ECLI:NL:RBGEL:2025:3741

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 april 2025
Publicatiedatum
14 mei 2025
Zaaknummer
C/05/449802 / FA RK 25-1175
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om zorgmachtiging in het kader van psychische stoornis en godsdienstige overtuigingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 22 april 2025 een beschikking gegeven inzake een verzoek om zorgmachtiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een bipolaire stemmingsstoornis, en dat haar gedragingen, die zij als uitoefening van haar godsdienst beschouwt, leiden tot ernstig nadeel voor haarzelf en haar omgeving. De rechtbank heeft de zorg voor haar minderjarige zoon als ondergeschikt aan haar godsdienstige overtuigingen beoordeeld, wat heeft geleid tot de conclusie dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging voor de duur van zes maanden verleend, met de noodzaak van medicatie, medische controles en andere therapeutische maatregelen. De rechtbank heeft benadrukt dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, aangezien de betrokkene geen ziektebesef of ziekte-inzicht toont. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Arnhem
Zaaknummer: C/05/449802 / FA RK 25-1175
Datum uitspraak: 22 april 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1977 in [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. W. Vahl te Barneveld.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 4 april 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 22 april 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • dhr. [naam] , als arts verbonden aan Pro Persona.

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De beoordeling

3.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
3.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Uit de medische verklaring blijkt dat sprake is van bipolaire stemmingsstoornissen. Betrokkene brengt tijdens de zitting naar voren dat zij de keuzes in haar leven maakt op basis van haar geloofsovertuiging en dat er geen sprake is van een psychische stoornis. Betrokkene vertelt dat zij is gered door God en dat zij sindsdien in zijn Koningschap leeft. Leven naar het Woord van God is voor haar het allerbelangrijkst en zij beseft zich dat dit op weerstand stuit ten opzichte van het werelds denken. Met de advocaat overweegt de rechtbank dat sprake is van een ingewikkelde verhouding tussen de uitoefening van godsdienst en de aanwezigheid van een psychische stoornis. Voor de rechtbank staat echter voldoende vast dat het ernstig nadeel zoals genoemd onder 3.3. wordt veroorzaakt door een psychische stoornis als bedoeld in de Wvggz. De rechtbank overweegt hiertoe dat de aanwezigheid van een psychische stoornis door een deskundige in de vorm van een (onafhankelijk) psychiater in de medische verklaring is vastgesteld. Wat de onafhankelijk psychiater beschrijft vindt ook steun in het overgelegde zorgplan. Daarbij blijkt uit zowel het zorgplan als de toelichting van de arts tijdens de zitting dat betrokkene in het verleden is gediagnosticeerd met een bipolaire- en psychotische stoornis en dat destijds medicamenteuze behandeling de intensiteit van de overtuigingen van betrokkene deed afnemen.
3.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige financiële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- ernstige verstoorde ontwikkeling;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
3.4.
Hoewel betrokkene het ernstig nadeel (waaronder voor derden) accepteert en kan beargumenteren waarom zij bepaalde keuzes maakt, blijkt uit de toelichting van de arts dat de overtuigingen van betrokkene en de mate waarin zij die tot uiting brengt zijn gekleurd door een psychose. In navolging van wat de advocaat tijdens de zitting naar voren brengt, overweegt de rechtbank dat vrijheid van godsdienst een grondrecht is. De rechtbank is echter van oordeel dat de gedragingen van betrokkene - wat volgens haar uitoefening van godsdienst is - in onderhavig geval tot ernstig nadeel (waaronder voor derden) leiden. Los van de gevolgen van haar keuzes voor van haar gezondheid, woonsituatie, financiën en het contact met haar familieleden, lijkt betrokkene uit haar liefde voor God de belangen van haar minderjarige zoon uit het oog te zijn verloren. De zorg voor haar minderjarige zoon is voor betrokkene op dit moment ondergeschikt aan de uitoefening van haar godsdienst. Haar zoon verblijft inmiddels, al dan niet met een machtiging tot uithuisplaatsing, niet meer bij haar thuis. Ook is hij getuige geweest van verbale en fysieke agressie van derden naar betrokkene naar aanleiding van de wijze waarop zij evangeliseert.
3.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig. De rechtbank vindt het belangrijk dat wordt bekeken of de relatie tussen betrokkene en haar geloof tot zodanige proporties kan worden teruggebracht dat zij mogelijk weer voor haar zoon kan zorgen. De rechtbank gunt het betrokkene dat hulpverlening betrokken is en dat behandeling kan worden ingezet.
3.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Uit de medische verklaring en tijdens de zitting blijkt dat betrokkene geen ziektebesef en ziekte-inzicht toont. Zoals onder 3.3. overwogen, is volgens betrokkene geen sprake van een psychische stoornis. Betrokken geeft aan dat zij goed eet en slaapt en dat geen behandeling nodig is. Zij brengt naar voren dat zij God zal blijven dienen op de wijze zoals zij dat nu doet. Gelet op het voorgaande is verplichte zorg nodig. De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
- opnemen in een accommodatie.
3.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.8.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[naam betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1977 in [geboorteplaats] ( [geboorteland] ), inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 3.6. kunnen worden getroffen;
4.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 22 oktober 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2025 door mr. E.J. Davids, rechter, in aanwezigheid van mr. L. Weijsters, griffier en op schrift gesteld op 6 mei 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.