ECLI:NL:RBGEL:2025:3327

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 april 2025
Publicatiedatum
29 april 2025
Zaaknummer
05.028457.24 vs
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal en rijden zonder geldig rijbewijs met bijkomende straf

Op 25 april 2025 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere diefstallen en het rijden zonder geldig rijbewijs. De verdachte werd veroordeeld voor het medeplegen van diefstal van lege blikjes en flesjes, alsook voor de diefstal van buitenkranen van een camping. Daarnaast werd hij aangeklaagd voor het rijden zonder geldig rijbewijs en het weigeren mee te werken aan een bloedonderzoek. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de feiten 1 en 2 van parketnummer 05.028457.24 en de feiten 1 en 2 van parketnummer 05.364184.24. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de diefstal van loodstroken, omdat er onvoldoende bewijs was. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 3 maanden geëist, maar de rechtbank legde een taakstraf van 100 uur op, met een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 12 maanden. De benadeelde partij, gemeente Nunspeet, werd niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte was vrijgesproken van het relevante feit.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05.028457.24 en 05.364184.24 (ttz gev.)
Datum uitspraak : 25 april 2025
Verstek
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1981 in [geboorteplaats] ,
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland (vertrokken, onbekend waarheen).
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05.028457.24
1.
hij in of omstreeks de periode van 12 januari 2024 tot en met 22 januari 2024 te [plaats] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een plastic zak vol met (lege) flessen en/of lege blikken en/of één buitenkraan, in elk geval enig goed, geheel of ten dele aan Stichting [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat en/of die weg te nemen goed en/of goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
2.
hij op of omstreeks 21 januari 2024 te Emst, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meerdere buitenkranen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3.
hij in of omstreeks 13 tot en met 14 januari 2024 te Nunspeet, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere loodslabben (in totaal ongeveer 20 stuks) en/of één stuk loodstroken dak, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Gemeente Nunspeet, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat en/of die weg te nemen goed en/of goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Parketnummer 05.364184.24
1.
hij op of omstreeks 29 maart 2024 te [plaats] , terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de Hoofdstraat, als bestuurder een motorrijtuig (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
2.
hij op of omstreeks 29 maart 2024 te [plaats] , in elk geval in Nederland, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenauto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie of van een daartoe bij regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaar van politie, zich aan een bloedonderzoek te onderwerpen en/of geen medewerking daaraan heeft verleend.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1 en 2 van parketnummer 05.028457.24 en de feiten 1 en 2 van parketnummer 05.364184.24. De officier van justitie meent dat feit 3 van parketnummer 05.028457.24 niet kan worden bewezen en dat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Parketnummer 05.028457.24 [1]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Feit 1
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , p. 174, voor zover inhoudend dat in de ten laste gelegde periode bij Sportvereniging [plaats] een zak met lege flessen en blikjes is weggenomen, waarbij de verdachten via het gaas aan de achterkant van het voetbalveld, dat van boven naar beneden was opengeknipt, het terrein op zijn gekomen;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 321.
De rechtbank acht gelet op de aangifte en de bekennende verklaring van verdachte bewezen dat hij samen met een ander een zak met lege flessen en blikjes heeft gestolen bij Sportvereniging [plaats] . Voor het wegnemen van de kraan biedt het dossier onvoldoende bewijs. Nu verdachte dit ook heeft ontkend zal hij in zoverre daarvan worden vrijgesproken.
Feit 2
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 113-114;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 311.
De rechtbank acht de kwalificatie
medeplegenvan de diefstal van de kranen niet bewezen. Het enkele feit dat er bij de slagboom van de camping een auto stond, waar een persoon bij stond en waar een vrouw in zat is onvoldoende om een nauwe en bewuste samenwerking te kunnen aannemen.
Feit 3
De rechtbank acht evenals de officier van justitie dit feit niet bewezen. Het dossier bevat daarvoor onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
Parketnummer 05.364184.24 [2]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Feit 1
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal rijden onder invloed, p. 13;
- de beslissing van het CBR, p. 40;
- proces-verbaal artikel 9 Wegenverkeerswet 1994 nummer PL0600-2023200997-1;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 23-24, voor zover inhoudend dat verdachte heeft verklaard dat:
* hij wist dat hij het motorrijtuig waarin hij reed niet mocht besturen;
* hij wist dat zijn rijbewijs een tijd geleden in beslag is genomen;
* hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig is verklaard per 25 april 2023.
Feit 2
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal rijden onder invloed, p. 13-14;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 27.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de feiten 1 en 2 van parketnummer 05.028457.24 en de feiten 1 en 2 van parketnummer 05.364184.24 heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05.028457.24
1.
hij in
of omstreeksde periode van 12 januari 2024 tot en met 17 januari 2024 te [plaats] ,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,een plastic zak vol met (lege) flessen en
/oflege blikken
en/of één buitenkraan, in elk geval enig goed, die
geheel of ten deleaan Stichting [slachtoffer 1] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft
en/of dat en/of die weg te nemen goed en/of goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebrachtdoor middel van braak
en/of verbreking en/of inklimming;
2.
hij op
of omstreeks21 januari 2024 te Emst,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één ofmeerdere buitenkranen,
in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 05.364184.24
1.
hij op
of omstreeks29 maart 2024 te [plaats] , terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een
of meercategorie
ënvan motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie
of categorieënwas afgegeven, op de weg, de Hoofdstraat, als bestuurder een motorrijtuig (personenauto), van die categorie
of categorieënheeft bestuurd;
2.
hij op
of omstreeks29 maart 2024 te [plaats] ,
in elk geval in Nederland,als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenauto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie of van een daartoe bij regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaar van politie, zich aan een bloedonderzoek te onderwerpen en/of geen medewerking daaraan heeft verleend.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05.028457.24
feit 1:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2:
Diefstal;
Parketnummer 05.364184.24
feit 1:
Overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
feit 2:
Overtreding van artikel 163, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden met aftrek van het voorarrest en voor het weigeren van de bloedproef een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 12 maanden.
De beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft zich in korte tijd twee keer schuldig gemaakt aan diefstal. Hij heeft op een camping kranen gestolen en bij een sportvereniging een zak met lege blikken en flesjes. Deze laatstgenoemde diefstal heeft hij samen met een ander gepleegd. Verdachte heeft door zijn handelen gezorgd voor schade en overlast.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan het rijden zonder een geldig rijbewijs. Toen een verbalisant een speekseltest afnam, bleek daaruit een indicatie voor de aanwezigheid van meerdere soorten harddrugs. Verdachte weigerde vervolgens mee te werken aan een bloedonderzoek. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij de regels voor de verkeersveiligheid aan zijn laars lapt en daarmee overige verkeersdeelnemers in gevaar brengt. Niet voor niets is immers zijn rijbewijs in 2023 ongeldig verklaard. Niettemin heeft hij een auto bestuurd en was hij daarbij mogelijk onder invloed van drugs en/of alcohol. Een onderzoek daarnaar heeft hij geweigerd.
De rechtbank heeft de justitiële documentatie van verdachte in aanmerking genomen. Daaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld ter zake van diefstal. Die veroordelingen, waarvan de meest recente nog niet onherroepelijk is, hebben verdachte er kennelijk niet van kunnen weerhouden opnieuw diefstallen te plegen. Met de veroordelingen voor diefstal van langer dan vijf jaar geleden zal de rechtbank gelet op het tijdsverloop geen rekening houden.
Verder blijkt dat verdachte al verschillende keren een strafbeschikking heeft ontvangen voor verkeersdelicten en/of overtreding van de Algemene Plaatselijke Verordening.
De meest recente veroordeling is gedateerd 15 augustus 2024, de meest recente Strafbeschikking 21 juni 2024. Dat betekent dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
De rechtbank ziet mede gelet op de straffen die aan de medeverdachte(n) worden opgelegd af van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank acht een taakstraf van 100 uur passend en geboden. Daarnaast zal de rechtbank voor de weigering om medewerking te verlenen aan een bloedonderzoek ook een ontzegging van de rijbevoegdheid opleggen voor de duur van 12 maanden zoals door de officier van justitie gevorderd.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij gemeente Nunspeet heeft in verband met feit 3 van parketnummer 05.028457.24 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert
€ 1.500,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij moet worden afgewezen, gelet op de gevorderde vrijspraak.
Overweging van de rechtbank
Verdachte is vrijgesproken. Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard. De rechtbank zal daarbij bepalen dat de kosten worden gecompenseerd in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 9, 22 c, 22d, 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht;
- 9, 163, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

10.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder 3 ten laste gelegde feit van parketnummer 05.028457.24;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een taakstraf van 100 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 50 dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
  • ontzegt verdachte ten aanzien van het onder 2 van parketnummer 05.364184.24 bewezenverklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden;
  • verklaart de benadeelde partij gemeente Nunspeet niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
 bepaalt dat de benadeelde partij en verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P. Sno (voorzitter), mr. A. Bril en mr. J.L. Wesstra, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C.M. Althoff, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 april 2025.
Mr. Wesstra is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024037390, gesloten op 1 september 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024143431, gesloten op 1 mei 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.