Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
11 maart 2025 drie producties in het geding gebracht.
2.De feiten
- Op 24 augustus de heer [gedaagde] aangesproken nadat hij medewerker had bedreigd. Dit was een onprettig gesprek waarin hij dreigend met een stok in de hand naar buiten kwam.
- De heer [gedaagde] heeft melding gemaakt dat er door onze medewerkers naar zijn dochter, 17, zou zijn gefloten. (…)
- Op 20 oktober is hij uit de woning gezet. Dit ging met een aantal verwensingen en dreigementen met aangifte aan het adres van de deurwaarder en officier van Justitie. (…)
- Op 21 oktober zijn er gordijnen in de wisselwoning opgehangen. Daar gaf hij aan dat wij geluk hebben dat wij te maken hebben met hem en niet met zijn vrienden, want die zouden niet zo vriendelijk zijn.
- Op een ander moment gaf hij aan dat zij vader in het spijkerkwartier heeft gewerkt. Als hij adresboekje nog in zijn bezit zou hebben dan had hij die mensen op ons afgestuurd.
- Hij gaf aan dat als er naar zijn dochter gefloten was dan waren we er niet zo goed van af gekomen.
- Op 2 november kwam er een mail van de heer [gedaagde] waarin staat dat hij ons beschuldigd van diefstal.
- Op donderdag 3 november stond hij in de projectwoning n.a.v. een ontvangen mail. Het eindigde er mee dat hij in onze woning en bij VHV een brandbom naar binnen zou gooien.
- Op maandag 7 november maakte hij foto’s van bedrijfsauto’s.
- Dinsdag 27 augustus dreigementen aan [naam 3] per telefoon
- Dinsdag 28 juni – per telefoon Lamlul genoemd”
“(…)
3.De vordering en het verweer
- [gedaagde] heeft op 6 mei 2022 [eiser] uitgemaakt voor ‘nazi-organisatie’ en op 28 juni 2022 de voormalig gemachtigde van [eiser] voor ‘lamlul’;
- [gedaagde] heeft op 24 augustus 2022 zich tegenover een medewerker van [bedrijf 1] racistisch uitgelaten en hem met een plantenspuit natgespoten;
- hij heeft op 15 oktober 2022 de voormalig gemachtigde een ‘flutadvocaat’ genoemd;
- hij heeft op 10 januari 2023 een schilder van [bedrijf 1] uitgescholden voor ‘nazi’ en vervolgens chloor op de raamdorpel waarmee de schilder bezig was gegooid;
- [gedaagde] heeft op 7, 9, 14 en 27 februari 2023 personeel van [bedrijf 1] beticht van seksuele intimidatie en de uitvoerder van [bedrijf 1] uitgemaakt voor pedofiel;
- op 24 augustus 2022 is [gedaagde] op medewerkers van [bedrijf 1] afgelopen met een stok in zijn hand;
- op 27 augustus 2022 heeft hij telefonische dreigementen geuit aan de voormalig gemachtigde van [eiser] ;
- op 21 oktober 2022 heeft hij gemeld dat “ [bedrijf 1] geluk heeft dat zij te maken hebben met hem en niet met zijn vrienden, want die zouden niet zo vriendelijk zijn” en dat “zijn vader in het spijkerkwartier heeft gewerkt en als [gedaagde] zijn vaders adresboekje nog in bezit zou hebben, dan had hij die mensen op [bedrijf 1] afgestuurd”;
- op 3 november 2022 heeft [gedaagde] gedreigd een brandbom naar binnen te gooien bij [eiser] en [bedrijf 1] ;
- op 2 november 2022, 26 en 27 juni 2023, 9 en 11 juli 2023 heeft [gedaagde] [eiser] en [bedrijf 1] beschuldigd van diefstal;
- op 21, 27 en 29 juni 2023 en 9 juli 2023 heeft [gedaagde] [eiser] en [bedrijf 1] beschuldigd van (het toestaan van) seksueel grensoverschrijdend gedrag;
- op 29 juni 2023, 3, 9, 11, 14 en 17 juli 2023 heeft [gedaagde] [eiser] en [bedrijf 1] uitgemaakt voor pedofielenvereniging en hen beschuldigd van pedofiel grensoverschrijdend gedrag.
4.De beoordeling
- “
- “
- “