ECLI:NL:RBGEL:2025:3973

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 mei 2025
Publicatiedatum
22 mei 2025
Zaaknummer
369840
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting van meerdere vrouwen door verdachte met geweld en bedreiging

Op 22 mei 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 55-jarige man, die werd beschuldigd van meerdere verkrachtingen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar en tbs met dwangverpleging. De zaak betreft vijf feiten van verkrachting, waarbij de verdachte vrouwen heeft gedwongen tot seksuele handelingen door middel van geweld en bedreiging. De slachtoffers, waaronder prostituees en een voormalige vriendin van de verdachte, hebben verklaard dat zij onder dwang en in een bedreigende situatie seksuele handelingen moesten ondergaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deze feiten, waarbij hij zijn fysieke overwicht heeft misbruikt en de wil van de slachtoffers heeft genegeerd. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, vooral gezien de kwetsbaarheid van de slachtoffers en het langdurige karakter van de misdragingen. De verdachte heeft een lange geschiedenis van geweldsdelicten en is eerder veroordeeld voor vergelijkbare feiten. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, maar oordeelt dat hij in staat was om zijn daden te begrijpen en te controleren. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij schadevergoeding is opgelegd voor de geleden immateriële schade.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.369840.24
Datum uitspraak : 22 mei 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1969 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. [verblijfplaats] .
raadsman: mr. F.J. Koningsveld, advocaat in Breda.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 12 april 2023 te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
het betasten en/of vastpakken en/of kneden van haar borst(en) en/of
het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis en/of vinger(s) in haar vagina en/of
het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis in haar mond en/of in haar anus,
welk geweld en/of een andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk, deze genoemde seksuele handelingen op brute en/of hardhandige wijze heeft uitgevoerd en/of zijn hand(en) op haar mond heeft gedrukt en/of daarbij haar de woorden heeft toegevoegd: “Je gaat je wel stilhouden hè” en/of “We gaan geen herrie maken hè”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking
en/of
met zijn hand(en) haar keel heeft dichtgeknepen/dichtgedrukt en/of misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht over die [slachtoffer 1] en/of
meerdere malen voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer 1] en/of
(aldus) een bedreigende situatie heeft gecreëerd waarin die [slachtoffer 1] zich niet aan bovengenoemde handelingen kon of durfde te onttrekken;
2
hij op of omstreeks 7 augustus 2024 te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, met een persoon, te weten [slachtoffer 2] , een of meer seksuele handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam heeft verricht, te weten het brengen/duwen van zijn penis in haar anus en/of haar vagina, terwijl hij, verdachte, wist dat bij die [slachtoffer 2] daartoe de wil ontbrak en welke opzetverkrachting werd voorafgaan door, vergezeld van en/of gevolgd door dwang, geweld en/of bedreiging, door
de deur van de laadruimte van het voertuig waarin verdachte en die [slachtoffer 2] lagen, te vergrendelen en/of
haar te beletten om die laadruimte te verlaten en/of
haar in een (soort) houtgreep vast te grijpen en/of
haar op haar buik te draaien/leggen en/of
haar meermalen, althans eenmaal met de vuist(en), met kracht, tegen haar hoofd te stompen/te slaan en/of
zijn hand(en) op haar mond te drukken en/of
haar aan de haren te trekken en/of
zijn knie(ën) in/tegen haar rug te drukken/duwen en/of haar een zogenaamd ‘knietje’ te geven en/of haar de woorden toe te voegen: “Je moet je bek dicht houden, kankerhoer, junkie”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
misbruik/gebruik te maken van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer 2] en/of
meerdere malen voorbij te gaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer 2] en/of
(aldus) een bedreigende situatie te creëren, waarin die [slachtoffer 2] zich niet aan bovengenoemde handelingen kon of durfde te onttrekken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 7 augustus 2024 te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, met een persoon, te weten [slachtoffer 2] , een of meer seksuele handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam heeft verricht, te weten het brengen/duwen van zijn penis in haar anus en/of haar vagina en/of, terwijl hij, verdachte, wist, althans ernstige reden had om te vermoeden dat bij die [slachtoffer 2] daartoe de wil ontbrak;
3
hij op of omstreeks 14 december 2022 te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3] , te weten
het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis in haar anus, welk geweld en/of een andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk, deze genoemde seksuele handelingen op brute en/of hardhandige wijze heeft uitgevoerd en/of
haar bij de polsen heeft vastgepakt en/of
(vervolgens) haar armen op haar rug heeft gedraaid en/of daar heeft vastgehouden en/of
haar (zodoende) heeft belet weg te kunnen komen en/of
misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht over die [slachtoffer 3] en/of
meerdere malen voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer 3] en/of
(aldus) een bedreigende situatie heeft gecreëerd waarin die Van Rooi zich niet aan bovengenoemde handelingen kon of durfde te onttrekken;
4
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2023 tot en met 1 juli 2024 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] , in elk geval in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4] , te weten het brengen/duwen van zijn penis in haar anus, welk geweld en/of een andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk,
deze genoemde seksuele handelingen op brute en/of hardhandige wijze heeft uitgevoerd en/of
deze genoemde seksuele handelingen verrichtte tot bloedens toe en zelfs tot uitscheuren van de anus van die [slachtoffer 4] en/of
die [slachtoffer 4] op haar buik heeft gelegd/gedraaid en/of
(vervolgens) op haar is gaan liggen en/of
haar heeft belet weg te gaan en/of
misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht over die [slachtoffer 4] en/of
meerdere malen voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van
verzet/weerstand van die [slachtoffer 4] en/of
(aldus) een bedreigende situatie heeft gecreëerd waarin die [slachtoffer 4] zich niet aan bovengenoemde handelingen kon of durfde te onttrekken;
5
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 juli 2024 tot en met 21 november 2024 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] , in elk geval in Nederland, met een persoon, te weten [slachtoffer 4] , een of meer seksuele handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4] heeft verricht, te weten het brengen/duwen van zijn penis in haar anus, terwijl hij, verdachte, wist dat bij die [slachtoffer 4] daartoe de wil ontbrak en welke opzetverkrachting werd voorafgaan door, vergezeld van en/of
gevolgd door dwang, geweld en/of bedreiging, hierin bestaande dat verdachte deze genoemde seksuele handelingen op brute en/of hardhandige wijze heeft uitgevoerd en/of
deze genoemde seksuele handelingen verrichtte tot bloedens toe en zelfs tot uitscheuren van de anus van die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 4] op haar buik heeft gelegd/gedraaid en/of
(vervolgens) op haar is gaan liggen en/of
haar heeft belet weg te gaan en/of
misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht over die [slachtoffer 4] en/of
meerdere malen voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van
verzet/weerstand van die [slachtoffer 4] en/of
(aldus) een bedreigende situatie heeft gecreëerd waarin die [slachtoffer 4] zich niet aan bovengenoemde handelingen kon of durfde te onttrekken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 2 juli 2024 tot en met 21 november 2024 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] , in elk geval in Nederland, met een persoon, te weten [slachtoffer 4] , een of meer seksuele handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4] heeft verricht, te weten het brengen/duwen van zijn penis in haar anus, terwijl hij, verdachte, wist, althans ernstige reden had om te vermoeden dat bij die [slachtoffer 4] daartoe de wil ontbrak.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1, 2 primair, 3, 4 en 5 primair. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en nader toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat de ten laste gelegde gewelds- en seksuele handelingen moeten worden uitgelegd als handelingen in het kader van de gewenste ruwe seks en daarover was overeenstemming met de aangeefsters.
Beoordeling door de rechtbank
[slachtoffer 1]
Op 12 april 2023 om 04.30 uur waren verbalisanten bij het [bedrijf] in [plaats 1] . Daar troffen ze [slachtoffer 1] aan. Zij verklaarde dat ze op 11 april 2023 omstreeks 23.00 uur op de tippelzone (aanvulling rechtbank: in [plaats 1] ) was. Ze is met een man naar zijn woning gegaan. In zijn woning heeft ze seks met hem gehad en daar kreeg ze € 22,- voor. De seks was niet normaal en hardhandig. Ze ervaarde pijn. De man had haar hardhandig van voor en achter vastgepakt en aan haar armen en benen getrokken. De man had ook in haar borsten geknepen. Op het moment dat ze ging schreeuwen van de pijn, drukte de man haar mond dicht. Hij heeft ook haar keel dichtgeknepen. De seks met de man was onbeschermd. De man is haar lichaam binnengegaan met zijn vingers en geslachtsdeel. [2]
Op 12 april 2023 heeft een informatief gesprek plaatsgevonden met [slachtoffer 1] . Ze vertelde dat ze met een man mee was gegaan naar zijn woning. De man deed [slachtoffer 1] pijn en de seks was veel te hard. [slachtoffer 1] begon te schreeuwen en zei meerdere malen dat de man moest stoppen, maar de man zei dat ze haar mond moest houden en drukte een hand op haar mond. De man zat hardhandig aan haar borsten waardoor het zeer deed. De seks bestond uit vingers in de vagina, penis in de vagina, de penis in de anus en de penis in de mond. [3]
Op 26 mei 2023 heeft [slachtoffer 1] aangifte gedaan. Ze is met een man meegegaan naar zijn woning in [plaats 1] . Er was niet veel afgesproken over wat ze zouden gaan doen. Er waren geen afspraken gemaakt over seksuele handelingen. Het ging gelijk zo wild en ruw dat het haar pijn deed. Ze begon te jammeren, geluid te maken. Hij zei: ‘We gaan geen herrie maken’ en ‘Je gaat je wel stilhouden hè’. [slachtoffer 1] zei dat hij haar pijn deed. Toen ze doorging met geluid maken, legde hij eerst een hand en daarna nog een hand strak op haar mond. Hij begon met vaginaal penetreren. Hij deed het zo woest en wild dat het echt pijn deed. Ze was aan het jammeren en zei dat hij moest opschieten, afronden, en dat ze pijn had. Hij zei dat hij flinke wilde seks wilde. Hij ging gewoon door. Op een gegeven moment stopte hij, maar begon hij in haar mond door te gaan. Echt wild beuken in haar keel. Dat deed hij ook met zijn geslachtsdeel. Ze kon alleen geluid maken van de pijn en vragen of hij opschoot, ophield, en dat hij haar pijn deed. Daar stopte hij ook mee en toen begon hij anaal. Dat deed gruwelijk zeer. Ze begon te gillen, maar toen kneep hij haar keel dicht. Ze schreeuwde dat hij moest stoppen. Als ze teveel geluid maakte, drukte hij twee handen op haar mond. Er is geen condoom gebruikt. [4]
Op 3 maart 2025 heeft [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris verklaard dat er van te voren geen afspraken zijn gemaakt welke handelingen wel of niet toegestaan waren. Hij pakte haar ook anaal en zij deed geen anaal. Dat was voor haar nog tig keer pijnlijker dan het andere. De manier waarop hij als een idioot ramde, in haar keel en van achteren. Ze zag nog net geen zwart voor haar ogen. Haar werd de mond gesnoerd en ze mocht niets zeggen. Hij was zo dominant en hij bepaalde wat en hoe lang het zou gebeuren. [5]
Getuige [getuige 1] is werkzaam als beveiliger bij onder andere de tippelzone in [plaats 1] . Een paar dagen na het incident heeft ze [slachtoffer 1] gesproken. [slachtoffer 1] vertelde dat ze met een man mee was gegaan. Ze was verkracht, gedrogeerd en bij haar keel gegrepen. [slachtoffer 1] begon te huilen. Op het moment dat [slachtoffer 1] dit vertelde zag getuige [getuige 1] emotie bij [slachtoffer 1] . Ze had [slachtoffer 1] nog nooit eerder zo gezien. [6]
Verdachte heeft verklaard dat hij die dag seks heeft gehad met [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] heeft verdachte gepijpt en hij heeft haar vaginaal en anaal gepenetreerd met zijn penis. [7]
[slachtoffer 2]
Op 8 augustus 2024 heeft een informatief gesprek plaatsgevonden met [slachtoffer 2] . Op 7 augustus 2024 was [slachtoffer 2] op [plek] (de tippelzone) in [plaats 1] . Een man kwam in een klein vrachtwagentje en [slachtoffer 2] is met hem meegegaan. Toen [slachtoffer 2] achterin de auto lag met de man deed hij zijn hand op haar mond en vergrendelde hij de achterdeur. Hij heeft [slachtoffer 2] toen anaal en vaginaal verkracht. [slachtoffer 2] schreeuwde, maar werd toen met de vuist geslagen. Hij gaf haar ook een knietje in de rug. Anaal deed vooral heel veel pijn en dit gebeurde zonder condoom. Daarna gooide hij haar de auto uit. De afspraak was € 30,- voor pijpen en seks met condoom. Hij wilde per se anaal, maar dat hadden ze niet afgesproken. Hij werd toen agressief. [8]
Op 13 augustus 2024 heeft [slachtoffer 2] aangifte gedaan. Ze hadden afgesproken dat ze alleen zou pijpen met condoom om voor € 30,-. Ze wilde eigenlijk geen seks hebben, maar sprak dit wel af omdat ze geld nodig had. Er is niets over anale seks afgesproken en dat doet ze sowieso nooit. Aan pijpen zijn ze niet toegekomen, hij begon gelijk grof en hardhandig. Haar kleding was gescheurd, omdat hij deze van haar lijf af trok. Hij pakte haar bij haar haren, armen en deed zijn hand op haar mond. Hij gaf een knietje en deed het toen anaal. Hij legde haar in de houtgreep door haar op haar buik te leggen. Hij deed een knietje op haar rug en hield haar armen vast. [slachtoffer 2] had veel pijn en toen had hij anale seks met haar. Ze schreeuwde vaak ‘niet doen, ik wil dit niet, houd op’. Ze heeft ook echt tegengestribbeld en gevochten. Hij zei dan dat ze haar bek moest houden, noemde haar kankerhoer en junkie. Hij deed dan telkens zijn hand op haar mond. Hij sloeg met zijn vuist op haar hoofd. Tijdens de anale seks had hij geen condoom om. [9]
Op 3 maart 2025 is [slachtoffer 2] als getuige gehoord bij de rechter-commissaris. De afspraak was dat ze hem zou pijpen of vaginale seks. Ze gaf aan dat ze niet anaal wilde en liever ook niet vaginaal. Ze schreeuwde en hij zei ‘ga je nou geluid maken’. Hij deed haar mond en neus dicht met zijn handen. Hij greep haar bij haar strot en wurgde haar bijna. Ze stikte bijna en daar schrok hij van. Dan stopte hij even. Ze kon weer geluid maken en zei ‘au au’ en ‘ik heb pijn’. Hij had haar in de houdgreep, een knie op haar borst en met haar arm achter haar rug. Deze hield hij vast. [10]
Op 8 mei 2024 heeft een forensisch medisch onderzoek plaatsgevonden bij [slachtoffer 2] . Op de onderrug was een langwerpige bloeduitstorting te zien van 12 centimeter. Een knie op de rug past volgens de forensisch arts goed bij dit letsel. [11]
Getuige [getuige 2] werkt bij [bedrijf] . Op 7 augustus 2024 had zij dienst. Getuige [getuige 2] zag dat [slachtoffer 2] rond 23.30 uur binnenkwam en dat haar kleren kapot waren. Zij hoorde [slachtoffer 2] zeggen: ‘Ik kan het niet vertellen, het is te erg wat er nu is gebeurd’. Ze zag dat zij zich omdraaide en weer naar buiten liep. Vijf minuten later kwam ze weer binnen, huilend, zeer emotioneel. Ze zei meteen dat ze verkracht was. Ze was ingestapt bij een man. Hij had haar verzocht om achterin het bestelbusje te gaan liggen. De deuren zaten dicht. Hij had haar op haar buik gelegd en haar hardhandig van achteren in haar kont genomen. Het was heftig, ernstig en pijnlijk. Op het moment dat [slachtoffer 2] het vertelde moest ze oprecht intens huilen. [12]
Verdachte heeft verklaard dat hij die dag vaginale en anale seks had met [slachtoffer 2] . [13]
[slachtoffer 3]
Op 20 september 2024 heeft [slachtoffer 3] aangifte gedaan. Na het incident, de verkrachting waarvan ze aangifte doet, heeft ze direct de GGD gebeld. Ze heeft op 14 en 15 december 2022 contact gehad met de GGD. Het heeft plaatsgevonden in de flat van de man in [plaats 1] . De eerste dag heeft ze hem gepijpt en hebben ze seks gehad. De volgende dag belde hij haar weer en vroeg of ze terug wilde komen. Hij wilde anale seks. Dit wees [slachtoffer 3] aan de telefoon al af. Hij heeft haar toen thuis opgehaald. Ze zouden gewoon weer een blowjob doen en seks, daarmee bedoelt ze de penis in de vagina. Ze heeft hem eerst gepijpt. Hij wilde op zijn hondjes, dat is op de knieën en hij achter haar. Ze kreeg een raar gevoel. Ze zei nog een keer dat ze niet anaal wilde. Ze zat op haar knieën en hij pakte haar vast bij haar beide polsen. Haar handen zaten toen op haar rug en hij hield haar polsen vast zodat ze haar armen niet kon bewegen. Ze kon geen kant op. Hij stopte zijn penis in haar kont. Toen deed hij haar armen voor haar en hij hield ze vast. Hij hield haar continu geklemd. Zijn penis zat nog in haar kont. Toen bewoog hij haar armen naast haar lichaam en hield ze daar vast. Ze was op haar buik komen te liggen, omdat hij duwde. Het deed heel veel pijn toen hij zijn penis in haar anus duwde. Dat was niet de afspraak. Ze kon toen onder hem vandaan komen. Ze wilde het geld teruggeven en vroeg of hij haar naar huis wilde brengen. Hij wilde nog een keer vaginale seks. Dat heeft ze uiteindelijk toch gedaan, omdat ze die € 40,- toch kon krijgen. Op het moment dat zijn penis in haar anus ging, zei [slachtoffer 3] dat ze dit niet wilde en dat het niet de afspraak was. Ze huilde en zei dat ze naar huis wilde. Ze heeft heel erg tegengewerkt. Ze had veel pijn in haar anus. Hij had geen condoom om. [14]
Op 17 maart 2025 is [slachtoffer 3] als getuige gehoord bij de rechter-commissaris en hier heeft ze hetzelfde verklaard als in haar aangifte. [15]
Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij de vriend is van [slachtoffer 3] . [slachtoffer 3] had tegen hem gezegd dat een jongen haar anaal had genomen en dat doet ze helemaal niet. Toen zij naar die jongen was gegaan, toen heeft ze het daarna gelijk, binnen een paar uurtjes aan hem verteld. Ze was er flink door van streek en heel emotioneel. [16]
Verdachte heeft verklaard dat hij die dag vaginale en anale seks heeft gehad met [slachtoffer 3] . [17]
[slachtoffer 4]
Op 21 november 2024 is [slachtoffer 4] gehoord als getuige. Zij woont in [plaats 1] en heeft een relatie met [verdachte] (de rechtbank begrijpt: verdachte). Dit is een slechte relatie. Ze wil op seksgebied sommige zaken niet. Ze heeft hem uitgelegd waarom ze dingen niet wil. Soms probeert hij een ‘nee’ in een ‘ja’ te veranderen. Ze wilde geen anale seks. Ze heeft pijn gehad en heeft [verdachte] het bloed laten zien. Ze is zelfs bij de huisarts geweest. Ze zei tegen [verdachte] dat ze geen anaal wilde en dat het pijn deed. Hij probeerde het op allerlei manieren voor elkaar te krijgen. Hij zei vaak dat het niet waar was en dat hij ook moest genieten. Dan kon ze drie dagen niet zitten. Tijdens de seks legde hij haar op haar buik en ging hij op haar liggen. Ze kon nergens heen. Ze heeft niet de kracht om hem van haar af te krijgen. Ze zei dan dat ze niet anaal wilde, maar hij deed het dan toch. Ze heeft hem laten zien dat ze uit haar anus bloedde. Hij zei dat dat normaal was. Wat betreft het gedeelte anaal is ze wel eens uitgescheurd. Dit heeft ze tegen [verdachte] gezegd. Het is misschien wel 30 of 50 keer gebeurd. De laatste keer was in [plaats 2] . [18]
Op 29 november 2024 heeft [aangever] aangifte gedaan namens haar dochter [slachtoffer 4] ( [slachtoffer 4] ) [slachtoffer 4] . Haar dochter heeft zuurstoftekort gehad bij de geboorte en daardoor een hersenbeschadiging opgelopen. Door de huisarts en instanties is gezegd dat zij verstandelijk op het niveau zit van 8 tot 12 jaar. In 2022 heeft [slachtoffer 4] melding gedaan bij de politie. [19]
Op 1 mei 2025 is [slachtoffer 4] gehoord door de rechter-commissaris, door tussenkomst van een daartoe opgeleide zedenrechercheur en in een studioverhoorruimte. In dit verhoor verklaarde [slachtoffer 4] dat [verdachte] haar dwong om plat te gaan liggen en dan nam hij haar anaal. Ze heeft meerdere malen aangegeven dat hij moest stoppen, dat het haar pijn deed en dat ze het niet wilde, maar dan luisterde hij niet. Ze heeft ook vaak geprobeerd om er onderuit te komen, maar [verdachte] hield haar dan tegen. Ze trapte en schopte hem dan ook, maar kon er niet onderuit komen. Op dat moment hield hij haar polsen vast en ging hij bovenop haar liggen. Hij zei dat ze moest luisteren, haar kop dichthouden en haar mond dichthouden. Hij zei dat ze hem moest laten genieten. [slachtoffer 4] zei dat hij moest stoppen en ze heeft veel gehuild. [verdachte] luisterde vanaf twee of drie maanden voor haar eerste aangifte niet naar [slachtoffer 4] . Ze heeft blauwe plekken aan haar polsen en pijn in haar rug, omdat ze er onderuit wilde komen. Ze heeft ook zware anale bloedingen gehad. [20]
Verdachte heeft verklaard dat hij tijdens zijn relatie met [slachtoffer 4] anale seks met haar heeft gehad en het initiatief hiertoe altijd van hem kwam. [21]
Schakelbewijs
De rechtbank zal, gelet op de modus operandi, gebruik maken van de schakelbewijsconstructie.
De rechtbank overweegt dat indien de bewezenverklaring leunt op een enkele aangifte de vraag of er voldoende steunbewijs is, afhankelijk is van de feiten en omstandigheden van het concrete geval. Het benodigde steunbewijs kan ook bestaan uit schakelbewijs. Met schakelbewijs wordt bedoeld een bewijsvoering waarbij voor de bewezenverklaring van het feit mede redengevend wordt geacht de – uit één of meer bewijsmiddelen blijkende – omstandigheid dat de verdachte bij andere strafbare feiten betrokken was. Daarbij is ten minste vereist dat de wijze waarop de feiten zijn begaan op essentiële punten overeenkomt.
De rechtbank is van oordeel dat de wijze waarop verdachte volgens de aangeefsters heeft gehandeld op essentiële punten overeenkomt en daarmee met de omschreven modus operandi. Er is dan ook sprake van eenzelfde manier van handelen. In alle gevallen heeft er tegen de wil van de aangeefsters anale seks plaatsgevonden. In het geval van de aangeefsters [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] vond de seks tegen betaling plaats en was van te voren niet afgesproken dat er anale seks zou plaatsvinden. Bij zowel [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] hield verdachte de armen vast, zodat ze niet weg konden komen. Bij [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] duwde verdachte hen op hun buik en ging bovenop hen liggen, waardoor ze er niet onderuit konden. Verdachte heeft bij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn handen op hun mond gedaan en de keel dichtgeknepen. Tot slot heeft hij tegen zowel [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4] gezegd dat ze hun mond dicht moesten houden of woorden van gelijke strekking.
Conclusie
Gelet op de bovengenoemde bewijsmiddelen en de modus operandi die op essentiële punten overeenkomt acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de (feitelijke) handelingen zoals ten laste gelegd onder de feiten 1, 2, 3, 4 en 5 heeft gepleegd, waarbij hij deze handelingen onder de feiten 4 en 5 veelvuldig, althans meerdere malen, heeft gepleegd.
De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden hoe dit moet worden gekwalificeerd. Voor de feiten 1, 3 en 4 is de oude wetgeving van toepassing. In dat geval moeten de aangeefsters door geweld of een andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid zijn gedwongen tot het ondergaan van de handelingen. Voor de feiten 2 en 5 is de nieuwe zedenwetgeving van toepassing. Gelet op de bewezenverklaarde handelingen is de rechtbank van oordeel dat verdachte door middel van geweld de aangeefsters heeft gedwongen tot het ondergaan van de handelingen, waarbij onder de feiten 2 en 5 zijn opzet daar ook op was gericht. Ten aanzien van feit 2 acht de rechtbank, naast het anaal binnendringen, ook de opzetverkrachting bewezen voor zover het ziet op het binnendringen van de vagina, omdat verdachte direct de achterdeur heeft vergrendeld, haar vastpakte bij haar haren en armen en zijn hand op haar mond deed. Hierbij stribbelde zij tegen.
Dat de handelingen, zoals door de raadsman gesteld moet worden uitgelegd als een handeling in het kader van de gewenste en afgesproken ruwe seks, blijkt op geen enkele manier uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen. Sterker nog, de aangeefsters hebben op een duidelijke manier – zowel verbaal als non-verbaal – laten blijken dat ze het niet wilden. Desondanks ging verdachte door met zijn handelingen. Daarbij komt dat verdachte in alle gevallen misbruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht op de aangeefsters.
De rechtbank acht dan ook feit 1, feit 2 primair, feit 3, feit 4 en feit 5 primair wettig en overtuigend bewezen. Ten aanzien van feit 5 zal de rechtbank de periode beperken tot en met 19 november 2024, omdat verdachte op die datum is aangehouden.

3. De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1
hij op
of omstreeks12 april 2023 te [plaats 1] ,
in elk geval in Nederland, door geweld
of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
het betasten en
/ofvastpakken en
/ofkneden van haar borst
(en
)en
/of
het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis en
/ofvinger(s) in haar vagina en
/of
het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis in haar mond en/
ofin haar anus,
welk geweld
en/of een andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,hierin heeft
/hebbenbestaan dat verdachte opzettelijk, deze genoemde seksuele handelingen op brute en/of hardhandige wijze heeft uitgevoerd en
/ofzijn hand
(en
)op haar mond heeft gedrukt en
/ofdaarbij haar de woorden heeft toegevoegd: “Je gaat je wel stilhouden hè” en
/of“We gaan geen herrie maken hè”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking
en
/of
met zijn hand
(en
)haar keel heeft dichtgeknepen/dichtgedrukt en
/ofmisbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht over die [slachtoffer 1] en
/of
meerdere malen voorbij is gegaan aan de verbale en
/ofnon-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer 1] en
/of
(aldus) een bedreigende situatie heeft gecreëerd waarin die [slachtoffer 1] zich niet aan bovengenoemde handelingen kon of durfde te onttrekken;
2, primair
hij op
of omstreeks7 augustus 2024 te [plaats 1] ,
in elk geval in Nederland, met een persoon, te weten [slachtoffer 2] , een of meer seksuele handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam heeft verricht, te weten het brengen/duwen van zijn penis in haar anus en
/ofhaar vagina, terwijl hij, verdachte, wist dat bij die [slachtoffer 2] daartoe de wil ontbrak en welke opzetverkrachting werd
voorafgaan door,vergezeld van
en/of gevolgd doordwang, geweld en
/ofbedreiging, door
de deur van de laadruimte van het voertuig waarin verdachte en die [slachtoffer 2] lagen, te vergrendelen en
/of
haar te beletten om die laadruimte te verlaten en
/of
haar in een (soort) houtgreep vast te grijpen en
/of
haar op haar buik te draaien/leggen en
/of
haar meermalen, althans eenmaal met de vuist(en), met kracht, tegen haar hoofd te stompen/te slaan en
/of
zijn hand(en) op haar mond te drukken en
/of
haar aan de haren te trekken en
/of
zijn knie(ën) in/tegen haar rug te drukken/duwen en
/ofhaar een zogenaamd ‘knietje’ te geven en
/ofhaar de woorden toe te voegen: “Je moet je bek dicht houden, kankerhoer, junkie”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
/of
misbruik/gebruik te maken van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer 2] en
/of
meerdere malen voorbij te gaan aan de verbale en
/ofnon-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer 2] en
/of
(aldus) een bedreigende situatie te creëren, waarin die [slachtoffer 2] zich niet aan bovengenoemde handelingen kon of durfde te onttrekken;
3
hij
op ofomstreeks 14 december 2022 te [plaats 1] ,
in elk geval in Nederland, door geweld
of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,[slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 3] , te weten
het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis in haar anus, welk geweld
en/of een andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,hierin heeft/
hebbenbestaan dat verdachte opzettelijk, deze genoemde seksuele handelingen op brute en/of hardhandige wijze heeft uitgevoerd en
/of
haar bij de polsen heeft vastgepakt en
/of
(vervolgens) haar armen op haar rug heeft gedraaid en
/ofdaar heeft vastgehouden en
/of
haar (zodoende) heeft belet weg te kunnen komen en
/of
misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht over die [slachtoffer 3] en
/of
meerdere malen voorbij is gegaan aan de verbale en
/ofnon-verbale signalen van verzet/weerstand van die [slachtoffer 3] en
/of
(aldus) een bedreigende situatie heeft gecreëerd waarin die [slachtoffer 3] zich niet aan bovengenoemde handelingen kon of durfde te onttrekken;
4
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 januari 2023 tot en met 1 juli 2024 te [plaats 1] en
/ofte [plaats 2] ,
in elk geval in Nederland, door geweld
of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,[slachtoffer 4] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4] , te weten het brengen/duwen van zijn penis in haar anus, welk geweld
en/of een andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, hierin heeft/
hebbenbestaan dat verdachte opzettelijk,
deze genoemde seksuele handelingen op brute en/of hardhandige wijze heeft uitgevoerd en
/of
deze genoemde seksuele handelingen verrichtte tot bloedens toe en zelfs tot uitscheuren van de anus van die [slachtoffer 4] en/
of
die [slachtoffer 4] op haar buik heeft gelegd/gedraaid en
/of
(vervolgens) op haar is gaan liggen en/
of
haar heeft belet weg te gaan en/
of
misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht over die [slachtoffer 4] en
/of
meerdere malen voorbij is gegaan aan de verbale en
/ofnon-verbale signalen van
verzet/weerstand van die [slachtoffer 4] en
/of
(aldus) een bedreigende situatie heeft gecreëerd waarin die [slachtoffer 4] zich niet aan bovengenoemde handelingen kon of durfde te onttrekken;
5, primair
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 2 juli 2024 tot en met
19november 2024 te [plaats 1] en
/ofte [plaats 2] ,
in elk geval in Nederland, met een persoon, te weten [slachtoffer 4] , een of meer seksuele handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 4] heeft verricht, te weten het brengen/duwen van zijn penis in haar anus, terwijl hij, verdachte, wist dat bij die [slachtoffer 4] daartoe de wil ontbrak en welke opzetverkrachting werd
voorafgaan door,vergezeld van
en/of
gevolgd doordwang, geweld en/of bedreiging, hierin bestaande dat verdachte deze genoemde seksuele handelingen op brute en/of hardhandige wijze heeft uitgevoerd en
/of
deze genoemde seksuele handelingen verrichtte tot bloedens toe en zelfs tot uitscheuren van de anus van die [slachtoffer 4] en
/ofdie [slachtoffer 4] op haar buik heeft gelegd/gedraaid en
/of
(vervolgens) op haar is gaan liggen en
/of
haar heeft belet weg te gaan en
/of
misbruik/gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht over die [slachtoffer 4] en
/of
meerdere malen voorbij is gegaan aan de verbale en/
ofnon-verbale signalen van
verzet/weerstand van die [slachtoffer 4] en
/of
(aldus) een bedreigende situatie heeft gecreëerd waarin die [slachtoffer 4] zich niet aan bovengenoemde handelingen kon of durfde te onttrekken.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 en feit 3
verkrachting
feit 2, primair:
opzetverkrachting vergezeld van dwang, geweld en bedreiging
feit 4:
verkrachting, meermalen gepleegd
feit 5, primair:
opzetverkrachting vergezeld van dwang, geweld en bedreiging, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar en daarnaast om aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging op te leggen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om geen tbs met dwangverpleging op te leggen. In de rapportages zijn hiervoor geen aanknopingspunten te vinden. Indien er zorgen zijn over de kans op recidive dan is een voorwaardelijke straf van lange duur meer passend.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verkrachting van vier vrouwen, waarvan drie vrouwen werkzaam zijn als prostituee en één vrouw zijn toenmalige vriendin was. Alle vier de vrouwen heeft hij op gewelddadige wijze gedwongen tot het ondergaan van (anale) seks. Verdachte heeft hiermee een zeer grove inbreuk gemaakt op hun lichamelijke integriteit. Uit de toelichting op de schadevorderingen blijkt dat dit grote psychische en bij een aantal vrouwen ook fysieke gevolgen heeft gehad. De rechtbank neemt het verdachte extra kwalijk dat hij op ernstige wijze misbruik heeft gemaakt van de kwetsbaarheid van deze vrouwen, vrouwen die vanwege hun werk in een kwetsbare positie zitten en een partner die vanwege haar verstandelijke beperking extra kwetsbaar is. Daar komt ten aanzien van de partner bij dat het meermaals gedurende een lange periode heeft plaatsgevonden en dat zij, juist bij haar eigen vriend en in haar eigen woning, er op had mogen vertrouwen dat zij veilig was. Dit vertrouwen heeft verdachte ernstig geschaad.
Justitiële documentatie
Uit de justitiële documentatie van 29 april 2025 blijkt dat verdachte op 7 april 2025 en 11 februari 2025 is veroordeeld wegens overtreding artikel 8 lid 5 (rijden onder invloed van drugs) van de Wegenverkeerswet. Hiermee is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing.
Verder is verdachte in 1991 verdachte onder andere veroordeeld voor drie verkrachtingen en twee aanrandingen. Hij heeft hiervoor een gevangenisstraf van 5 jaar en de tbs-maatregel met dwangverpleging opgelegd gekregen.
Toerekenbaarheid
De rechtbank heeft kennisgenomen van het psychiatrisch rapport van dr. L.H. W.M. Kaiser van 12 maart 2025. Hieruit blijkt dat verdachte lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van een niet nader gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en borderline kenmerken en een stoornis in het harddrugsgebruik (meest recent ketamine), matig, in remissie. De persoonlijkheidsstoornis was niet dusdanig dat hij daardoor geen keuzevrijheid meer had in zijn seksuele leven of dat hij geen hulp meer kon inschakelen. Het leidde wel tot verbale gecontroleerde instrumentele agressie en impulsief gedrag. Verdachte ontkent de tenlastegelegde feiten en om die reden kan de psychiater geen uitspraak doen over het toerekenen.
Uit het psychologisch rapport van drs. C.M. Hopman-van Emmerik van 27 maart 2025 blijkt dat verdachte lijdt aan een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis, met borderline- en antisociale kenmerken, een stoornis in het gebruik van cannabis, licht, in remissie in een gereguleerde omgeving, een stoornis in het gebruik van cocaïne: matig, in langdurige remissie, een stoornis in het gebruik van een opioïde, in langdurige remissie en een stoornis in het gebruik van een hallucinogeen (ketamine), matig, in vroege remissie in een gereguleerde omgeving. Verdachte is niet in staat geweest om zijn gedrag te toetsen en te reflecteren op zijn eigen gedrag. Zijn vermogen om zijn eigen gedrag en gevoelsleven, maar ook dat van anderen, op juiste wijze in te schatten is beperkt. Verdachte ontkent de agressie en daardoor is het volgens de psycholoog niet mogelijk om te onderbouwen in welke mate de geconstateerde stoornis doorwerkte in de tenlastegelegde feiten. Er is om die reden ook geen verband aan te geven tussen de diagnose en het delict. De psycholoog kan dan ook niet adviseren in hoeverre het tenlastegelegde verdachte is toe te rekenen.
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat er sprake was van een psychische stoornis en dat deze aanwezig was ten tijde van het plegen van de feiten. Uit het voorgaande blijkt ook dat deze stoornis het handelen van verdachte tot op zekere mate beïnvloedde, maar niet dat hij helemaal geen keuzevrijheid meer had. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de feiten verdachte in verminderde mate kunnen worden toegerekend. De rechtbank kan, anders dan de deskundigen, tot dit oordeel komen, omdat wordt uitgegaan van de bewezenverklaring zoals hiervoor is vastgesteld.
Tbs maatregel met dwangverpleging
Uit het rapport van de psychiater blijkt verder dat verdachte tbs met dwangverpleging heeft gehad vanaf 1991 tot december 2015 wegens meerdere verkrachtingen. Als in het onderhavige onderzoek wordt gesproken over seks dan lijkt verdachte vanuit morele overwegingen weinig grenzen te kennen en is de enige grens of hij het prettig vindt of niet. Hij toont niet dat hij het in de tbs geleerde toepast in het heden vanuit het ontslag uit de tbs. Het risicomanagement dat hij toen had, heeft weinig betekenis meer voor hem. Zijn geweten is daarbij lacunair en zijn persoonlijkheid kinderlijk. Hij kende vanuit de tbs-behandeling de signalen, aldus verdachte, waar hij op moet letten maar toch heeft hij na afloop van de tbs een leven geleid dat als ‘risicovol’ in dat verband kan worden geduid. Hij koos daarvoor en heeft geen hulp ingeschakeld omdat hij zijn seksuele gedrag en drugsgebruik goedkeurde en hij zich wel hield aan de grenzen vanuit de seksclubs. Gelet op de ontkennende houding van verdachte kan er geen advies worden gegeven over het recidiverisico en over het juridisch kader.
In het psychologisch rapport staat beschreven dat verdachte in grote lijnen zijn seksuele gedragingen en seksuele behoeften benoemt, waarbij hij mogelijk problematische kanten blijft ontkennen. Gezien de seksuele wensen van verdachte, de aanwezigheid van dominantie/macht binnen seksuele handelingen en het feit dat hij deze als volstrekt egosyntoon beschouwt, zou dat op een parafiele stoornis kunnen wijzen. Deze stoornis kan echter niet eenduidig worden gesteld, maar ook niet volledig worden uitgesloten. Het risico op recidive schat de psycholoog in als matig-hoog.
In het reclasseringsadvies van 1 mei 2025 staat dat uit dossierinformatie blijkt dat verdachte in de tbs-kliniek moeite had om zich te houden aan voorwaarden en afspraken. Ook tijdens het toezicht voorwaardelijke beëindiging hield hij zich niet voldoende aan de opgelegde bijzondere voorwaarden. Verdachte heeft problemen met zijn impulscontrole en het accepteren van autoriteit van anderen. Hij hecht veel belang aan het behouden van zijn eigen autonomie. Het risico op recidive wordt ingeschat als hoog. De reclassering adviseert negatief over tbs met voorwaarden, omdat zij geen mogelijkheid zien om met voorwaarden de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen. Bij een veroordeling adviseren zij een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen.
Op grond van de hiervoor aangehaalde rapporten en het verhandelde ter terechtzitting stelt de rechtbank vast dat verdachte, ondanks dat hij ruim 20 jaar in de tbs heeft gezeten, geen ziektebesef heeft. Hij ontkent de bewezenverklaarde feiten en heeft ten tijde van het plegen van daarvan niet toegepast wat hij in de tbs heeft geleerd. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat (opnieuw) behandeling ter voorkoming van recidive in een gedwongen kader noodzakelijk is, zodat oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging passend en geboden is.
De rechtbank stelt verder vast dat de onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 primair bewezenverklaarde feiten misdrijven zijn als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, onder 2, van het Wetboek van Strafrecht waarvoor terbeschikkingstelling mogelijk is. De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging eist.
De bewezenverklaarde feiten zijn misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Op grond van artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht is de maatregel dan ook niet in duur gemaximeerd.
Gevangenisstraf
De ernst van de feiten rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank daarnaast een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij het bepalen van de hoogte heeft de rechtbank acht geslagen op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). De oriëntatiepunten gaan bij verkrachting met geweld uit van een gevangenisstraf van 36 maanden. In onderhavige zaak gaat het over vier verkrachtingen, waarbij hij één van de vrouwen, te weten zijn partner, gedurende een lange periode veelvuldig heeft verkracht. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar passend en geboden. Dit is een hogere straf dan geëist door de officier van justitie, maar de rechtbank is van oordeel dat een gevangenisstraf van zes jaar niet genoeg recht doet aan het aantal en de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

Benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen kunnen worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vorderingen dienen te worden afgewezen vanwege de bepleitte vrijspraken. Subsidiair stelt de verdediging zich op het standpunt dat de vorderingen erg laat zijn ingediend. Ze zijn complex en leveren een onevenredige belasting op van het strafproces. Meer subsidiair refereert de verdediging zich ten aanzien van de materiële schade (die is gevorderd door benadeelde partij [slachtoffer 4] ) aan het oordeel van de rechtbank. De immateriële schade is niet toewijsbaar en dient zo nodig door de civiele rechter te worden beoordeeld.
Benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft in verband met feit 1 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 15.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft in verband met feit 2 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 15.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
De benadeelde partij D. [slachtoffer 3] heeft in verband met feit 3 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 20.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Overweging van de rechtbank
De rechtbank overweegt ten eerste dat de verdediging had mogen veronderstellen dat er gelet op de ernst van de feiten vorderingen tot schadevergoeding zouden kunnen worden ingediend. Daarbij komt dat de vorderingen overzichtelijk zijn. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de verdediging voldoende tijd heeft gehad om zich hierop voor te bereiden en dat het geen onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
De benadeelde partij heeft volgens artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) recht op vergoeding van smartengeld in het geval dat de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast. Om te spreken van een aantasting in persoon op andere wijze moet sprake zijn van geestelijk letsel of een diepe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke integriteit of een fundamenteel recht.
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vorderingen is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partijen door het bewezenverklaarde schade hebben geleden die binnen deze categorie van artikel 6:106 BW valt. De aard en ernst van de normschending brengen in dit geval met zich dat de gestelde nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelden zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. De rechtbank is aldus van oordeel dat de benadeelden immateriële schade hebben geleden die het rechtstreekse gevolg is van de door de verdachte gepleegde feiten. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van de feiten en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar billijkheid zal zij voor de benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] het smartengeld op een bedrag van € 10.000,- vaststellen. De rechtbank zal de vorderingen tot smartengeld voor het meerdere afwijzen.
Verdachte is voor benadeelde partij [slachtoffer 1] vanaf 12 april 2023, voor [slachtoffer 2] vanaf 7 augustus 2024 en voor [slachtoffer 3] vanaf 14 december 2022 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f Sr de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht de aan de benadeelde partijen toegewezen bedragen aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
Benadeelde partij [slachtoffer 4]
De benadeelde partij [slachtoffer 4] heeft in verband met de feiten 4 en 5 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 422,39 aan materiële schade en € 20.000,- aan smartengeld, allebei vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Overweging van de rechtbank
De rechtbank overweegt ten eerste dat de verdediging had mogen veronderstellen dat er gelet op de ernst van de feiten een vordering tot schadevergoeding zou kunnen worden ingediend. Daarbij komt dat de vordering overzichtelijk is. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de verdediging voldoende tijd had om deze voor te bereiden en dat het geen onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
Materiële schade
De gevorderde schade bestaat uit reiskosten, medische kosten en de kosten van een nieuw telefoonabonnement.
De reiskosten bestaan uit reiskosten naar het politiebureau, de advocaat en de psycholoog. De reiskosten voor een bezoek aan het politiebureau en de advocaat zijn niet aan te merken als schade die rechtstreeks is geleden door het strafbare feit, maar als proceskosten. Een redelijke uitleg van artikel 532 Sv brengt mee dat bij de begroting van de proceskosten dezelfde maatstaf wordt gehanteerd als in civiele procedures. Op grond van artikel 238 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) komen reis- en verblijfkosten slechts voor vergoeding in aanmerking indien in persoon - dat wil zeggen: zonder gemachtigde (advocaat) - wordt geprocedeerd. Procedeert de benadeelde partij met een gemachtigde, dan komen slechts de kosten voor salaris en noodzakelijke verschotten van de gemachtigde voor vergoeding in aanmerking, en dus niet ook de in artikel 238 lid 1 Rv bedoelde kosten van de benadeelde partij. Dit betekent dat voornoemde reiskosten niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat [slachtoffer 4] is vertegenwoordigd door een gemachtigde. Deze kosten worden daarom afgewezen.
De reiskosten voor de psycholoog, medische kosten en de kosten voor het nieuwe telefoonabonnement zijn niet betwist. Deze zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering tot materiële schade voor wat betreft de reiskosten voor het bezoek aan de psycholoog, de medische kosten en de kosten voor een nieuw telefoonabonnement kunnen worden toegewezen (in totaal een bedrag van € 406,15).
Smartengeld
De benadeelde partij heeft volgens artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) recht op vergoeding van smartengeld in het geval dat de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast. Om te spreken van een aantasting in persoon op andere wijze moet sprake zijn van geestelijk letsel of een diepe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke integriteit of een fundamenteel recht.
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen deze categorie van artikel 6:106 BW valt. De aard en ernst van de normschending brengen in dit geval met zich dat de gestelde nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. De rechtbank is aldus van oordeel dat de benadeelde immateriële schade heeft geleden die het rechtstreekse gevolg is van de door de verdachte gepleegde feiten. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit, de lange periode waarin het bewezenverklaarde meermaals heeft plaatsgevonden en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 15.000,- vaststellen. De rechtbank zal de vordering tot smartengeld voor het meerdere afwijzen.
De wettelijke rente
Verdachte is voor de reiskosten naar de psycholoog en de medische kosten (in totaal € 386,32) wettelijke rente vanaf 22 mei 2025 verschuldigd. Voor de kosten voor het nieuwe telefoonabonnement (in totaal € 19,83) is hij wettelijke rente vanaf 3 december 2024 verschuldigd. Gelet op de lange periode waarin het bewezenverklaarde heeft plaatsgevonden is verdachte naar billijkheid vanaf 1 juli 2023 wettelijke rente over de toegewezen immateriële schade (€ 15.000,-) verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f Sr de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 37a, 37b, 57, 63, 242 (oud) en 243 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
acht (8) jarenen beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 gelast dat verdachte
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van
overheidswege zal worden verpleegd;
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 10.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 april 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 wijst de vordering tot smartengeld voor het meerdere af;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 10.000,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 april 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 85 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;

Benadeelde partij [slachtoffer 2]

  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 10.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 augustus 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 wijst de vordering tot smartengeld voor het meerdere af;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 2] , een bedrag te betalen van € 10.000,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 augustus 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 85 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 3 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van € 10.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 december 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 wijst de vordering tot smartengeld voor het meerdere af;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 3] , een bedrag te betalen van € 10.000,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 december 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 85 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij [slachtoffer 4]
 veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 4 en 5 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van € 406,15 aan materiële schade en € 15.000,- aan smartengeld. Voor wat betreft de reiskosten naar de psycholoog en de medische kosten (in totaal € 386,32) is verdachte wettelijke rente vanaf 22 mei 2025 verschuldigd. Voor de kosten voor het nieuwe telefoonabonnement (in totaal € 19,83) is hij wettelijke rente vanaf 3 december 2024 verschuldigd en voor de toegewezen immateriële schade (15.000,-) is hij wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 verschuldigd. Dit geldt tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald.
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 wijst de vordering tot materiële schade en smartengeld voor het meerdere af;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 4] , een bedrag te betalen van € 406,15 aan materiële schade en € 15.000,- aan smartengeld. Voor wat betreft de reiskosten naar de psycholoog en de medische kosten (in totaal € 386,32) is verdachte wettelijke rente vanaf 22 mei 2025 verschuldigd. Voor de kosten voor het nieuwe telefoonabonnement (in totaal € 19,83) is hij wettelijke rente vanaf 3 december 2024 verschuldigd en voor de toegewezen immateriële schade (15.000,-) is hij wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 wettelijke rente verschuldigd. Dit geldt tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 112 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partijen in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Veldhuizen (voorzitter), mr. M. Rietveld en mr. R.M. Schoo, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.L. Tuitert, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 mei 2025.

Mr. Van Veldhuizen en mr. Rietveld zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummers 2023159413 / 2024367936 / 2024441801 / 2024559191, gesloten op 19 februari 2025 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 20.
3.Proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden, p. 23.
4.Proces-verbaal van aangifte, [slachtoffer 1] , p. 28 t/m 32.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris op 3 maart 2025.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] Gerritz, p. 38 en 39.
7.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2025.
8.Proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden, p. 68.
9.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , p. 71 t/m 75.
10.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] bij de rechter-commissaris op 3 maart 2025.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1 en 2 (aanvullend procesdossier).
12.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 80 t/m 83.
13.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2025.
14.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] , p. 119 t/m 124.
15.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 3] bij de rechter-commissaris op 17 maart 2025.
16.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p. 132 t/m 134.
17.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2025.
18.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 4] , p. 155 t/m 160.
19.Proces-verbaal van aangifte [aangever] , p. 135 t/m 137.
20.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 4] bij de rechter-commissaris op 1 mei 2025.
21.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2025.