Uitspraak
1.EDE WONINGEN C.V.,
STICHTING EDE PROPERTY,
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft Ede Woningen c.s. een ontruimingsvordering ingesteld tegen [gedaagde] in het kader van een kort geding. De vordering betreft de ontruiming van een woning aan [adres], waar [gedaagde] een huurovereenkomst voor bepaalde tijd had. De huurovereenkomst was aangegaan voor de periode van 2 augustus 2024 tot en met 31 december 2024. Ede Woningen c.s. stelt dat [gedaagde] de woning niet heeft ontruimd na afloop van de huurovereenkomst en dat hij zonder recht of titel in de woning verblijft. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] verweer gevoerd, stellende dat hij geen alternatieve huisvesting heeft kunnen vinden.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de Wet vaste huurcontracten op 1 juli 2024 in werking is getreden, wat invloed heeft op de huurovereenkomsten die na deze datum zijn gesloten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Ede Woningen c.s. niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een sociale noodsituatie die een uitzondering op de nieuwe wetgeving rechtvaardigde. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de huurovereenkomst niet is geëindigd door tijdsverloop en aanzegging van de verhuurder, en dat [gedaagde] dus recht heeft op het gebruik van de woning. De vordering tot ontruiming is afgewezen en Ede Woningen c.s. is in de proceskosten veroordeeld.