Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
(…) Op 25 januari 1983 heeft de gemeente met u een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot een deel van de onroerende zaak, namelijk één woonwagenstandplaats en ¾ deel van het sloopterrein. Er is geen ondertekende huurovereenkomst, maar er is wel een besluit van het college van burgemeester en wethouders, waarin de afspraken tussen partijen zijn vastgelegd.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
Met de aspirant-huurders is overleg geweest over de te volgen regels die in het ontwerp-besluit zijn neergelegd. Daar konden zij in grote lijnen mee instemmen”. Het voorstel is tijdens de raadsvergadering van 25 januari 1983 besproken en bij raadsbesluit van die datum door de gemeenteraad overgenomen.