Uitspraak
1.[eiser 1] ,2. [eiser 2] ,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Gelderland
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is een vordering aanhangig gemaakt door [eisers] tegen [gedaagde] met betrekking tot de vensters van een schuurtje. [eisers] is sinds 26 april 2022 eigenaar van een perceel en woning, terwijl [gedaagde] sinds 1962 eigenaar is van een aangrenzend perceel. [eisers] heeft geconstateerd dat er doorzichtige vensters in de muur van het schuurtje van [gedaagde] aanwezig zijn, die zich binnen twee meter van de perceelgrens bevinden. Na een verzoek van [eisers] om deze vensters ondoorzichtig te maken, heeft [gedaagde] slechts gedeeltelijk aan dit verzoek voldaan door folie aan te brengen.
De vordering van [eisers] is gebaseerd op artikel 5:50 lid 1 BW, dat stelt dat het zonder toestemming van de eigenaar van het naburige erf niet geoorloofd is om vensters te hebben die uitzicht geven op dit erf. [gedaagde] heeft echter verweer gevoerd en zich beroepen op artikel 5:50 lid 2 BW, waarin staat dat een nabuur zich niet kan verzetten tegen vensters als het uitzicht niet verder reikt dan tot een muur binnen twee meter van de vensters. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vensters van [gedaagde] geoorloofd zijn op basis van de analoge toepassing van artikel 5:50 lid 2 BW, omdat de vensters al aanwezig waren voordat [eisers] zijn schuurtje en schutting heeft verwijderd.
De vordering van [eisers] om de vensters ondoorzichtig te maken is afgewezen, evenals de nevenvorderingen. [eisers] is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van [gedaagde] betalen, die zijn begroot op € 510,00. Het vonnis is uitgesproken op 16 mei 2025 door mr. M.J.C. van Leeuwen.