Uitspraak
[bedrijf],
1.De procedure
2.De feiten
“Beloofd Theo 100% belofte”
“Hoi hoi maandag mag ik hem ophalen woensdag kom ik hem plaatsen en de krijtbord
Rechtbank Gelderland
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, heeft eiser, handelend onder de naam [bedrijf], een vordering ingesteld tegen gedaagde, [gedaagde in conv], met betrekking tot een overeenkomst van aanneming voor de bouw van een houten speelhuisje. Eiser vordert betaling van een openstaande aanneemsom van € 3.050,00, terwijl gedaagde in reconventie een gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst vordert. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 20 november 2024 en een mondelinge behandeling op 1 april 2025. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedaagde niet in verzuim is geweest, omdat hij geen ingebrekestelling heeft gedaan. De rechtbank oordeelt dat de overeenkomst in stand blijft en dat gedaagde de openstaande aanneemsom moet betalen. Daarnaast is gedaagde veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De vordering van gedaagde tot gedeeltelijke ontbinding is afgewezen, omdat er geen sprake was van verzuim aan de zijde van eiser. Het vonnis is uitgesproken op 7 mei 2025.