ECLI:NL:RBGEL:2025:3983

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 april 2025
Publicatiedatum
23 mei 2025
Zaaknummer
05.337469.22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 23-jarige man voor oplichting, kraken en witwassen met een voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf

Op 17 april 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 23-jarige man, die werd beschuldigd van oplichting, kraken en witwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 12 november 2022 telefonisch contact heeft opgenomen met een slachtoffer, zich voordoend als medewerker van de fraude-afdeling van ING. Hij heeft het slachtoffer misleid om software te installeren, waardoor hij toegang kreeg tot de bankrekeningen van het slachtoffer. Hierdoor zijn er aanzienlijke geldbedragen van de rekeningen van het slachtoffer overgemaakt naar de bankrekening van de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van oplichting en kraken, evenals het witwassen van de verkregen geldbedragen. De rechtbank heeft een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden opgelegd, met een proeftijd van 2 jaar, en een taakstraf van 100 uur. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan het slachtoffer, die materiële schade heeft geleden door de oplichting. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, waarbij het vertrouwen van slachtoffers in financiële instellingen ernstig is geschaad.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.337469.22
Datum uitspraak : 17 april 2025
Verstek
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2001 op [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 12 november 2022 te [plaats 1] en/of [plaats 2] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van geldbedragen, door:
- telefonisch contact op te nemen met die voornoemde [slachtoffer] en/of zich voor te doen als (bank)medewerker van de fraude-afdeling van ING en/of tegen die [slachtoffer] aan te geven – zakelijk weergegeven – dat er een vreemde opdracht was binnengekomen voor een iPhone op Marktplaats en dat ING voornoemde [slachtoffer] wilde helpen de opdracht te blokken en/of dat voornoemde [slachtoffer] de applicatie Anydesk moet installeren en/of dat voornoemde [slachtoffer] moet inloggen op zijn bankrekeningen ( [rekeningnummer 1] en [rekeningnummer 2] ) en/of
- van bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] een geldbedrag ter hoogte van (ongeveer) € 890,-, althans enig geldbedrag, over te boeken en/of
- van bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] geldbedragen ter hoogte van (ongeveer) € 2.490,82 en € 1.897,34, althans enig(e) geldbedrag(en), over te boeken;
2
hij op of omstreeks 12 november 2022 te [plaats 1] en/of [plaats 2] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk
in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten de computer van [slachtoffer] ,
is binnengedrongen
a. door het doorbreken van een beveiliging,
b. door een technische ingreep, te weten het laten installeren van het programma Anydesk,
c. met behulp van valse signalen of een valse sleutel,
d. door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten die van een medewerker van de fraude-afdeling van de ING;
3
hij op/in of omstreeks de periode van 12 november 2022 tot en met 7 december 2022 te [plaats 2] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, van geldbedragen ter hoogte van (ongeveer) € 890,- en/of € 2.490,82 en/of € 1.897,34, althans enig(e) geldbedrag(en),
Sub a
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den)
Sub b
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet,
en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
4
hij op/in of omstreeks de periode van 27 oktober 2022 tot en met 14 november 2022 te [plaats 2] , althans in Nederland, van geldbedragen ter hoogte van in totaal (ongeveer) € 16.507,83, althans enig(e) geldbedrag(en),
Sub a
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den)
Sub b
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet,
en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, waarbij verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder feit 1 tenlastegelegde medeplegen.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1, feit 2 en feit 3
Aangifte
Aangever [slachtoffer] , wonende in [plaats 1] , heeft verklaard dat hij op 12 november 2022 omstreeks 15.40 uur op zijn vaste telefoon met nummer [telefoonnummer 1] werd gebeld door een anoniem telefoonnummer. De man aan de telefoon vertelde dat hij [naam 1] heette en van de fraude afdeling van de ING bank was. Er was een vreemde opdracht binnengekomen voor een iPhone op Markplaats en hij wilde verifiëren of dit wel klopte. Aangever vertelde de man dat hij geen iPhone gekocht had. De man vertelde dat hij aangever ging helpen om deze opdracht te blokkeren. Aangever moest achter zijn computer plaatsnemen en moest het programma AnyDesk.com installeren. Aangever heeft dit gedaan. Er kwamen cijfers in beeld en deze cijfers moest hij aan de man doorgeven. Hij moest ook een privacy button aanklikken en vervolgens zag hij dat de man in zijn computer kon. Aangever moest op zijn bank app inloggen en elke keer werd het scherm zwart. Aangever heeft eerst op zijn ING bank met bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] ingelogd. Nadat de man een tijdje bezig was, vertelde de man dat het probleem opgelost was en hing hij op. Na twee minuten belde hij terug en vroeg hij aan aangever of hij wilde inloggen op zijn Rabobank app met rekeningnummer [rekeningnummer 2] . Rond 17.30 uur hing de man op nadat hij vertelde dat het probleem was opgelost. Hij vertelde ook dat hij aangever door ging verbinden met zijn supervisor. Deze heette [naam 2] . Aangever kreeg ook daadwerkelijk een [naam 2] aan de telefoon. Deze begon het verhaal opnieuw te vertellen. [2] [naam 2] had duidelijk een andere stem en het was duidelijk een ander persoon. [3] Op enig moment heeft aangever het gesprek beëindigd. Op 12 november 2022 heeft hij op zijn bank apps gekeken en zag dat van zijn ING bank € 890,- was afgeschreven naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 3] met omschrijving [omschrijving] . Op de Rabobank bankrekening hadden twee transacties plaatsgevonden. Er was € 2.490,82 overgemaakt naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 4] ten name van [verdachte] voor een marktplaats aankoop. Er was nog een aankoop gedaan naar datzelfde bankrekeningnummer en dezelfde naam voor een bedrag van € 1.897,34. [4]
AnyDesk
Volgens de politie bestaat de modus operandi bij dit soort feiten er uit dat het slachtoffer op verzoek van een dader software op zijn of haar computer installeert die het voor de dader mogelijk maakt om op afstand mee te kijken en/of handelingen uit te voeren op de computer van het slachtoffer. Een andere naam voor dergelijke software is ‘Remote Desktop Software’. In deze zaak is gebruik gemaakt van het programma AnyDesk van AnyDesk Software GMBH. [5]
Uit de logfile van AnyDesk blijkt dat deze op 12 november 2022 om 15:27:16 uur is gestart en om 17:34:03 is afgesloten. [6]
Anoniem telefoonnummer
De politie heeft onderzoek gedaan naar het anonieme telefoonnummer en de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer van aangever opgevraagd. Uit deze gegevens bleek dat aangever op 12 november 2022 om 15.13 uur voor de duur van ongeveer 135 minuten in gesprek is geweest met de verdachte, die inbelde met het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Na 7199.9 seconden (ongeveer 119 minuten) was er een onderbreking van ongeveer een minuut. [7]
Vervolgens zijn de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] opgevraagd. Uit de ontvangen data van KPN blijkt dat dit nummer op 12 november 2022 om 15.13.41 uur een uitgaand gesprek heeft naar het nummer [telefoonnummer 1] . Hierbij is gebruik gemaakt van het cell-id [cell-id] . Deze cell-id staat aan de [adres 1] te [plaats 2] . Het adres [adres 2] te [plaats 2] bevindt zich binnen het theoretisch dekkingsgebied van deze cell-id. [8]
Bankrekening verdachte
Er is eveneens onderzoek gedaan naar de bankrekeningen van verdachte, waaronder het bankrekeningnummer [rekeningnummer 5] . Dit betreft een studentenrekening op naam van verdachte, waarbij hij de enige gemachtigde is. Op deze bankrekening is te zien dat op 12 november 2022 om 16:57:47 en 17:18:51 respectievelijk € 2.490,82 en € 1.897,34 wordt bijgeschreven vanaf de rekening van aangever [slachtoffer] . Er is eveneens te zien dat om 17:12:40 uur € 1.768 via de pinpas wordt betaald aan [bedrijf 1] in [plaats 2] , om 17:25:28 uur € 500,- contant wordt opgenomen bij de geldautomaat aan de [adres 3] in [plaats 2] , om 18:10:37 uur € 20,- wordt overgemaakt aan PayPal, om 18:13:18 uur en 18:14:01 uur € 500,- wordt overgeschreven naar een KNAB bankrekening op naam van [verdachte] , om 18:32:57 uur € 1.019,- naar [bedrijf 2] en om 18:49:52 uur € 20,54 naar Thuisbezorgd. Op 23 november 2022 is het geldbedrag van € 1.019,- retour gekomen van de [bedrijf 2] . Op 28 november 2022 is een bedrag van € 1.070,- via de pinpas contant opgenomen op de [adres 4] in [plaats 2] . Daarna was het saldo nagenoeg nihil. [9]
PayPal
Uit de historische financiële gegevens van PayPal blijkt dat op 12 november 2022 een account is geopend op naam van [slachtoffer] met als e-mailadres: [e-mailadres] . [10] Op dit PayPal account is op 12 november 2022 om 15:50:38 uur een bedrag van € 890,- bijgeschreven. Het IP adres was op dat moment [IP-adres 1] . Dit IP adres hoort bij aangever [slachtoffer] . [11] Om 18:10:53 uur is € 20,- ontvangen. Het IP adres was op dat moment [IP-adres 2] . Om 18:20:28 uur heeft vervolgens een betaling van € 909,- plaatsgevonden aan [bedrijf 2] . Het IP adres was op dat moment [IP-adres 2] . [12] Uit onderzoek is gebleken dat dit IP adres op naam staat van
[naam 3] , [adres 2] in [plaats 2] . [13]
Verklaring verdachte
Verdachte heeft verklaard dat hij op de [adres 2] in [plaats 2] woonde. Hij zag het geld op zijn bankrekening [rekeningnummer 5] wel binnenkomen, maar besloot het gewoon uit te geven alsof het van hemzelf was. Hij heeft een geldbedrag van € 500,- contant opgenomen in [plaats 2] en twee keer € 500,- overgemaakt naar zijn KNAB rekening. [14]
Conclusie
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat aangever [slachtoffer] op 12 november 2022 is gebeld door het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Ten tijde van het telefoongesprek maakte dit telefoonnummer gebruik van een bepaalde cell-id en het adres [adres 2] in [plaats 2] bevindt zich binnen het dekkingsgebied van deze cell-id. Volgens verdachte verbleef hij destijds op dat adres. In dit gesprek werd aangegeven dat een opdracht binnen was gekomen om een iPhone op Marktplaats te zetten en de beller zou aangever helpen om deze opdracht te blokkeren. Aangever moest daarvoor het programma AnyDesk installeren en inloggen op zijn bank applicaties. Tijdens dit telefoongesprek heeft aangever met twee personen gesproken en is er € 890,- van zijn ING rekening en € 2.490,83 en € 1.897,34 van zijn Rabobank rekening afgeschreven. Deze laatste twee bedragen zijn overgemaakt naar de bankrekening die op naam staat van verdachte. Verdachte is daarvan de enige gemachtigde. Vervolgens hebben er binnen een uur na het bijschrijven van deze bedragen meerdere afschrijvingen plaatsgevonden op de rekening van verdachte (voor een totaalbedrag dat nagenoeg gelijk is aan het totaal van de bedragen die vanaf de rekening van aangever zijn overgeboekt), waaronder het opnemen van € 500,- aan contant geld en twee keer overboeken van € 500,- naar zijn KNAB rekening. Verdachte heeft hierover verklaard dat hij dit heeft gedaan. Ook is er € 20,- overgemaakt naar een PayPal account dat is aangemaakt op naam van aangever en waarop de € 890,- is gestort. Omdat verdachte de enige gemachtigde was van de op zijn naam staande bankrekening gaat de rechtbank ervanuit dat verdachte deze € 20,- heeft overgemaakt naar het desbetreffende PayPal account. Met het bedrag dat op dat moment op het PayPal account stond (€ 890,- + € 20,-) is vanaf het IP adres waar verdachte op dat moment verbleef een [bedrijf 2] bestelling geplaatst. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat verdachte deze bestelling heeft geplaatst.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een onbekend gebleven persoon aangever [slachtoffer] heeft opgelicht en de computer van deze [slachtoffer] heeft gekraakt. Door gebruik te maken van zijn eigen bankrekening, het geld dat hierop gestort is direct op te nemen en/of over te maken en/of te besteden, geld over te maken naar een PayPal account dat niet op zijn naam staat en vervolgens met dit PayPal account bij [bedrijf 2] een bestelling te plaatsen heeft verdachte een significante en wezenlijke bijdrage geleverd aan de oplichting en het kraken. Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank het medeplegen bij zowel feit 1 als feit 2 dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Voor een bewezenverklaring van feit 3 moet kunnen worden bewezen dat het bedrag uit enig misdrijf afkomstig is en dat verdachte dit wist dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden. Uit de hiervoor opgenomen bewijsoverwegingen blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat het geldbedrag uit eigen misdrijf afkomstig is, te weten de oplichting van de aangever en het kraken van zijn computer. Gelet op de genoemde feiten en omstandigheden staat voor de rechtbank vast dat verdachte wist dat het geld uit misdrijf afkomstig was. Het geld dat middels de oplichting en het kraken is verkregen heeft verdachte nagenoeg direct uitgegeven en/of overgemaakt naar een andere rekening en/of contant opgenomen. Hiermee heeft verdachte het geld voorhanden gehad, overgedragen, omgezet en er gebruik van gemaakt. Deze handelingen waren kennelijk gericht op het verhullen van de criminele herkomst van het geld. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde bedragen heeft witgewassen. Op basis van het dossier kan de rechtbank niet vaststellen dat hij dit samen met een ander heeft gedaan en zal verdachte daar dan ook van vrijspreken.
Feit 4
De politie heeft onderzoek gedaan naar de bankrekeningen die op naam staan van verdachte, waaronder de rekening bij de BUNQ bank. De primaire bankrekening met nummer [rekeningnummer 6] stond op naam van verdachte. Deze bankrekening had veel subrekeningen, waaronder [rekeningnummer 7] , [rekeningnummer 8] en [rekeningnummer 9] . De primaire rekening was geopend met een geldig Nederlands paspoort. Verbalisant zag dat dezelfde man als de man op het paspoort een filmpje ter bevestiging van zijn persoon had gemaakt en zag dat beide personen sterke gelijkenissen met elkaar vertoonden. Uit de transactiegegevens van de primaire rekening haalt de verbalisant dat deze privé is gebruikt tot 31 oktober 2022. De verbalisant heeft het vermoeden dat vanaf 27 oktober 2022 de BUNQ-bankrekeningen meermaals worden gebruikt voor het witwassen van geldbedragen. Er is zeven keer een hoger geldbedrag overgemaakt op een van de hiervoor genoemde Duitse bankrekeningen voor in totaal € 16.507,83. Op basis van de transacties ziet de verbalisant dat de binnenkomende geldbedragen afkomstig zijn vanaf Duitse bankrekeningen op naam van privépersonen. In de omschrijving staat veelal een nummer alsof een factuur betaald moet worden. Dat is niet passend voor een onderlinge privé overboeking. De geldbedragen worden direct na binnenkomst overgeschreven naar andere bankrekeningen van [verdachte] , [naam 4] of diens KNAB-rekening. Vervolgens wordt het grootste gedeelte door geboekt op andere Litouwse bankrekeningen van derden. [15]
Op 31 juli 2023 heeft verdachte verklaard dat hij in [plaats 3] woont en hij verblijft nooit ergens anders. [16] Hij heeft geen werk en geen eigen bedrijf. [17]
Gelet op de bevindingen van de verbalisant in combinatie met de verklaring van verdachte dat hij in Nederland woont, geen werk heeft en geen eigen bedrijf is de rechtbank van oordeel dat er een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen was.
Van verdachte mag dan verlangd worden dat hij een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft over de herkomst van het geldbedrag. Verdachte heeft verklaard dat een maatje van hem, dat net in Nederland was, zijn BUNQ rekening gebruikte om daar geld op te zetten. Dit maatje heette [naam 5] . Ze gebruikten samen de rekening. Er kwamen steeds kleine bedragen bij en daarvan mocht verdachte een deel houden. De rest ging er weer af. [18] Naar het oordeel van de rechtbank is dit niet een verklaring waaruit kan worden afgeleid dat het geldbedrag – ondanks het vermoeden van witwassen – een legale herkomst had. Het vermoeden van witwassen is hierdoor onvoldoende ontkracht.
Dat betekent dat naar het oordeel van de rechtbank het niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastegelegde geldbedrag – middellijk of onmiddellijk – uit enig misdrijf afkomstig was en dat verdachte hiervan wetenschap heeft gehad. Dat verdachte dit wist baseert de rechtbank op de verklaring van verdachte dat er steeds kleine bedragen op zijn rekening werden gezet en dat hij daar een deel van mocht houden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte hiermee bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat dit geld van enig misdrijf afkomstig was.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de tenlastegelegde geldbedrag voorhanden heeft gehad en daar gebruik van heeft gemaakt terwijl hij wist dat dit geldbedrag – middellijk of onmiddellijk – afkomstig was uit enig misdrijf.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1
hij op
of omstreeks12 november 2022 te [plaats 1] en
/of[plaats 2] ,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en
/ofvan een valse hoedanigheid en
/ofdoor listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels,[slachtoffer] heeft bewogen tot
de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst,het ter beschikking stellen van gegevens
, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld,te weten de afgifte van geldbedragen, door:
- telefonisch contact op te nemen met die voornoemde [slachtoffer] en
/ofzich voor te doen als (bank)medewerker van de fraude-afdeling van ING en
/oftegen die [slachtoffer] aan te geven – zakelijk weergegeven – dat er een vreemde opdracht was binnengekomen voor een iPhone op Marktplaats en dat ING voornoemde [slachtoffer] wilde helpen de opdracht te blokken en/
ofdat voornoemde [slachtoffer] de applicatie Anydesk moet installeren en
/ofdat voornoemde [slachtoffer] moet inloggen op zijn bankrekeningen ( [rekeningnummer 1] en [rekeningnummer 2] ) en
/of
- van bankrekeningnummer [rekeningnummer 1] een geldbedrag ter hoogte van (ongeveer) € 890,-, althans enig geldbedrag, over te boeken en
/of
- van bankrekeningnummer [rekeningnummer 2] geldbedragen ter hoogte van (ongeveer) € 2.490,82 en € 1.897,34,
althans enig(e) geldbedrag(en),over te boeken;
2
hij op
of omstreeks12 november 2022 te [plaats 1] en
/of[plaats 2] ,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,opzettelijk en wederrechtelijk
in een (gedeelte van) een geautomatiseerd werk, te weten de computer van [slachtoffer] ,
is binnengedrongen
a. door het doorbreken van een beveiliging,
b. door een technische ingreep, te weten het laten installeren van het programma Anydesk,
c. met behulp van valse signalen of een valse sleutel,
d. door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten die van een medewerker van de fraude-afdeling van de ING;
3
hij
op/in of omstreeks de periode van 12 november 2022 tot en met 7 december 2022 te [plaats 2] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, vangeldbedragen ter hoogte van (ongeveer) € 890,- en
/of€ 2.490,82 en
/of€ 1.897,34,
althans enig(e) geldbedrag(en),
Sub a
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den)
Sub b
-
heeft verworven,voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet,
en
/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist,
althans redelijkerwijs moest vermoedendat
dat/die geldbedrag
(en
)- onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf;
4
hij
op/in of omstreeks de periode van 27 oktober 2022 tot en met 14 november 2022 te [plaats 2] , althans in Nederland,
vangeldbedragen ter hoogte van in totaal (ongeveer)
€ 16.507,83,
althans enig(e) geldbedrag(en),
Sub a
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den)
Sub b
-
heeft verworven,voorhanden heeft gehad,
heeft overgedragen, heeft omgezet,
en
/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist,
althans redelijkerwijs moest vermoedendat dat
/diegeldbedrag
(en)- onmiddellijk of middellijk - afkomstig was
/warenuit enig misdrijf.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
medeplegen van oplichting
feit 2:
kraken, terwijl twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen
feit 3, feit 4
witwassen

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar
.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaar en een taakstraf van 100 uur.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting, kraken en heeft meerdere geldbedragen witgewassen. Door middel van bankhelpdeskfraude is op een slinkse wijze toegang verkregen tot de bankrekeningen van het slachtoffer en zijn grote geldbedragen overgemaakt naar de rekening van verdachte en een PayPal account. Dit geld heeft hij vervolgens nagenoeg direct uitgegeven. Dit zijn ernstige feiten, die naast financiële schade, overlast en gevoelens van onmacht en onveiligheid bij slachtoffers van dit soort feiten teweeg brengen. Ook wordt het vertrouwen van de slachtoffers hiermee ernstig misbruikt en beschadigd, evenals het vertrouwen in het financiële en economische verkeer. Bankhelpdeskfraude is een steeds meer voorkomende vorm van criminaliteit die voor verdachten op relatief gemakkelijke wijze zeer lucratief kan zijn. Verdachte heeft kennelijk enkel en alleen gedacht aan zijn eigen financiële gewin en zich niet bekommerd om het slachtoffer.
Daarnaast heeft verdachte op zeer lichtzinnige wijze geldbedragen witgewassen via deels buitenlandse bankrekeningen.
De rechtbank rekent hem dit zwaar aan.
Uit de justitiële documentatie van 24 februari 2025 blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit.
De reclassering heeft geprobeerd om in contact te komen met verdachte, maar dit is niet gelukt. Het is onbekend waar verdachte is.
Alles afwegende acht de rechtbank een straf conform de eis passend en geboden. De rechtbank legt dan ook op een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaar en een taakstraf van 100 uur.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft in verband met feit 1 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 4.388,16 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De schadeposten zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 12 november 2022 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 47, 57, 138a, 326 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
vier (4) maandenen bepaalt dat deze
gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
 legt op
een taakstrafvan
100 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 50 dagen;
Benadeelde partij [slachtoffer]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 4.388,16 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 november 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 4.388,16 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 november 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 53 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. Schoo (voorzitter), mr. A.M.P.T. Blokhuis en
mr. L.M. Vogel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.L. Tuitert, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 april 2025.
Mr. Vogel is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022545586, gesloten op 20 november 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer] , p. 109 en 110.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 116.
4.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer] , p. 110.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 121.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 121 en 122.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 322.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 325 en 326.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 279 t/m 281.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 138 en 139.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 135 en p. 136.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 135.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 163.
14.Proces-verbaal van verhoor [verdachte] , p. 36 t/m 38.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 283 t/m 285.
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 32.
17.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 43 en 44.
18.Proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] , p. 46.