Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van 24 april 2025
op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2], uit [plaats 1] (Gld), [eiser 3], uit [plaats 1], tevens gemachtigde,eisers,
de minister van Infrastructuur en Waterstaat
Als derde-partij neemt aan de zaken deel: [derde-partij] uit [plaats 2] ([derde-partij])
Samenvatting
.Eisers krijgen dus geen gelijk en het beroep is ongegrond. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Omdat de voorzieningenrechter uitspraak doet op het beroep, wijst hij het verzoek om een voorlopige voorziening af.