In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 22 april 2025 een beschikking gegeven inzake een verzoek om zorgmachtiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een bipolaire stemmingsstoornis, en dat haar gedragingen, die zij als uitoefening van haar godsdienst beschouwt, leiden tot ernstig nadeel voor haarzelf en haar omgeving. De rechtbank heeft de zorg voor haar minderjarige zoon als ondergeschikt aan haar godsdienstige overtuigingen beoordeeld, wat heeft geleid tot de conclusie dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging voor de duur van zes maanden verleend, met de noodzaak van medicatie, medische controles en andere therapeutische maatregelen. De rechtbank heeft benadrukt dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, aangezien de betrokkene geen ziektebesef of ziekte-inzicht toont. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.