ECLI:NL:RBGEL:2025:3402

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 april 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
05/090320-03
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling en beëindiging verpleging onder voorwaarden in een strafzaak met TBS

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 18 april 2025 uitspraak gedaan in de zaak van de terbeschikkingstelling (TBS) van betrokkene, die in 2004 was veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf en TBS met verpleging. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de TBS-maatregel met twee jaar te verlengen, beoordeeld. De officier van justitie heeft ter zitting de vordering gewijzigd naar verlenging met één jaar, maar verzet zich tegen de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. De raadsvrouw van betrokkene heeft echter gepleit voor beëindiging van de verpleging onder voorwaarden, gezien de lange periode zonder delictgedrag en de positieve ontwikkeling van betrokkene.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis en dat er een risico op recidive bestaat bij een abrupte beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft de noodzaak van begeleiding en ondersteuning benadrukt, maar ook het belang van zelfstandigheid voor de resocialisatie van betrokkene. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de TBS-maatregel met twee jaar te verlengen, maar de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen, onder strikte voorwaarden. Deze beslissing is genomen met het oog op de veiligheid van de maatschappij en de verdere ontwikkeling van betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/090320-03
Datum uitspraak: 18 april 2025
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[betrokkene], (hierna: betrokkene)
geboren op [geboortedag] 1978 te [geboorteplaats] ,
verblijvende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
onder verantwoordelijkheid van [de kliniek] (hierna: de kliniek)
Raadsvrouw: mr. J.J. Serrarens, advocaat te Beek.

1.Procedure

1.1
Betrokkene is op 6 november 2004 bij arrest van het Gerechtshof Arnhem veroordeeld tot 8 jaren gevangenisstraf en terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. Deze maatregel is ingegaan op 22 maart 2009 en het laatst verlengd bij beslissing van de rechtbank van 29 maart 2024.
1.2
Bij vordering van 17 februari 2025, ingekomen op diezelfde datum, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd voor de duur van twee jaren.
1.3
De rechtbank heeft verder kennis genomen van de volgende processtukken:
  • het adviesrapport van de kliniek van 23 januari 2025, waarin wordt geadviseerd de maatregel te verlengen met twee jaren en de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen;
  • een afschrift van de voortgangsverslagen;
  • een brief van de kliniek van 26 februari 2025;
  • het advies van Leger des Heils jeugdbescherming en reclassering van 4 maart 2025, waarin wordt geadviseerd de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen.
1.4
Ter zitting van 4 april 2025 zijn gehoord:
  • betrokkene;
  • zijn raadsvrouw mr. J.J. Serrarens;
  • de deskundige J.H. van Hulst, reclasseringswerker;
  • de deskundige W.A.T. Bos, GZ-psycholoog en hoofd behandelaar van de kliniek;
  • de officier van justitie, mr. L. van den Heuvel.

2.De standpunten

2.1
De officier van justitie heeft ter zitting de vordering gewijzigd in verlenging met één jaar. De officier van justitie verzet zich tegen voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Hoewel er ook positieve stappen zijn gezet, komt de voorwaardelijke beëindiging te vroeg, omdat er nog geen sprake is van de langdurige stabiliteit die nodig is.
2.2
De raadsvrouw van betrokkene heeft zich niet verzet tegen verlenging van de terbeschikkingstelling en verzoekt de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen. Betrokkene zit al 16 jaar in de tbs en heeft al jaren transmuraal verlof. Er is al lange tijd geen sprake van delictgedrag. De maatschappelijke inbedding is waar het om gaat, dat moet goed geregeld worden. Een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging draagt daaraan bij, omdat de begeleiding geïntensiveerd kan worden.

3.De beoordeling

Indexdelict
3.1
De terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege doodslag
.Dat betekent dat de maatregel is opgelegd in verband met een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Stoornis
3.2
Uit het rapport van de kliniek blijkt dat betrokkene lijdt aan een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale, narcistische en paranoïde trekken, met als belangrijke elementen een verhoogd wantrouwen en krenkingsgevoeligheid wat kan gaan leiden tot achterdocht. Tevens wordt er een stoornis in zowel alcohol- als cannabisgebruik gediagnosticeerd; beide in langdurige remissie wegens verblijf in een gereguleerde omgeving. De stoornissen zijn dus nog altijd aanwezig.
Verloop van de maatregel
3.3
Na twee eerdere behandelpogingen in andere klinieken werd betrokkene in november 2015 bij de [de kliniek] geplaatst. Hier is de behandeling wel van de grond gekomen doordat betrokkene heeft meegewerkt.
Eerdere verloven
3.4
Dit heeft in november 2020 geleid tot transmuraal verlof (TMV) en is hij verhuisd naar een appartement van de kliniek waar ook andere patiënten verblijven. Hij wordt begeleid door de reclassering in het kader van forensisch psychiatrisch toezicht (FPT) en leeft zichtbaar op door de toegenomen zelfstandigheid en vrijheid. In februari 2022 is hij overgegaan naar een zelfstandige woning, gekoppeld aan [begeleid wonen] . Onenigheid over een opleidingsplek bij de winkelketen waar hij drie jaar had gewerkt, leidt ertoe dat hij ontslag neemt. Opvolgende banen duren niet lang en het vinden van nieuw werk wordt door hem lastig ervaren vanwege zijn tbs-status. Gezien wordt dat betrokkene prikkelbaarder wordt en de neiging heeft contact met de hulpverlening om hem heen uit de weg te gaan. Eind maart 2023 vindt hij weer betaald werk en meteen is er weer een omslag in positieve zin te zien.
Proefverlof
3.5
Sinds november 2023 heeft betrokkene proefverlof en in januari 2024 is hij verhuisd naar zijn nieuwe omklapwoning in [woonplaats] .
Hij wordt daar in eerste instantie begeleid door een ambulante sociotherapeut van de afdeling Pharos. Later is de ondersteuning vanuit het model Volledig Pakket Thuis (VPT) aangeboden. Het bieden van zorg en steun vanuit VPT verloopt met vallen en opstaan. Zo vindt betrokkene dat de kliniek de huur van zijn woning moet betalen aangezien hij tbs heeft en heeft hij er moeite mee om inzicht in zijn financiën te geven. Hij kan zijn financiële situatie niet overzien, maar weigert hulp op dit vlak. Hij wil het allemaal zelf doen, maar inmiddels is meerdere keren gebleken dat hij dat niet alleen kan. Op de momenten dat hij zonder werk zit, wil hij ondanks aandringen van de kliniek, geen uitkering aanvragen omdat hij wil werken voor zijn geld. Dat komt de financiële situatie echter niet ten goede.
3.6
Bij de verlenging van de proefverlofmachtiging heeft het Adviescollege Verloftoetsing TBS (AVT) de nodige kritische opmerkingen over betrokkene’s opstelling en zijn soms non-coöperatieve houding. Daarop zijn door de kliniek nadere inlichtingen verschaft, maar het AVT heeft in november 2024 negatief geadviseerd ten aanzien van de verlenging van het proefverlof:
“Er wordt een patroon geschetst waarbij betrokkene enerzijds zijn leven niet zonder hulp
op orde kan krijgen en anderzijds hieromtrent geen hulp toestaat. Het leest alsof de kliniek herhaaldelijk de grenzen oprekt, waarbij afspraken worden aangepast vanwege de weerstand van betrokkene. Een risicofactor bij betrokkene is onder andere gebrekkige maatschappelijke inbedding. … . Nu betrokkene niet voldoende in de samenwerking is, geen werk heeft en weigert een uitkering aan te vragen (met alle financiële gevolgen van dien), vallen deze beschermende factoren weg waardoor de risico's kunnen toenemen. Tevens zijn de afspraken omtrent financiën en een vaste daginvulling, voorwaarden van het proefverlof. Deze voorwaarden worden op dit moment niet nageleefd door betrokkene.”
Beëindiging van het proefverlof
3.7
Door het niet verlengen van de machtiging voor proefverlof, is het transmuraal verlof weer van kracht waarbij betrokkene in dezelfde omklapwoning verblijft. De VPT-begeleiding is noodzakelijkerwijs gestopt en de sturing en coaching vindt weer plaats vanuit de afdeling Pharos. Hiermee is de intensieve begeleiding die nodig wordt geacht om de maatschappelijke inbedding te ondersteunen komen te vervallen.
3.8
Positief is dat ondanks de weerstand er al langere tijd geen sprake is van agressief gedrag of middelengebruik. Ook bij toenemende agitatie heeft betrokkene geen grensoverschrijdend gedrag getoond.
3.9
Op de zitting heeft deskundige Bos toegelicht dat sinds het uitbrengen van het adviesrapport de samenwerking met betrokkene meer op gang is gekomen. De kliniek is een meer directieve koers gaan varen en heeft betrokkene, wijzend op de gevolgen van zijn houding, met de neus op de feiten gedrukt.
In oktober 2024 heeft volgens deskundige Bos een omslag plaatsgevonden in de opstelling van betrokkene. Hij ziet nu het belang in van een uitkering op de momenten dat hij geen werk heeft. De omklapwoning is nog niet op zijn naam gezet, maar de huur is wel verlengd. De huur wordt door betrokkene betaald, hij is intensief op zoek naar werk.
In het geval de maatregel met één jaar wordt verlengd, kan de woning niet omgeklapt worden.
3.1
De deskundige heeft ook benadrukt dat er geen strafbare feiten hebben plaatsgevonden en dat er evenmin sprake is geweest van risicovolle situaties, op weg naar recidive. Het wegvallen van het proefverlof betekent dat de regie weer volledig bij de kliniek ligt, terwijl het voor betrokkene nu juist van groot belang is dat hij zo veel mogelijk zelf de touwtjes in handen kan nemen, zij het wel met intensieve begeleiding, meer dan nu mogelijk is binnen het TMV-kader. Waar het om gaat, aldus de deskundige, is de maatschappelijke inbedding van betrokkene en die is er. Dat er nog ondersteuning nodig is op praktisch gebied, doet daar niet aan af. Betrokkene kan de nodige (en juist intensievere zorg) ontvangen door de VPT-begeleiding. De reclassering heeft deze zienswijze volmondig ondersteund.
Recidivegevaar
3.11
Bij abrupte beëindiging van de maatregel wordt het recidiverisico hoog ingeschat. Betrokkene’s copingvaardigheden schieten nog tekort om adequaat en zelfstandig met stresserende omstandigheden om te gaan. Hij zal zonder enige ondersteuning afglijden, waarbij het risico op criminaliteit toeneemt. Wanneer hij het gevoel heeft dat hem onrecht wordt aangedaan en/of zaken niet gaan zoals hij zelf vindt dat ze zouden moeten gaan, kan hij impulsief overgaan tot bepaalde gedragskeuzes en neemt vervolgens het risico op gewelddadig gedrag toe. Hieruit blijkt dat de kans op herhaling bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling onverminderd groot is.
Conclusie
3.12
De rechtbank ziet dat het resocialiseringsproces van betrokkene de afgelopen jaren met vallen en opstaan is gegaan, maar het vallen wordt steeds minder. Als de maatregel in het huidige kader wordt verlengd, zal te zijner tijd opnieuw proefverlof worden aangevraagd, maar het is de vraag hoe zich dat zal ontwikkelen. Van de zijde van de kliniek is indringend betoogd dat betrokkene toe is aan een volgende stap die hem daadwerkelijk verder brengt in de resocialisatie. De huidige situatie draagt daaraan niet bij. Het is noodzakelijk dat betrokkene meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid krijgt, zij het vooralsnog met strakke en, zo nodig, directieve begeleiding. Dat zou dan moeten via het onder voorwaarden beëindigen van de verpleging.
3.13
De rechtbank kijkt ook naar de duur van de maatregel en het feit dat de behandeling in twee eerdere klinieken volledig is stukgelopen. Pas de laatste jaren in de [de kliniek] heeft betrokkene, voor zijn doen, grote vooruitgang geboekt. Het is van belang dit momentum vast te houden.
3.14
Anderzijds onderkent de rechtbank de risico’s van een overhaaste beëindiging van de verpleging. Als dat om welke reden dan ook mislukt, zijn de consequenties oneindig veel zwaarder en verstrekkender dan die van een ‘mislukt’ proefverlof, waarbij alleen al valt te wijzen op de plaatsing in een huis van bewaring in afwachting van selectie en plaatsing en de bijbehorende passantentermijn na een eventuele hervatting van de verpleging. Hetgeen hiervoor onder 3.6 is overwogen, moet worden afgezet tegen de overwegingen onder 3.9 en 3.10.
3.15
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat de beveiliging van de maatschappij de voortzetting van de verpleging van overheidswege niet langer eist. De rechtbank zal daarom overgaan tot beëindiging van de verpleging van overheidswege onder de voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd. Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij de voorgestelde voorwaarden kent en daarmee instemt en zal naleven.
3.16
Gezien dit, zal de maatregel worden verlengd nu de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen verlenging eisen. De duur van de verlenging is twee jaar, gezien de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging.
De beslissing
De rechtbank:
verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van [betrokkene] met
twee jaren.
beëindigt de verpleging van overheidswege onder het stellen van de volgende voorwaarden:
1. Betrokkene maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.
2. Betrokkene werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
 Betrokkene meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
 Betrokkene laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van betrokkene vast te stellen.
 Betrokkene houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
 Betrokkene helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
 Betrokkene werkt mee aan huisbezoeken.
 Betrokkene geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
 Betrokkene vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
 Betrokkene werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht.
3. Als de reclassering dat nodig vindt en betrokkene daarmee instemt, kan betrokkene voor een time-out worden opgenomen in een [de kliniek] ( [de kliniek] ) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of betrokkene deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.
4. Betrokkene gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering.
5. Betrokkene laat zich behandelen bij een forensische polikliniek of soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering indien de reclassering dit geïndiceerd vindt en voor zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
6. Betrokkene werkt mee aan de ambulante begeleiding in het kader van VPT door het Leger des Heils of een andere instelling. Betrokkene zal samen met de reclassering en de ambulante begeleiders doelen opstellen en betrokkene zal inzicht geven in de voortgang hiervan. Betrokkene werkt mee aan huisbezoeken en stelt zich begeleidbaar op.
7. Betrokkene gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek door middel van de RUMA-marker. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
8. Betrokkene gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.
9. Betrokkene zet zich in voor het realiseren en behouden (inspanningsverplichting) van een passende en door de reclassering goedgekeurde vorm van dagbesteding, bij voorkeur betaald werk, en houdt zich aan de voorwaarden/regels die aan hem worden gesteld. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.
10. Betrokkene geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden. Indien nodig werkt betrokkene mee aan budgetbeheer dan wel beschermingsbewind, ter beoordeling aan de reclassering.
De rechtbank geeft de reclassering Leger des Heils opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en betrokkene ten behoeve daarvan te begeleiden.
Deze beslissing is gegeven door mr. F.J.H. Hovens, voorzitter, mr. R.M.H. Pennings en mr. R.D. Leen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.L.M. van Schaik, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 april 2025.
mr. L.L.M. van Schaik is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.