer] al meer dan twee uur in deze staat verkeerde, een staat waarbij ze, blijkens de verklaring van [getuige 2] half in coma, dan wel heel ver weg was, volstrekt onaannemelijk dat [slachtoffer] toen verdachte hooguit een half uur na de controle door [getuige 2] en verdachte nogmaals bij haar ging kijken, in die tijd zoveel was opgeknapt dat ze – volgens de verklaring van verdachte – zelfstandig, actief en bewust allerlei (seksuele) handelingen kon verrichten, waaronder het voeren van een gesprek met verdachte, roken, in de bosjes plassen, de 100 tot 150 meter lopen van haar eigen vrachtwagen naar de vrachtwagen van verdachte (omdat de gordijnen van die vrachtwagen geheel dicht konden), terwijl ze ondertussen opnieuw een gesprek met hem voerde, in de vrachtwagen van verdachte klimmen, elkaar uitkleden, verdachte pijpen, verdachte zoenen en vaginale seks met hem hebben, waarbij ze de penis van verdachte in haar vagina heeft gestopt, vervolgens zichzelf aankleden, de vrachtwagen van verdachte weer uitstappen, nog een keer roken en in haar eigen vrachtwagen klimmen. De militaire kamer betrekt hierbij ook de omstandigheid dat [slachtoffer] in de loop van die avond of nacht ontzettend ziek is geworden van de alcohol en – in haar eigen woorden – de hele nacht heeft lopen overgeven en ook diarree had.
Daarbij komt dat er voor verdachte geen enkele noodzaak was om nogmaals bij [slachtoffer] te gaan kijken om te checken hoe het met haar ging, nu [getuige 2] en hij dat nog geen half uur geleden al hadden gedaan.
Dit zorgt er naar het oordeel van de militaire kamer voor dat de gehele verklaring van verdachte over het incident in twijfel moet worden getrokken, zeker nu deze eveneens niet strookt met zijn reacties op de WhatsApp-berichten van [slachtoffer] van 28 oktober 2023. De militaire kamer acht niet aannemelijk dat iemand die in een WhatsApp-bericht wordt geconfronteerd met een valse beschuldiging van een ernstig zedenmisdrijf zijn verontschuldigingen zou aanbieden, al helemaal niet vanuit een ‘menselijke reactie’ en omdat het hem nog niet duidelijk was dat ze het echt niet meer wist en het niet had gewild, zoals verdachte heeft verklaard.
De verklaring van verdachte is naar het oordeel van de militaire kamer dan ook volstrekt onbetrouwbaar en kan – in ieder geval voor zover het zijn versie van het incident betreft – niet als bewijs dienen.
De bewijsmiddelen
[slachtoffer] heeft op 3 november 2023 in een informatief gesprek met de Koninklijke Marechaussee verklaard dat zij op 21 september 2023 een teamdag had van de personeelsvereniging van haar compagnie. [slachtoffer] had anti-depressie medicatie, citalopram, geslikt. Daarnaast had zij tijdens de barbecue diverse biertjes en shotjes tot zich genomen. Zij was er niet van op de hoogte dat de alcohol en de medicatie welke zij slikte geen goede match waren. Daarnaast was zij behoorlijk aangeschoten. Van tevoren had [slachtoffer] in overleg met een collega, [getuige 1] , een locatie voor de nacht voorbereid, namelijk de cabine van een vrachtwagen die op dat moment in onderhoud was, waarin voor haar een bed was klaargemaakt. Wat [slachtoffer] heeft gehoord van [getuige 1] en [getuige 2] , beide directe goede collega’s, is dat zij haar rond 19:30 uur naar de slaapplek hebben gebracht en dat [slachtoffer] helemaal out was. Rond 20:30 uur heeft [verdachte] (de militaire kamer begrijpt: verdachte [verdachte] ) aan [getuige 1] gevraagd hoe het met [slachtoffer] ging en of ze daar niet even moesten gaan kijken. Hierdoor wist [verdachte] waar zij lag. [slachtoffer] werd zelf rond 00:00 uur
wakker en moet overgeven. Zij merkte dat zij helemaal naakt in het bed van de cabine lag, dit vond zij wel vreemd. De rest van de nacht bleef zij meermalen overgeven. De volgende dag ontving zij berichten van [verdachte] , waarin onder andere naar voren kwam dat hij in haar was klaargekomen en dat hij geen interactie had gehad, omdat [slachtoffer] weerloos was. [verdachte] was bang dat zij zwanger was geworden. De volgende dag merkte ze dat ze vaginale afscheiding had, wat ze normaal niet had. [2]
Tijdens haar verhoor, enkele dagen later, verklaarde ze dat ze het antidepressivum escitalopram gebruikt. Het evenement van de personeelsvereniging vond plaats op het MOB-complex in [plaats] . Rond 17:00 uur à 17:30 uur begon de barbecue en is ze begonnen met alcohol. Ze heeft vijf biertjes en meerdere shotjes gehad. Toen de verbalisant haar vroeg welk cijfer ze zichzelf gaf voor die avond op een schaal van 0 (nuchter) tot 10 (laveloos dronken), antwoordde [slachtoffer] aan het begin van de avond een 6 en later een 10, omdat ze er niks meer van wist.
Haar laatste herinnering van die avond was dat [getuige 2] (de militaire kamer begrijpt: getuige [getuige 2] ), een collega, met haar naar de vrachtwagencabine liep waarin ze zou gaan slapen, dat ze steeds viel en dat ze dit wel grappig vond. Het lichtje is wel echt uitgegaan, het laatste stukje dat ze met [getuige 2] liep, heel onstabiel. Daarna wist ze niets meer tot ze ’s nachts wakker werd.
[slachtoffer] liet de verbalisanten die haar verhoorden een screenshot zien van een WhatsApp-gesprek met [getuige 1] (de militaire kamer begrijpt: getuige [getuige 1] ) zien, waarin stond dat ze er om 20:10 uur in lag.
Ergens na middernacht werd ze wakker. Ze heeft overgegeven in de bosjes naast de auto. Ze liep op blote voeten, omdat ze naar de wc moest omdat ze diarree had. Later viel het haar op dat ze geen string of beha aan had, alleen een broek en topje. Haar string en beha zag ze de volgende dag bij het gaspedaal liggen. Eerst dacht ze dat ze dit zelf had gedaan, maar ze was niet capabel om dat te doen.
Verdachte heeft via WhatsApp tegen haar gezegd dat hij in haar is klaargekomen. Ze denkt daarom dat ze seks hebben gehad. Ze heeft zelf geen seksuele handelingen bij hem uitgevoerd. Ze heeft er niets van mee gekregen dat hij in haar zat. Als hij haar de volgende dag geen bericht had gestuurd, had ze het niet geweten.
De volgende dag dacht ze dat ze last had van urineverlies, maar achteraf gezien zou het kunnen dat dit sperma was. Die vrijdag (de militaire kamer begrijpt: 22 september 2023) heeft ze seks gehad met haar vriend, die haar later vertelde dat er witte afscheiding op zijn penis zat. [3]
Getuige [getuige 1] (hierna: [getuige 1] ) heeft verklaard dat ze in de avond zag dat [slachtoffer] te veel gedronken had en de alcohol niet meer kon verdragen. Ze reageerde alleen op verbaal, maar niet veel. Haar telefoon en sigaretten lagen op de grond. [naam] en [getuige 1] hebben deze voor [slachtoffer] in haar tas gedaan. [slachtoffer] had al meerdere keren op de grond gelegen, omdat ze niet meer op haar benen kon staan en ze was al meermaals opgeraapt door verschillende mensen. Haar kleding was al nat. Na het eten zat ze 20 minuten buiten op de bank half te slapen, gehangen tegen iemand aan. [getuige 2] (de militaire kamer begrijpt: getuige [getuige 2] ) en [getuige 1] besloten haar in een vrijstaande cabine te leggen. Ze was zo ver dat ze daar kon slapen. Rond 20:00 uur hebben [getuige 2] en [getuige 1] haar spullen uit de auto gepakt. Volgens [getuige 1] was [slachtoffer] vanaf dat moment niet in staat aan te geven wat ze wel of niet wilde. [slachtoffer] was zo ver heen dat ze niet meer op haar benen kon staan. Ze is meerdere keren op de grond gevallen. [getuige 1] heeft haar ondersteund. Er lagen ook sieraden op de grond. [getuige 1] heeft die nog opgeruimd. [getuige 2] heeft haar in de cabine gelegd. Tussen 21:30 uur en 22:00 uur is [getuige 1] gaan kijken hoe [slachtoffer] erbij lag. [getuige 2] had gezegd hoe hij haar had achtergelaten. [slachtoffer] lag nog in dezelfde houding. [4]
Getuige [getuige 2] (hierna: [getuige 2] ) heeft verklaard dat [slachtoffer] op een gegeven moment genoeg gezopen had en niet meer op haar benen kon staan. [getuige 2] dacht dat ze vijf kleine flesje Flügel op had en daarnaast wat bier. [getuige 1] en hij hebben [slachtoffer] ’s spullen uit haar auto gehaald. [slachtoffer] kon niet zelfstandig lopen en moest ondersteund worden. Vervolgens hebben ze haar in een vrachtwagen gelegd, haar van haar natte kleren ontdaan, te weten haar broek, haar shirt of trui en haar sokken, en haar in een slaapzak gelegd. Haar ondergoed werd bewust aangelaten. Haar kleding was helemaal nat, omdat ze onder een afdak van zeil stond toen al het water dat erop stond naar beneden kwam. Het kostte moeite om [slachtoffer] in de cabine te krijgen. Ze klapte hierbij bijna achterover, waardoor [getuige 2] nog bijna twee dagen last van zijn rug had. Toen ze in de slaapzak lag, was ze al half in coma. Ze was echt ver van de wereld. Ze was niet aanspreekbaar zoals hij. Ze was gewoon lam. Ze had echt te diep in het glaasje gekeken. Hij is later op de avond nog bij [slachtoffer] geweest om te kijken of ze nog leefde en of ze niet in coma was. Hij was toen samen met verdachte. [getuige 2] is de cabine ingegaan en heeft haar hartslag gecontroleerd in haar nek en vervolgens haar ademhaling gevoeld. Dat was rond 22:00 uur. [slachtoffer] lag er nog net zo bij als hij haar in eerste instantie had neergelegd. Ze was haar roes aan het uitslapen. [5]
Bij de rechter-commissaris heeft [getuige 2] verklaard dat [getuige 1] mee ging, om [slachtoffer] te begeleiden. Die was lazarus als een aap en kon niet zelfstandig lopen. Hij denkt niet dat er onderweg naar de vrachtwagen een verhaal uit haar kwam. Volgens hem hebben ze niet echt met haar gesproken. Ze is onder de arm meegenomen, ze kon niet op haar eigen benen staan. [getuige 2] heeft haar van haar kleding ontdaan, maar ze had haar ondergoed nog aan. Daarna is hij terug gegaan naar het feest. Later is hij met verdachte bij [slachtoffer] gaan kijken om te zien hoe het met haar ging. Hij zag dat ze lag te slapen en heeft in haar nek gevoeld of ze een hartslag had. Verdachte stond aan de andere kant van de cabine op de trede, met de deur open. [getuige 2] is aan de bestuurderskant naar binnen gegaan. [slachtoffer] lag er rustig bij. Ze is toen niet wakker geworden. [6]
Verder zijn er WhatsApp-berichten uitgewisseld tussen [slachtoffer] (de militaire kamer begrijpt: [slachtoffer] ) en [verdachte] , de naam waaronder [slachtoffer] het telefoonnummer van verdachte in haar telefoon heeft opgeslagen, en tussen [slachtoffer] en het nummer [telefoonnummer] , waarvan verdachte heeft verklaard dat het zijn telefoonnummer is. Op 22 september 2023:
  • [slachtoffer] om 9:30 uur: ‘
  • [slachtoffer] om 9:31 uur: ‘
  • [slachtoffer] om 9:35 uur: ‘
  • Verdachte om 9:35 uur: ‘
  • [slachtoffer] om 9:35 uur: ‘
  • [slachtoffer] om 9:36 uur: ‘
  • Verdachte om 11:52 uur: ‘
  • Aangeefster om 12:09 uur: ‘
  • Verdachte om 12:10 uur: ‘
  • Aangeefster om 12:39 uur: ‘
En op 28 september 2023:
  • Verdachte om 14:39 uur: ‘
  • Aangeefster om 15:58 uur: ‘
  • Verdachte om 16:33 uur: ‘
  • Aangeefster om 18:04 uur: ‘
  • Verdachte om 15:40 uur: ‘
  • Aangeefster om 17:14 uur: ‘
  • Verdachte om 17:15 uur: ‘
  • Aangeefster om 17:44 uur: ‘
  • Verdachte om 17:45 uur: ‘
  • Verdachte om 18:14 uur: ‘
  • Aangeefster om 18:28 uur: ‘
En op 28 oktober 2023:
  • Verdachte om 2:10 uur: ‘
  • Aangeefster om 11:59 uur: ‘
  • Verdachte om 12:16 uur: ‘
  • Verdachte om 12:19 uur: ‘
  • Verdachte om 12:20 uur: ‘
  • Aangeefster om 12:46 uur: ‘
  • Verdachte om 12:47 uur: ‘
Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer] die avond bier, wijn en shotjes dronk. [10] Hij zat op een gegeven moment voetbal te kijken. [getuige 2] zei dat hij bij [slachtoffer] ging kijken. Toen hoorde verdachte van [getuige 2] wat er met haar was gebeurd. [11] Om 22:15/22:30 uur is hij naar zijn vrachtwagen gelopen. Hij kwam langs de auto van [slachtoffer] en is bij haar gaan kijken. [12]
De beoordeling door de militaire kamer
Op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen stelt de militaire kamer vast dat verdachte [slachtoffer] heeft ontkleed, zijn penis in haar vagina heeft gebracht en vervolgens in haar is klaargekomen. Van de overige handelingen is niet vast te stellen of deze plaats hebben gevonden, omdat deze volledig zijn gebaseerd op de verklaring van verdachte, die de militaire kamer onaannemelijk acht.
Verder was [slachtoffer] al vóór 20:00 uur niet meer in staat om op haar eigen benen te staan en was ze niet echt meer aanspreekbaar, kennelijk door de combinatie van een overvloed aan alcohol en de medicatie die ze nam. Vanaf ongeveer 20:00 uur, toen [getuige 2] en [getuige 1] haar op bed hebben gelegd, tot in ieder geval ongeveer 22:00 uur, toen [getuige 2] en verdachte bij haar gingen kijken, was ze telkens zó diep in slaap dat ze zich niet meer heeft bewogen. Ze was wederom niet aanspreekbaar. De militaire kamer is van oordeel dat zij op dat moment in een staat van verminderde bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijk onmacht verkeerde en dat deze staat zodanig was dat [slachtoffer] niet of onvolkomen in staat was haar wil te bepalen of kenbaar te maken of weerstand te bieden. De militaire kamer gaat ervan uit dat zij een kwartier tot een half uur later nog steeds in deze toestand moet hebben verkeerd, nu het procesdossier geen aanwijzingen voor het tegendeel bevat. Uit de verklaring van [slachtoffer] zelf blijkt immers dat zij pas rond middernacht weer wakker werd en vanaf dat punt weer herinneringen aan de avond heeft.
Tot slot is de militaire kamer van oordeel dat verdachte wist van de toestand van [slachtoffer] . Hij heeft verklaard dat hij wist dat ze bier, wijn en shotjes had gedronken die avond. Verder stond hij op de trede van de cabine aan de bijrijderszijde, met de deur open, toen [getuige 2] de hartslag en ademhaling van [slachtoffer] controleerde. De militaire kamer acht niet aannemelijk dat verdachte daar niets van heeft meegekregen of dat hierover niet is gesproken, zoals hij zelf heeft verklaard. Bovendien heeft verdachte verklaard dat hij onderweg naar de vrachtwagen van [getuige 2] hoorde wat er was gebeurd.
De militaire kamer betrekt hierbij de omstandigheid dat verdachte zichzelf een 7 gaf op een schaal van 0 (nuchter) tot 10 (laveloos) en een half uur voor het incident nog wel had kunnen rijden. De militaire kamer leidt hieruit af dat hij zelf weliswaar ook behoorlijk onder invloed was van alcohol, maar zichzelf nog goed, althans beter in staat dan [slachtoffer] , bewust was van wat er gebeurde en in staat was zijn wil hieromtrent te bepalen.
Conclusie
De militaire kamer acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij in
of omstreeksde periode van 21 september 2023 tot en met 22 september 2023 te [plaats] , gemeente Ede, met
(de diep
)slapende en
/ofonder invloed van alcohol zijnde
)
[slachtoffer] , van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dat deze niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden,
een of meerhandelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het ontkleden van die [slachtoffer] en
/of- het betasten en/of aanraken van de borsten en/of vagina van die [slachtoffer] , althans het lichaam van die [slachtoffer] en/of- het brengen van één of meer vinger(s) tussen de schaamlippen en/of op/tegen de clitoris en/of in de vagina van die [slachtoffer] en/of- het brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] en
/ofhet
(vervolgens
)klaarkomen in de vagina van die [slachtoffer] .
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
met iemand van wie hij weet dat hij in staat van bewusteloosheid of verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeert, handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.
Het standpunt van de verdediging
In geval de militaire kamer tot een veroordeling zou komen, heeft de raadsman oplegging van een taakstraf in plaats van een gevangenisstraf bepleit. Een gevangenisstraf is niet passend, wegens de persoonlijke omstandigheden van verdachte en omdat hiermee geen strafdoel gediend is.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De ernst van het feit
Verdachte heeft het slachtoffer, zijn collega, na een bedrijfsfeestje ontkleed, zijn penis in haar vagina gebracht en vervolgens is hij in haar klaar gekomen. Het slachtoffer sliep op dat moment diep en was zwaar onder invloed van alcohol (in combinatie met antidepressiva), zelfs zodanig dat een collega meende haar ademhaling en hartslag te moeten controleren, om zich ervan te vergewissen dat zij niet in coma lag. Verdachte wist ook van haar toestand, maar heeft van haar weerloze toestand gebruik gemaakt om zijn eigen seksuele lusten te bevredigen. Hiermee heeft hij een ernstige inbreuk gemaakt op haar lichamelijke en seksuele integriteit. Dit rekent de militaire kamer hem zwaar aan.
Dit feit heeft ontzettend grote en verstrekkende gevolgen gehad voor het slachtoffer. Ze is suïcidaal geworden, heeft meerdere zelfmoordpogingen ondernomen en heeft op een crisisafdeling moeten verblijven. Tegen deze achtergrond vindt de militaire kamer het extra pijnlijk dat verdachte vooral met zichzelf bezig lijkt te zijn geweest in hun communicatie na het incident. Hij heeft haar gevraagd of ze het nog een keer zou willen doen, of het onder hen kon blijven en of het slachtoffer positief was over zijn seksuele prestaties. Vervolgens maakte hij zich vooral zorgen of het slachtoffer zwanger zou kunnen zijn. Hij heeft op geen enkel moment oprecht en gemeend medeleven of empathie getoond richting het slachtoffer en hij heeft al helemaal niet erkend wat hij heeft gedaan, hiervoor zijn verantwoordelijkheid genomen of oprecht zijn excuses aan haar aangeboden. De militaire kamer neemt hem dit in hoge mate kwalijk.
Bovendien was verdachte op het moment van dit feit militair en vonden de handelingen plaats op een kazerneterrein na een bedrijfsfeestje. Het spreekt voor zich dat grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer nooit geoorloofd is, en dit soort excessief gedrag al helemaal niet, maar zeker voor militairen en hun directe collega’s is het ontzettend belangrijk dat zij op elkaar kunnen vertrouwen als het erop aankomt. Verdachte heeft met zijn gedrag het onvoorwaardelijke vertrouwen dat [slachtoffer] had en ook mocht hebben in verdachte als collega en als militair op de meest wrede wijze beschaamd door misbruik van haar te maken op een moment dat zij weerloos was en juist bescherming behoefde. Hij creëerde door zijn handelen een zeer onveilige werksfeer, terwijl medewerkers van Defensie moeten kunnen vertrouwen op de integriteit van hun collega’s. Het gedrag van verdachte is een militair volstrekt onwaardig.
De persoon en persoonlijke omstandigheden van verdachte
Uit het strafblad van verdachte van 25 februari 2025 blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld wegens soortgelijke strafbare feiten.
Verdachte heeft naar aanleiding van onderhavig incident ontslag genomen bij Defensie, omdat hij zich door de collega’s niet gesteund voelde in zijn versie van wat zich zou hebben voorgedaan, omdat hij zich door Defensie niet gesteund voelde en mede om te voorkomen dat hij oneervol zou worden ontslagen.
Reclassering Nederland heeft op 24 maart 2025 advies uitgebracht over verdachte. De reclassering ziet geen noemenswaardige problemen op het gebied van huisvesting, dagbesteding, financiën, zijn sociaal netwerk en houding. Zijn vrouw is op de hoogte van het ten laste gelegde en vormt samen met hun kind en zijn huisvesting een beschermende factor. Omdat verdachte ontkent, kan de reclassering geen delictgerelateerde criminogene factoren duiden of plan van aanpak opstellen. Desondanks wordt de kans op recidive ingeschat als laag. Gelet hierop acht de reclassering toezicht niet geïndiceerd. Daarom adviseert de reclassering een straf zonder bijzondere voorwaarden.
Conclusie
Alles afwegende en gelet op hetgeen in (min of meer) vergelijkbare gevallen wordt opgelegd, komt de militaire kamer tot het volgende oordeel. De militaire kamer vindt dat enkel een gevangenisstraf recht doet aan de ernst van dit feit en de gevolgen daarvan voor het slachtoffer. De verdediging heeft oplegging van een taakstraf bepleit, maar deze strafmodaliteit doet volstrekt geen recht aan hetgeen er is gebeurd. Een gevangenisstraf is bovendien in lijn met de geldende richtlijnen van de rechtspraak voor zedenfeiten die (mede) behelzen het seksueel binnendringen van het lichaam van iemand die niet in staat is de wil daartoe te bepalen en voldoet eveneens aan de gevoelens en verwachtingen die leven in de maatschappij.
De militaire kamer is van oordeel dat de eis van de officier van justitie passend en geboden is en zal verdachte veroordeelden tot een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c en 243 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 4 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter) en mr. R.M.H. Pennings, rechters, en Kolonel mr. H.M. Stratenus, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Aalbers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 april 2025.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door Opperwachtmeester [verbalisant] van de Koninklijke Marechaussee, Brigade Recherche, opgemaakte proces-verbaal, proces-verbaalnummer 20240223.1120.0979 (onderzoeksnummer 27FAE230026/27LURNEA, gesloten op 13 mei 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden, p. 9-10.
3.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer] , p. 13-16.
4.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 35-36.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 39-40.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] bij de rechter-commissaris, p. 3.
7.Een geschrift, te weten screenshots van een WhatsApp-gesprek, p. 89-90 en 92; proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 61 en proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer] , p. 17.
8.Een geschrift, te weten screenshots van een WhatsApp-gesprek, p. 94-95.
9.Een geschrift, te weten screenshots van een WhatsApp-gesprek, p. 99.
10.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 67.
11.Verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 7 april 2025.
12.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 64.