Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks25 januari 2025 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een
of
en,
althans alleen,[slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer]
(met gebalde vuist
)in het gezicht en
/ofop het hoofd en
/of op/tegen
(boven
)lichaam te
slaan/stompen
en/of
/ofop het hoofd en
/of op/tegen
(boven
)lichaam te schoppen
/trappenen
/of
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
- Meldplicht bij de reclassering;
- Ambulante behandeling;
- Begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
- Meewerken aan middelencontrole;
- Contactverbod;
- Dagbesteding;
- Meewerken aan schuldhulpverlening.
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 6 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- [getuige] geboren op [geboortedag 2] 1994 te [geboorteplaats 2] en
- [slachtoffer] geboren op [geboortedag 3] 1990 te [geboorteplaats 3] ,
tenzij dit contact plaatsvindt met uitdrukkelijke toestemming van de reclassering, zolang het openbaar ministerie dit verbod nodig acht;
- veroordeelt verdachte in verband met de feiten tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 628,45 aan materiële schade en € 2.500,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 januari 2025 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 3.128,45 aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 januari 2025 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 53 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in verband met de mishandeling tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [getuige] van € 680,66 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 januari 2025 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [getuige] , een bedrag te betalen van € 680,66 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 januari 2025 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 13 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;