ECLI:NL:RBGEL:2025:3992

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 mei 2025
Publicatiedatum
23 mei 2025
Zaaknummer
AWB- 25_2188
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de bevoegdheid van de burgemeester tot verlenging van de sluiting van een woning na ernstige geweldsincidenten

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 23 mei 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Het betreft een besluit van de burgemeester van Arnhem om de sluiting van de woning van verzoekers met 30 dagen te verlengen. De voorzieningenrechter beoordeelt of het bezwaar van verzoekers een redelijke kans van slagen heeft en of de burgemeester bevoegd was om de sluiting te verlengen. De burgemeester had eerder besloten de woning te sluiten na een explosie en andere geweldsincidenten in de omgeving, die verband hielden met een conflict in het drugsmilieu. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, omdat er voldoende redenen zijn om aan te nemen dat de burgemeester bevoegd was tot sluiting en dat de sluiting noodzakelijk was om de openbare orde te herstellen. De voorzieningenrechter benadrukt dat de sluiting niet afhankelijk is van verwijten aan de verzoekers, maar gericht is op het waarborgen van de openbare veiligheid. De voorzieningenrechter concludeert dat de burgemeester de verlenging van de sluiting geschikt, noodzakelijk en evenwichtig heeft geacht, en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 25/2188

uitspraak van de voorzieningenrechter van 23 mei 2025

in de zaak tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2] , uit [plaats 1] , verzoekers

(gemachtigde: mr. M.P. Harten),
en

de burgemeester van de gemeente Arnhem

(gemachtigde: mr. F.A. Pommer).

Samenvatting

1. Deze uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening gaat over het besluit van de burgemeester om de sluiting van de woning van verzoekers met 30 dagen te verlengen. De voorzieningenrechter beoordeelt bij de vraag of zij een voorlopige voorziening zal treffen of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. Dat kan een reden zijn om het bestreden besluit te schorsen. Om dit te beoordelen beantwoordt zij aan de hand van de gronden van verzoekers, of de burgemeester bevoegd was de sluiting van de woning te verlengen en of hij daartoe ook over mocht gaan.
1.1.
De voorzieningenrechter wijst in deze uitspraak het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

Procesverloop

2. Met het bestreden besluit van 13 mei 2025 heeft de burgemeester de sluiting van de woning van verzoekers aan de [locatie 1] in [plaats 1] met 30 dagen verlengd
.Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
2.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 19 mei 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben verzoekers deelgenomen, bijgestaan door hun gemachtigde. De burgemeester heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, [persoon A] , mr. J. Stoop en mr. L.R. van Damme.
2.2.
Op de zitting heeft de voorzieningenrechter het onderzoek geschorst om de burgemeester in de gelegenheid te stellen nadere informatie van de politie te overleggen. Op 22 mei 2025 heeft de burgemeester een aanvullende bestuurlijke rapportage van de politie overgelegd.
2.3. Op 23 mei 2025 heeft de voorzieningenrechter het onderzoek gesloten en bepaald dat uitspraak zal worden gedaan.

Totstandkoming van het bestreden besluit

3. Op dinsdag 21 januari 2025 vond omstreeks 02.40 uur een explosie plaats bij een woning gelegen aan de [locatie 2] in [plaats 1] . Uit het door de politie verrichte onderzoek ontstond het vermoeden dat de daders zich vergist hadden in de woning en dat het doel van de daders de woning van verzoekers aan de [locatie 1] in [plaats 1] was. Dit vermoeden was gebaseerd op het feit dat de politie over informatie beschikt waaruit blijkt dat er de afgelopen maanden, voor 21 januari 2025, meerdere geweldsincidenten en ontploffingen bij woningen plaatsvonden naar aanleiding van een conflict in het drugsmilieu in [plaats 2] . Deze explosies hebben deels plaatsgevonden bij familieleden van verzoekers. De burgemeester heeft naar aanleiding van deze explosie besloten camera’s te plaatsen in de directe omgeving van de woning van verzoekers.
3.1.
Op zaterdag 26 april 2025 omstreeks 00.20 uur is er een stuk vuurwerk in de tuin van de [locatie 1] gegooid. Dit stuk vuurwerk is ook afgegaan. Er is geen schade ontstaan aan de woning of tuin. In de nacht van 29 april 2025 is een plastic tas bij de voordeur van de [locatie 1] te [plaats 1] gezet en aangestoken. Hierop is een explosie en brand ontstaan, waardoor schade is ontstaan aan de voordeur van de woning.
3.2.
De politie heeft de burgemeester van deze incidenten met bestuurlijke rapportages van 22 januari 2025, 28 april en 30 april 2025 op de hoogte gesteld.
3.3.
De burgemeester heeft in de incidenten aanleiding gezien met toepassing van artikel 174a van de Gemeentewet de woning voor de duur van twee weken van 1 mei 2025 tot en met 13 mei 2025 te sluiten.
3.4.
Op 8 mei 2025 heeft de politie de burgemeester met een bestuurlijke rapportage bericht dat uit het lopende opsporingsonderzoek naar de recente incidenten op de [locatie 1] in [plaats 1] tot op heden geen nieuwe relevante informatie naar voren is gekomen. De opsporingsonderzoeken zijn nog gaande en er zijn nog geen voor deze bestuurlijke rapportage relevante aanhoudingen verricht. Hierbij stelt de politie dat zolang het onderliggende conflict, dat onder andere heeft geleid tot explosies aan de [locatie 1] , niet is opgelost, een verdere escalatie in het geweld met inzet van zwaardere geweldsmiddelen niet is uit te sluiten. Dit kan leiden tot een (ernstige) verstoring van de openbare orde en gevaar (op letsel) voor bewoners en omwonenden, zo staat in de bestuurlijke rapportage.
4. De burgemeester heeft hierin aanleiding gezien de sluiting van de woning van verzoekers te verlengen van 13 mei 2025, 17:30 uur tot donderdag 12 juni 2025, 17:30 uur.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Is de burgemeester bevoegd de sluiting van de woning te verlengen?
5. Op grond van artikel 174a, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet kan de burgemeester besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal of op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van het erf, de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring.
5.1.
Verzoekers betwisten dat de burgemeester bevoegd is om tot sluiting van de woning over te gaan. Er zijn geen concrete feiten of omstandigheden die de stelling van de burgemeester rechtvaardigen dat er vrees is voor herhaling van ernstige verstoring van de openbare orde. Er is bovendien geen sprake van een gedraging vanuit de woning of vanuit de directe omgeving van de woning. Verder hebben zij erop gewezen dat de zoon van verzoeker op 1 mei 2025 is opgepakt en nog in voorlopige hechtenis zit.
5.2.
Uit de door de burgemeester op 22 mei 2025 overgelegde nadere bestuurlijke rapportage van de politie blijkt dat het opsporingsonderzoek naar de incidenten bij de woning van verzoekers nog gaande is en nog niet heeft geleid tot een voor deze bestuurlijke rapportage relevante aanhouding. Rondom het eerder gerapporteerde conflict in [plaats 2] zijn op dit moment nog meerdere opsporingsonderzoeken gaande. De dreiging richting de familieleden is nog onveranderd ten opzichte van eerder gerapporteerd. Er is sprake van een aanhoudende dreiging tussen leden van twee “groepen” in en rondom [plaats 2] , gerelateerd aan het eerder gerapporteerde drugsgerelateerde conflict. Hieruit zijn diverse geweldsincidenten voortgekomen, ook bij familieleden van betrokkenen in het conflict. Verzoekers spelen een rol in deze incidenten. De ene keer als slachtoffer en de andere keer als verdachte. De zoon van verzoeker is aangehouden. Verzoeker heeft zelf ook bedreigingen geuit, maar is zelf ook bedreigd. Hij zou recent nog bij politiemedewerkers in [plaats 1] hebben aangegeven dat hij naar eigen zeggen bedreigingen zou hebben geuit richting familie van degene die achter de recente incidenten zou zitten bij zijn woning om te zorgen dat ze zouden stoppen. Aan verzoeker is naar eigen zeggen beloofd door degene die er volgens hem achter zit dat die het niet meer zou doen.
Naar het oordeel van de politie is de angel niet uit het conflict. Uit de politiepraktijk is bekend dat conflicten in het criminele milieu vaak langdurig van aard zijn en dat niet valt te voorspellen of en wanneer het conflict eindigt en eventuele nieuwe incidenten gaan plaatsvinden. Er zijn aanwijzingen uit politieonderzoek dat verzoeker en zijn zoon zijn benaderd om afgelegde verklaringen in te trekken danwel te wijzigen en dat is tot op heden niet gebeurd. Nu er met enige regelmaat nieuwe stukken uit het strafdossier worden ingestuurd, bestaat het risico dat het conflict tussen beide partijen zich verder verdiept en dat dit zou kunnen leiden tot nieuwe incidenten. De aanhouding van de zoon van verzoeker doet hier niets aan af, zo stelt de politie in de bestuurlijke rapportage.
5.3.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat uit de wet niet volgt dat sprake moet zijn van een gedraging vanuit de woning. Gelet op de explosies die bij en in de directe omgeving van de woning hebben plaatsgevonden, de onrust in de omgeving en gelet op de inhoud van de aanvullende rapportage heeft de burgemeester naar het oordeel van de voorzieningenrechter kunnen concluderen dat door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een verstoring van de openbare orde rond de woning. De burgemeester is dan ook bevoegd om tot sluiting van de woning over te gaan.
De voorzieningenrechter benadrukt in dit kader dat deze bevoegdheid niet afhankelijk is van de vraag of aan verzoekers of een van de overige gezinsleden een verwijt zou kunnen worden gemaakt. De sluiting ziet slechts op het herstellen van de openbare orde en voorkomen van verstoring van de openbare orde. Dit is namens de burgemeester tijdens de zitting ook bevestigd.
Mocht de burgemeester de bevoegdheid tot sluiting gebruiken?
6. Een sluiting van een woning is een ingrijpende maatregel. Als de burgemeester gebruik wil maken van zijn sluitingsbevoegdheid, moet hij het concrete geval toetsen aan het evenredigheidsbeginsel uit artikel 3:4, tweede lid, van de Awb. Die toets houdt in dat beoordeeld moet worden of de verlenging van de sluiting van de woning geschikt, noodzakelijk en evenwichtig is, gezien de overige in het geding zijnde belangen.
De maatregel is geschikt
6.1.
De maatregel is geschikt om het doel, het wegnemen van de ernstige verstoring van de openbare orde, te bewerkstelligen. Dat wordt door verzoekers ook niet betwist.
Is de maatregel noodzakelijk?
6.2.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat sluiting van de woning noodzakelijk is als de burgemeester aannemelijk heeft gemaakt dat de verstoring van de openbare orde rond de woning niet afdoende kan worden bestreden met een minder ingrijpend middel dan een sluiting. Daarbij is van belang of de sluiting noodzakelijk is ter herstel van de openbare orde en het voorkomen van herhaling van een verstoring van de openbare orde.
6.2.1.
Verzoekers stellen dat een minder ingrijpend middel op z’n plaats is, zoals cameratoezicht, extra surveillance of het inzetten van particuliere beveiliging of een buurtapp/waarschuwingssysteem.
6.2.2.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de burgemeester reeds cameratoezicht heeft ingesteld. Op de zitting is door de burgemeester bovendien bevestigd dat er extra politiesurveillance plaatsvindt. De politie voert op dit moment een onderzoek uit naar de toedracht en achtergrond van de explosie, maar zoals uit de bestuurlijke rapportage van de politie blijkt is de angel nog niet uit het conflict. Minder ingrijpende maatregelen heeft de burgemeester daarom op dit moment niet als afdoende hoeven aanmerken om verstoring van de openbare orde tegen te gaan en om verzoekers, omwonenden en passanten te beschermen. De burgemeester heeft sluiting daarom noodzakelijk mogen achten. Het betoog van verzoekers slaagt daarom niet.
Is sluiting van de woning evenwichtig?
7. Als sluiting van een woning in beginsel noodzakelijk wordt geacht, neemt dat niet weg dat de sluiting ook evenwichtig moet zijn. Er moet evenwicht zijn tussen de bescherming van het algemeen belang, in dit geval het herstel van de openbare orde en het voorkomen van herhaling van de verstoring van de openbare orde, en de te respecteren belangen van verzoekers. Een sluiting met veel nadelige gevolgen is niet per definitie onevenwichtig.
7.1.
Verzoekers hebben betoogd dat met name de minderjarige dochter van verzoekers belang heeft bij verblijf in de eigen woning voor haar mentale gezondheid en haar schoolprestaties (examen vwo). Het gaat nu geestelijk zeer slecht met haar omdat zij niet in haar vertrouwde omgeving kan verblijven. Dit zelfde geldt overigens ook voor verzoekers. Verder heeft de verhuurder aangekondigd de huurovereenkomst te willen ontbinden. Zij zijn bovendien niet in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen en om zelf maatregelen te nemen en ten onrechte heeft de burgemeester aan zijn besluit geen begunstigingstermijn verbonden.
7.2.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de verlenging van sluiting voor de duur van 30 dagen in de gegeven omstandigheden evenwichtig is. Hoewel de sluiting ingrijpend is en vergaande consequenties heeft voor verzoekers en hun gezin, heeft de burgemeester het belang van het herstel van en voorkoming van een nieuwe aantasting van de openbare orde zwaarder mogen laten wegen dan de door verzoekers naar voren gebrachte belangen, waaronder de niet nader onderbouwde medische situatie van de minderjarige dochter. Dat het voor verzoekers gezien alle gebeurtenissen als een lange en stressvolle tijd wordt ervaren is aan de ene kant begrijpelijk, maar aan de andere kant moeten zij de situatie ook niet onderschatten. Door de aanslag op de woning is de openbare orde ernstig verstoord. Bovendien hebben verzoekers en hun gezin tijdelijk alternatieve woonruimte en heeft de burgemeester een (elektrische) fiets geregeld voor de dochter van verzoekers, zodat zij naar school, sport en vrienden kan blijven gaan. Uit het dossier blijkt bovendien dat verzoekers wel in de gelegenheid zijn gesteld een zienswijze in te dienen, hetgeen zij ook gedaan hebben. Nu het bestreden besluit ziet op een verlenging van een eerder opgelegd bevel tot sluiting van de woning, is er ook geen reden om een begunstigingstermijn op te nemen. Uit het dossier blijkt bovendien dat verzoekers met de burgemeester afspraken kunnen maken om spullen uit de woning te kunnen halen, hetgeen ook al is gebeurd.
7.3.
De sluiting is met 30 dagen verlengd. Hoewel de voorzieningenrechter begrip heeft voor de situatie van verzoekers en begrijpt dat dit als een zeer lange tijd en grote inbreuk wordt ervaren, is het wel een korte, overzichtelijke en daarmee redelijke termijn. Dat betekent evenwel niet dat de burgemeester een sluiting keer op keer kan verlengen zolang het onderzoek door de politie nog loopt. Als de termijn langer duurt zonder dat nieuwe incidenten plaatsvinden of zonder dat er andere aanwijzingen zijn op grond waarvan moet worden aangenomen dat sprake is van een ernstige vrees voor verstoring van de openbare orde rond de woning van verzoekers, weegt het belang van verzoekers en hun gezin om terug te kunnen keren naar de woning steeds zwaarder en neemt het belang van de burgemeester in kracht af. Voor nu is de voorzieningenrechter van oordeel dat het belang van de burgemeester nog steeds zwaarder moet wegen dan het belang van verzoekers en hun gezin.

Conclusie en gevolgen

8. De voorzieningenrechter is concluderend van oordeel dat de burgemeester verlenging van de sluiting van de woning geschikt, noodzakelijk en evenwichtig mocht achten en daarom tot verlenging van de sluiting mocht besluiten. Hieruit volgt dat het bezwaar geen redelijke kans van slagen heeft. Daarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek af. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.H.Y Snoeren-Bos, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 23 mei 2025.
De voorzieningenrechter en de griffier zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.