ECLI:NL:RBGEL:2025:3507

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 maart 2025
Publicatiedatum
7 mei 2025
Zaaknummer
C/05/446343 / FZ RK 25-128
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • E.J. Swiers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking rechterlijke machtiging inzake zorg en begeleiding van betrokkene

Op 3 februari 2025 vond een mondelinge behandeling plaats waarin werd vastgesteld dat er mogelijkheden zijn om de zorg voor betrokkene in de thuissituatie op te schalen. Tot voor kort was dit echter niet gefinancierd. Betrokkene vertoont ernstige agitatie en achterdocht door wanen, wat de huisarts ertoe aanzet om te onderzoeken of ambulante medicamenteuze behandeling met antipsychotica mogelijk is. De mentor van betrokkene, die ook als bewindvoerder optreedt, heeft aangegeven dat betrokkene door een recente erfenis meer financiële ruimte heeft, en heeft voorgesteld om te kijken naar een private partij voor begeleiding bij medicatie.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Zutphen
Zaaknummer: C/05/446343 / FZ RK 25-128
Datum uitspraak: 20 maart 2025
Beschikking rechterlijke machtiging
op het verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. I. Vreeken te Zutphen.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank verwijst voor het verloop van de procedure naar te (tussen)beschikking van 3 februari 2025 van deze rechtbank. Aanvullend heeft de rechtbank:
  • op 6 maart 2025 een update ontvangen van de betrokken casemanager dementie;
  • op 13 maart 2025 een intrekkingsbericht ontvangen van het CIZ.
1.2.
De rechtbank heeft gezien het verloop van de procedure geen aanleiding voor een verdere mondelinge behandeling en zal in het vervolg overgaan tot een beslissing.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank constateert dat het verzoek tot een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van betrokkene is ingetrokken. Om die reden zal de rechtbank het CIZ niet-ontvankelijk verklaren in haar verzoek.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
verklaart het CIZ niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.J. Swiers, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2025, in aanwezigheid van T. Akasbi, griffier.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.