ECLI:NL:RBGEL:2025:3974

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
6 mei 2025
Publicatiedatum
22 mei 2025
Zaaknummer
C/05/446672 / JE RK 25-91
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgregeling voor minderjarige na verzoek van de gecertificeerde instelling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland op 6 mei 2025 uitspraak gedaan over een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Gelderland (GI) tot wijziging van de zorgregeling voor een minderjarige. De minderjarige, die bij zijn moeder woont, heeft aangegeven niet meer naar zijn vader te willen gaan vanwege nare ervaringen. De kinderrechter heeft in de procedure twee zittingen gehouden en de minderjarige is gehoord. De GI heeft het verzoek om wijziging van de zorgregeling ingetrokken, omdat de ouders zijn aangemeld bij Familiepraktijk Martine voor begeleiding en het opstellen van een nieuw ouderschapsplan. De moeder heeft verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI en heeft een zelfstandig verzoek ingediend om de zorgregeling voorlopig op te schorten. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de huidige zorgregeling niet kan worden hervat en heeft besloten dat het contact tussen de minderjarige en zijn vader geleidelijk moet worden opgebouwd, met een eerste contactmoment van één uur om de veertien dagen. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Arnhem
Zaaknummer: C/05/446672 / JE RK 25-91
Datum uitspraak: 6 mei 2025
Beschikking van de kinderrechter over een wijziging van de verdeling van zorg- en opvoedingstaken
in de zaak van
de gecertificeerde instelling
Jeugdbescherming Gelderland, gevestigd te Tiel ,
hierna te noemen: de GI,
over
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [de minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats 1] ,
advocaat mr. N.C. Bouman - de Vos te Geldermalsen,
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats 2] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 24 januari 2025;
  • het verweerschrift van mr. N.C. Bouman – de Vos, namens de moeder, met producties, ontvangen op 17 februari 2025;
  • een bericht van de GI, ontvangen op 22 april 2025;
  • een aanvullend verweerschrift, tevens een zelfstandig verzoek, namens de moeder, met bijlagen, ingekomen op 23 april 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft in eerste instantie plaatsgevonden op 20 februari 2025. Omdat toen net een onderzoek bij Karakter was opgestart en de kinderrechter de eerste bevindingen van dit onderzoek wil meewegen in de beslissing, is iedere beslissing op het verzoek aangehouden tot de zitting van 24 april 2025. Daarbij waren aanwezig:
  • de moeder, met haar advocaat;
  • de vader (digitaal aanwezig via Teams);
- een vertegenwoordiger van de GI (digitaal aanwezig via Teams).
1.3.
De kinderrechter heeft [de minderjarige] naar zijn mening gevraagd. [de minderjarige] heeft hierover op
20 februari 2025 en op 22 april 2025 met de kinderrechter gesproken. Tijdens de zitting heeft de kinderrechter samengevat wat [de minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] .
2.2.
[de minderjarige] woont bij zijn moeder, samen met zijn zus [naam] .
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 13 januari 2025 de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] verlengd tot 18 januari 2026.
2.4.
De rechtbank heeft bij beschikking van 25 oktober 2019, en aanvullend in de beschikking van 2 januari 2020, de volgende verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vastgesteld.
[de minderjarige] en [naam] verblijven bij de vader in de even weken op woensdag vanaf 17:00 uur tot en met vrijdag 8:30 uur en in de oneven weken op woensdag vanaf 17:00 uur tot en met maandag 8:30 uur, en ook de helft van de vakanties- en feestdagen. Waarbij geldt dat:
-
de eindtijd van de omgang op vrijdagochtend en maandagochtend 8:00 uur naar school wordt zodra [naam] naar school gaat;
-
de kinderen op de verjaardag van de vader bij de vader verblijven alsmede op Vaderdag;
-
de kinderen op de verjaardag van de moeder bij de moeder verblijven alsmede op Moederdag.

3.Het verzoek, tevens intrekking van het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de door de rechtbank op 25 oktober 2019 en 2 januari 2020 vastgestelde verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te wijzigen en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren:
in die zin dat de regeling wordt aangepast op de woensdagmiddagen voor [de minderjarige] , waarbij hij direct uit school naar de vader gaat. De overdracht om 17:00 uur voor [naam] (zusje van [de minderjarige] ) zal nog wel plaatsvinden. Bij ziekte en studiedagen geldt de regeling zoals voor andere schooldagen.
3.2.
De GI heeft het verzoek in eerste instantie als volgt toegelicht. Momenteel gaat [de minderjarige] op woensdagmiddag vanuit school (die in [woonplaats 2] gelegen is), naar de moeder in [woonplaats 1] . De moeder brengt [de minderjarige] vervolgens om 17:00 uur naar de vader in [woonplaats 2] . Deze overdracht zorgt voor erg veel spanning bij [de minderjarige] . [de minderjarige] heeft ASS-problematiek, waardoor hij bij spanning en onduidelijkheid ‘dwangmatige rituelen’ bedenkt. Dit wordt nu ook gezien bij de overdracht naar de vader. De spanningen lopen zelfs zo hoog op dat [de minderjarige] niet meer naar de vader wil en dwangmatig uit de auto van de moeder moet worden gesleept naar de voordeur van de vader. Dit heeft grote impact op de gezinssituatie bij de vader en bovendien is [naam] hier getuige van.
3.3.
De GI heeft het verzoek op 22 april 2025 ingetrokken met de volgende toelichting. Het advies van Karakter is ontvangen en besproken met de ouders. Gebleken is dat het nodig is dat de ouders door betere afspraken en samenwerking meer duidelijkheid, voorspelbaarheid en structuur aan moeten bieden. Dit zou de spanning bij [de minderjarige] moeten weghalen. Het contact tussen de vader en [de minderjarige] is nog niet hersteld, zij hebben enkel telefonisch contact met elkaar gehad. De ouders zijn inmiddels aangemeld bij Familiepraktijk Martine waar ook het ouderschapsplan en de zorgregeling besproken zal worden. Tijdens de zitting heeft de jeugdbeschermer toegelicht dat de ouders in mei 2025 kunnen starten bij Familiepraktijk Martine. Gelet op de huidige situatie, namelijk dat er tijdelijk geen contact is tussen de vader en [de minderjarige] , heeft een beslissing op het verzoek geen nut meer. De jeugdbeschermer heeft verklaard dat het wel belangrijk is dat het contact hersteld gaat worden, dat er passende individuele hulp voor [de minderjarige] komt en dat beide ouders zich inspannen om de situatie te verbeteren.

4.Het verweer van de moeder, tevens zelfstandig verzoek

4.1.
De moeder is het niet eens met het oorspronkelijke verzoek. Zij verwijst hierbij naar een beschikking van de rechtbank van 11 januari 2022, waarin het verzoek van de vader om de zorgregeling te wijzigingen door de rechtbank is afgewezen. Volgens de rechtbank was niet gebleken dat de huidige regeling onrust oplevert voor [de minderjarige] en werkt de vader op de woensdagmiddag. Hierdoor was een wijziging niet in het belang van [de minderjarige] . Volgens de moeder is een wijziging op dit moment evenmin in het belang van [de minderjarige] . De moeder benadrukt dat zij en de vader juist samen zijn overeengekomen om het onderzoek bij Karakter af te wachten, om te kijken wat [de minderjarige] echt nodig heeft, voordat de zorgregeling wordt aangepast. De moeder vindt het dan ook onbegrijpelijk dat de GI dit verzoek heeft ingediend, zonder de resultaten van Karakter af te wachten en mee te nemen in de overweging.
4.2.
Verder heeft de moeder toegelicht dat er op dit moment veel weerstand is bij [de minderjarige] om naar de vader toe te gaan. De groeiende weerstand bij [de minderjarige] baart haar veel zorgen en de oplossing zoals de GI die naar voren brengt, is volgens de moeder niet de juiste. Het probleem zit in het verblijf bij de vader als zodanig, niet in de wijze en het tijdstip van overdracht. Het verblijf van [de minderjarige] bij de vader gaat gepaard met veel spanningen en stress. Gezien de grote weerstand van [de minderjarige] en het probleemgedrag dat hij bij de vader vertoont, verblijft [de minderjarige] momenteel geheel bij de moeder.
4.3.
In het aanvullende verweerschrift heeft de moeder toegelicht dat zij het niet eens is met de intrekking van het verzoek van de GI. De moeder vreest dat de vader hierdoor in de veronderstelling is dat de huidige zorgregeling vanaf 14 mei 2025 direct weer opgepakt kan worden. Dat is niet aan de orde nu [de minderjarige] zijn vader al vanaf februari 2025 niet meer heeft gezien. Karakter heeft aangegeven [de minderjarige] te kunnen begeleiden, maar hiervoor is nodig dat eerst de ouders met elkaar aan de slag gaan. De ouders zijn daarom aangemeld voor Familiepraktijk Martine. Met behulp van Familiepraktijk Martine zal er gekeken worden naar het opnieuw vormgeven van de zorgregeling, in ieder geval in goed overleg. De moeder verzoekt daarom, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
- de verzoeken van de GI af te wijzen, en
- te bepalen dat er (voorlopig) geen zorgregeling meer zal gelden tussen de vader en [de minderjarige] en dat de zorgregeling, zoals vastgelegd in de beschikkingen van deze rechtbank van 25 oktober 2019 en 2 januari 2020, wordt opgeschort, tot de ouders samen met de GI, dan wel met hulp van Familiepraktijk Martine, andersluidende afspraken hebben gemaakt.

5.Het standpunt van de vader

5.1.
De vader heeft toegelicht dat hij de situatie onbegrijpelijk vindt. Niemand heeft een glazen bol en kan voorspellen hoe het zal gaan als de zorgregeling weer opgepakt gaat worden. De thuissituatie van de vader is nu rustig en niemand wil dat de situatie weer escaleert. De vader wil de kans krijgen om te laten zien dat het wel goed gaat met [de minderjarige] bij hem. Hij heeft nu het gevoel dat hij gestraft wordt voor de huidige situatie terwijl hij weet dat [de minderjarige] ook problematisch gedrag kan vertonen in de thuissituatie van de moeder. Volgens de vader is het een kwestie van ‘gewoon weer gaan doen’.

6.De beoordeling

6.1.
Allereerst stelt de kinderrechter vast dat de GI het verzoek om de zorgregeling te wijzigen heeft ingetrokken. Het is nodig dat de ouders eerst starten bij Familiepraktijk Martine en dat zij hier samen afspraken maken over de zorgregeling. De GI vindt om deze reden een beslissing op het verzoek niet langer nodig.
6.2.
Nu de GI haar het verzoek heeft ingetrokken, moet de kinderrechter beslissen op het verzoek van de moeder om vast te leggen dat de zorgregeling tussen [de minderjarige] en zijn vader voorlopig stopt. De kinderrechter is van oordeel dat de huidige zorgregeling moet worden aangepast. Gebleken is dat [de minderjarige] veel spanningen ervaart rondom het contact met de vader en dat hij hierdoor veel weerstand heeft gekregen tegen de zorgregeling. [de minderjarige] heeft zijn vader daarom al vanaf februari 2025 niet gezien. Zij hebben enkel telefonisch contact met elkaar gehad. De wens van de vader om direct de huidige zorgregeling op te pakken is invoelbaar, maar [de minderjarige] is een kwetsbare jongen die behoefte heeft aan structuur. Hij moet weten waar hij aan toe is. Een risico op een herhaling van het verleden is op dit moment nog te groot om de geldende zorgregeling direct op te pakken. De ouders moeten eerst werken aan hun onderlinge relatie. Bovendien is het belangrijk dat de ouders, en met name de vader, handvatten krijgt om in hun eigen gezinssituatie op een goede manier met [de minderjarige] om te gaan. Als er niets verandert, is de kans groot dat het opnieuw ontspoort. Dat zou voor [de minderjarige] een nieuwe teleurstelling opleveren. Dat is onwenselijk of zelfs schadelijk. Hoewel de kinderrechter dus van oordeel is dat huidige regeling niet ineens hervat kan worden, vindt zij het wel van belang dat er enige vorm van contact komt. Er zal langzaamaan gewerkt moeten worden aan contactherstel nu [de minderjarige] de vader al een geruime tijd niet heeft gezien. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter met de ouders gesproken over de mogelijkheden van het contactherstel in de hoop dat zij op dat moment gelijk een afspraak konden maken. Dat is niet gelukt, hoewel de intentie er wel was. De kinderrechter zal daarom bepalen dat het contact tussen [de minderjarige] en de vader wordt opgebouwd en dat de GI hierin de regie gaat voeren. De GI zal onderzoeken wat de mogelijkheden zijn waarbij het tempo van [de minderjarige] gevolgd zal worden en waarbij het belangrijk is dat de afspraken gedragen worden door de ouders. Mocht blijken dat er geen duidelijke afspraken gemaakt kunnen worden waar beide ouders het over eens zijn, dan zal er gewacht moeten worden met contactherstel tot de begeleiding bij Familiepraktijk Martine gestart is en de ouders in dat kader afspraken kunnen maken.
6.3.
De kinderrechter heeft de beslissing in een brief aan [de minderjarige] nader toegelicht en de zorg en beoogde stappen concreter omschreven. Omdat dit ook voor de ouders belangrijke informatie is, wordt deze brief integraal in deze beschikking opgenomen.
Beste [de minderjarige] ,
AanleidingKort geleden heb ik eerst met jou gesproken en daarna met jouw ouders en de jeugdbeschermer, [naam jeugdbeschermer] . In deze brief zal ik proberen uit te leggen hoe het nu verder moet en waarom.
Wat ik zieIk maak me zorgen om jou, [de minderjarige] . Dat er nu geen contact is tussen jou en je vader is niet goed. Net als je moeder, houdt je vader veel van jou. Ik snap dat het voor jou soms moeilijk is dat zij verschillend op jou reageren. De situatie bij je moeder is natuurlijk ook anders dan bij je vader. Best lastig voor jou om daarin je eigen plek te vinden. Je hebt mij verteld dat je soms stoute dingen doet en dat je vader dan boos wordt. Dan moet je bijvoorbeeld achter fietsen aanrennen, je hoofd in een emmer steken of onder een koude douche. Dat zijn nare ervaringen. Wij bespraken samen al dat het voor je vader misschien niet zo makkelijk is om jouw ‘gebruiksaanwijzing’ te lezen. Dat maakt dat hij soms niet handig op jou reageert. Het is belangrijk dat jullie beter met elkaar leren omgaan. Daar hebben jij en je ouders hulp bij nodig. Dat gaat binnenkort ook gebeuren.
Hulp voor je oudersIn de eerste plaats is het belangrijk dat je ouders leren om beter met elkaar te overleggen. Daar krijgen zij begeleiding bij. Ook moeten zij leren wat jij nodig hebt en hoe ze goed met jou kunnen omgaan.
Hulp voor jouTegelijkertijd is het voor jou belangrijk om te verwerken wat je hebt meegemaakt. Jouw vertrouwen is beschadigd en dat moet herstellen. Ook zou het voor jou goed zijn als je wat beter met je eigen emoties kunt omgaan. Dan zul je ook weer jouw plek in het gezin bij je vader terugkrijgen.
Contactherstel in stapjesMet je ouders en [de jeugdbeschermer] besprak ik dat het belangrijk is dat het contact tussen jou en je vader wordt hersteld. Niet ineens op de oude voet, maar met kleine stapjes. Te beginnen met een uurtje om de veertien dagen. Wat mij betreft zou dat de eerste keren ook alleen met jou en je vader moeten zijn. Ik heb aan [de jeugdbeschermer] gevraagd of hij samen met jouw ouders hiervoor een geschikt moment wil zoeken, voor het eerst in of rond het weekend van 16, 17 en 18 mei. Afhankelijk van hoe dat gaat, kan het contact dan verder worden uitgebreid. Met de hulpverlening die je ouders en jij krijgen zal moeten worden overlegd wanneer en op welke manier. Rini is degene die dit in de gaten houdt en kijkt wat voor jou passend is.
AfsluitingBeste [de minderjarige] , ik begrijp dat dit nog best een vaag plan is. Ik hoop wel dat dit jou en je ouders helpt om deze moeilijke situatie te veranderen. De ondertoezichtstelling geldt nog tot januari volgend jaar. Ik hoop dat jullie mij dan kunnen vertellen dat het een stuk beter gaat.
Heel veel sterkte met alles!
6.4.
De kinderrechter zal de zorgregeling wijzigen zoals hiervoor is overwogen en verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

7.De beslissing

De kinderrechter:
7.1.
wijzigt de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken als volgt:
- bepaalt dat de regeling zoals vastgelegd in de beschikkingen van 25 oktober 2019 en 2 januari 2020 voorlopig niet geldt;
- bepaalt dat het contact tussen
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
en zijn vader wordt opgebouwd in die zin dat,
  • zij elke twee weken één uur contact met elkaar hebben, voor het eerst in het weekend van 16 mei 2025 waarbij de dag, het tijdstip en de plaats van dit contactmoment zal worden bepaald door de GI in overleg met de ouders;
  • het contact in eerste instantie alleen tussen de vader en [de minderjarige] zal zijn;
  • de opbouw van het contact tussen [de minderjarige] en de vader daarna op structurele basis wordt voortgezet en, zo mogelijk, zal worden uitgebreid, in overleg tussen de ouders en onder regie van de GI, met een vorm, frequentie en duur die de GI in het belang van [de minderjarige] vindt;
  • het contactherstel nog niet zal plaatsvinden als de ouders en niet in slagen om onder regie van de GI concrete afspraken te maken. In dat geval zal contactherstel moeten wachten tot de ouders onder begeleiding van familiepraktijk Martine afspraken hebben kunnen maken;
7.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
7.3.
wijst af wat meer of anders is verzocht.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. A.E.M. Overkamp, kinderrechter, in aanwezigheid van J.H. van den Brink als griffier, op 6 mei 2025.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.