ECLI:NL:RBGEL:2025:4136

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
28 mei 2025
Zaaknummer
11353076 CV EXPL 24-3477
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechtsgeldigheid van de huuropzegging door de gemeente Apeldoorn van standplaatsen op camping De Marshoeve

In deze zaak heeft de gemeente Apeldoorn de huurovereenkomst van standplaatsen op camping De Marshoeve opgezegd per 1 januari 2025. De gemeente heeft de camping gekocht met de intentie om de exploitatie te beëindigen en het terrein te gebruiken voor woningbouw en natuur. De gedaagde, die twee standplaatsen huurt, heeft verzet aangetekend tegen de opzegging. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gemeente de huurovereenkomsten rechtsgeldig heeft opgezegd, omdat er een zwaarwegend belang is voor de beëindiging van de exploitatie. De gemeente heeft de huurders tijdig geïnformeerd en voldaan aan de wettelijke opzegtermijn. De rechter heeft geoordeeld dat de belangen van de huurders niet zwaarder wegen dan het algemeen belang van woningbouw in de gemeente. De vordering tot ontruiming van de standplaatsen is toegewezen, met een dwangsom voor het geval de gedaagde niet aan de ontruiming voldoet. De gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Apeldoorn
Zaaknummer: 11353076 / CV EXPL 24-3477
Vonnis van 28 mei 2025
in de zaak van
GEMEENTE APELDOORN,
te Apeldoorn,
eisende partij,
hierna te noemen: de gemeente Apeldoorn,
gemachtigde: mr. M.C. Mulder,
tegen
[gedaagde],
te Veenendaal,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. B.M. Speerstra.

1.De kern van deze zaak

Deze zaak gaat over de vraag of de gemeente Apeldoorn de huurovereenkomst van een standplaats op camping De Marshoeve rechtsgeldig heeft opgezegd per 1 januari 2025 waardoor de huurovereenkomst inmiddels is geëindigd. Het antwoord op deze vraag is bevestigend.

2.De procedure

2.1.
De gemeente Apeldoorn heeft op 1 oktober 2024 een dagvaarding aan [gedaagde] betekend. Daarna heeft zij een akte overlegging producties overgelegd.
2.2.
Tegen [gedaagde] was verstek verleend, omdat hij niet is verschenen op de eerste roldatum en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen. Dit verstek is gezuiverd tijdens de mondelinge behandeling op 25 maart 2025 in andere zaken met betrekking tot camping De Marshoeve. Mr. Speerstra heeft zich ook namens [gedaagde] gesteld en heeft inhoudelijk verweer gevoerd en mondeling geconcludeerd voor antwoord. Mr. Speerstra heeft hierbij aangesloten bij de onderbouwing die zij reeds in de andere aanhangige zaken heeft gegeven ten aanzien van (het einde van) de huurovereenkomsten op camping De Marshoeve. Er zijn geen andere of zelfstandige verweren en standpunten namens [gedaagde] naar voren gebracht. De gemeente Apeldoorn heeft feitelijk op het antwoord gereageerd, althans haar standpunten zoals die naar voren zijn gebracht in de andere betreffende zaken zullen in deze zaak worden overgenomen. Nu de gemeente Apeldoorn ter zitting ook nog gelegenheid heeft gehad om te reageren, is er geen reden voor aanhouding van de procedure, zoals door de gemeente Apeldoorn is voorgesteld.
2.3.
Ten slotte is bepaald dat de kantonrechter uitspraak zal doen.

3.De feiten

3.1.
[gedaagde] huurt twee standplaatsen (139 en 140) op camping De Marshoeve in Loenen (hierna ook genoemd: de camping). [gedaagde] heeft op de standplaatsen een eigen stacaravan/chalet geplaatst, dan wel overgenomen van de vorige huurders.
3.2.
Vanaf 17 april 2023 is de gemeente Apeldoorn eigenaar van de camping.
De gemeente Apeldoorn heeft vanaf dat moment ook de lopende exploitatie overgenomen. De gemeente Apeldoorn heeft de camping gekocht met de bedoeling de exploitatie van de camping per 1 januari 2025 te beëindigen en het terrein te benutten voor woningbouw en natuur. De gemeente Apeldoorn heeft op 13 april 2023 de huurders van een standplaats op de camping daarover geïnformeerd en daarbij aangegeven dat zij voornemens is om de huurovereenkomsten met de huurders op te zeggen.
3.3.
In oktober 2023 en december 2023 heeft de gemeente Apeldoorn de huurovereenkomsten met alle huurders opgezegd tegen 1 januari 2025.

4.Het geschil

De gemeente Apeldoorn vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
te verklaren voor recht dat de huurovereenkomst(en) tussen de gemeente Apeldoorn en [gedaagde] voor de door hem gehuurde jaarplaats(en) per 1 januari 2025 door opzegging is/zijn geëindigd,
[gedaagde] te veroordelen om de door hem gehuurde jaarplaats(en) op het terrein van de camping, gelegen aan het adres Reuweg 49-51 te Loenen, gemeente Apeldoorn, op uiterlijk 1 januari 2025 met al het zijne/hare en de zijnen/haren, te ontruimen en te verlaten en verlaten te houden en ter vrije en algehele beschikking van de gemeente Apeldoorn te stellen, één en ander uitdrukkelijk met verwijdering van de stacaravans, aanbouwsels, schuurtjes, overkappingen, terrastegels en overige verhardingen op de door gedaagde gehuurde jaarplaats(en) één en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag, of een gedeelte van een dag, met een maximum van € 7.500,00 dat de betreffende gedaagde in gebreke blijft om na betekening aan dit vonnis te voldoen,
[gedaagde] te veroordelen in de kosten en nakosten van deze procedure.

5.De beoordeling

5.1.
Inleiding
5.1.1.
Deze procedure is één van de vele aanhangige procedures tussen de gemeente Apeldoorn en de huurders van één of meerdere standplaatsen op de (voormalige) camping De Marshoeve. Hoewel de gemeente Apeldoorn tegen de huurders afzonderlijke procedures voert, zijn de vorderingen en verweren in die procedures nagenoeg inhoudelijk gelijkluidend. De circa 25 contradictoire zaken zijn tegelijk behandeld tijdens de mondelinge behandeling van 25 maart 2025.
5.1.2.
In alle zaken gaat het om het volgende. De gemeente Apeldoorn heeft de camping gekocht met als doel de camping uit de markt te halen om op het terrein woningbouw en natuur te realiseren. Zij heeft daarom alle huurovereenkomsten per 1 januari 2025 opgezegd. Dit heeft bij veel huurders van een standplaats – die ieder een eigen belang hebben bij het laten voortduren van de huurovereenkomst – begrijpelijkerwijs tot grote teleurstelling en andere emoties geleid. De vraag die in al deze zaken centraal staat is of de gemeente Apeldoorn de huurovereenkomst(en) mocht opzeggen tegen 1 januari 2025 waardoor deze inmiddels is/zijn beëindigd en ontruiming van de standplaats(en) hoort te volgen.
5.1.3.
Hierna zal eerst worden ingegaan op de kwalificatie van de huurovereenkomst(en), het juridisch kader en de standpunten van partijen over en weer. Dit is voor alle zaken nagenoeg gelijkluidend en daarom zal hierna in dat kader worden gesproken over ‘de huurovereenkomsten’ en ‘de huurders’. Daarna zal worden ingezoomd op de individuele situatie van [gedaagde] .
5.2.
Kwalificatie van de huurovereenkomsten
5.2.1.
Voor de beantwoording van de kernvraag is het allereerst van belang om de aard van de huurovereenkomsten te duiden. Er zijn geen schriftelijke huurovereenkomsten (overgelegd). Partijen zijn het er wel over eens dat de huurders met de vorige eigenaar van de camping een huurovereenkomst zijn aangegaan met betrekking tot een standplaats op de camping, voorzien van elektra en water, waarop een kampeermiddel mag worden geplaatst.
Het gaat dus alleen om de huur van een stuk onbebouwde grond en niet (ook) om de huur van een woonruimte. Op dat stuk grond is weliswaar (door de huurder zelf) een kampeermiddel geplaatst, maar dat wordt niet gehuurd en is eigendom van de huurders zelf.
5.2.2.
Vaststaat dat de huurovereenkomsten zijn aangegaan voor bepaalde tijd, namelijk voor de duur van één jaar. Gelet op de stellingen van partijen en gezien het feit dat er over het algemeen ook (aanzienlijk) wordt geïnvesteerd in het kampeermiddel dat op het gehuurde wordt geplaatst, wordt aangenomen dat de huurovereenkomsten niet zijn aangegaan met het doel om voor één bepaalde periode te gelden en dan te eindigen.
De huurovereenkomsten worden juist aangegaan met de intentie om meerdere jaren te kunnen recreëren in het op het gehuurde geplaatste kampeermiddel. Aangezien de huurovereenkomsten zonder tegenbericht ook steeds jaarlijks automatisch werden verlengd, is feitelijk sprake van duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd. [1]
5.3.
Juridisch kader opzegging duurovereenkomsten
5.3.1.
Het uitgangspunt is dat de huurovereenkomsten op grond van de wet door opzegging kunnen worden beëindigd. Dit volgt uit artikel 7:228 lid 2 BW. De reden van de opzegging doet in dit geval niet ter zake. Er hoeft alleen een opzegtermijn van tenminste één maand in acht worden genomen.
5.3.2.
Partijen kunnen van deze regeling afwijken, maar zij hebben geen gebruik gemaakt van die mogelijkheid. Er zijn immers geen schriftelijke huurovereenkomsten (overgelegd) en gesteld noch gebleken is dat partijen mondeling afspraken over de beëindiging van de huur hebben gemaakt. Ook is niet komen vast te staan dat (artikel 11 van) de RECRON-voorwaarden op de huurverhouding van toepassing zijn.
5.3.3.
De gemeente Apeldoorn kan de huurovereenkomsten met de huurders dus in beginsel op grond van de wet beëindigen door deze op te zeggen. Volgens vaste rechtspraak kunnen de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de aard en de inhoud van de overeenkomst en de omstandigheden van het geval echter meebrengen dat opzegging slechts mogelijk is indien een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging bestaat. Uit dezelfde eisen kan voortvloeien dat een bepaalde opzegtermijn in acht moet worden genomen of dat de opzegging gepaard moet gaan met het aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding. Daarnaast kan de wettelijke opzeggingsbevoegdheid onder omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. [2]
5.4.
Standpunten partijen
5.4.1.
Door en namens de huurders is in dit kader bepleit dat de eisen van redelijkheid en billijkheid meebrengen dat de gemeente Apeldoorn een zwaarwegende grond, bestaande uit een concreet en haalbaar plan, voor de opzegging moe(s)t hebben en dat zij een reëel en een op de persoon gericht aanbod tot betaling van schadevergoeding had moeten doen.
5.4.2.
De huurders hebben met betrekking tot de aard en inhoud van de overeenkomst en de relevante omstandigheden onder meer het volgende naar voren gebracht:
  • Het is de bedoeling van partijen geweest dat de huurders voor langere tijd een eigen plek op de camping hadden waarop zij een eigen kampeermiddel hebben geplaatst of hebben overgenomen. Door de vorige eigenaar van de camping zijn ook toezeggingen gedaan over meerjarige recreatie, waarbij is verklaard dat het familiebedrijf door de volgende generatie zal worden voortgezet.
  • De huurders hebben grote investeringen gedaan in de aanschaf, onderhoud en aankleding van hun kampeermiddelen en de betreffende standplaatsen. Door de ontmanteling van de camping zullen deze investeringen verloren gaan. Het kampeermiddel is niet meer aan een opvolgend huurder te verkopen en de kampeermiddelen kunnen niet eenvoudig en zonder hoge kosten verplaatst worden. Omdat er geen tot weinig alternatieve standplaatsen in het land beschikbaar zijn, hebben de huurders ook niet meer het genot van hun investering voor eigen recreatie.
  • De waarborgen uit de verschillende Europese consumentenrichtlijnen moeten in acht worden genomen. De (rechtsvoorganger van de) gemeente Apeldoorn heeft in strijd gehandeld met verschillende Europese consumentenrichtlijnen. Bij de totstandkoming van de huurovereenkomst had de (rechtsvoorganger van de) gemeente Apeldoorn middels een schriftelijk beding moeten vastleggen onder welke evenredige voorwaarden de huurovereenkomst kan worden opgezegd, waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van de huurders. Een dergelijk evenwichtig opzegbeding ontbreekt.
  • Een grote groep mensen is voor hun onderdak afhankelijk van de (onderhuur van de) stacaravans. De gemeente Apeldoorn is vanuit haar maatschappelijke positie verantwoordelijk voor deze groep mensen, terwijl ontruiming er toe zal leiden dat de grond van de camping jarenlang braak zal komen te liggen en niet voor huisvesting benut wordt.
5.4.3.
Volgens de huurders maakt dit alles dat opzegging slechts mogelijk is als een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging bestaat. Deze grond ontbreekt volgens hen. Zo ontbreekt een concreet en haalbaar plan met betrekking tot de door de gemeente Apeldoorn gewenste herstructurering van de camping. De politieke besluitvorming ten aanzien van de te realiseren woningbouw op het terrein moet nog plaatsvinden, er zijn nog geen benodigde onderzoeken naar flora en fauna uitgevoerd, er zijn nog geen vergunningen verleend en het is nog maar de vraag of woningbouw op het terrein überhaupt plaats kan vinden. Evenmin is een passend aanbod tot schadevergoeding gedaan. Omdat de huuropzegging dus in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid is gedaan, is in de ogen van de huurders geen sprake van een rechtsgeldige opzegging.
5.4.4.
De gemeente Apeldoorn stelt hiertegenover onder meer het volgende.
In dit geval brengen de eisen van redelijkheid en billijkheid niet met zich dat aan de opzegging nadere voorwaarden moeten worden verbonden. Voor zover geoordeeld zou moeten worden dat dit wel het geval is, heeft de gemeente Apeldoorn een zwaarwegend belang bij de opzegging. Zij heeft de camping gekocht met de bedoeling de exploitatie daarvan te stoppen en op het terrein woningbouw en natuur te realiseren. Er is geen sprake van herstructurering van de camping, maar van een bedrijfsbeëindiging. Er is een ruime opzegtermijn gehanteerd en er is een vergoeding aan de huurders aangeboden die aansluit bij de RECRON-voorwaarden. Er bestaat kennelijk vooral een financieel belang, maar dat wordt onvoldoende geconcretiseerd door de huurders.
5.5.
Was de huuropzegging in dit geval rechtsgeldig?
Invloed Europese consumentenrichtlijnen
5.5.1.
[gedaagde] heeft onder meer aangevoerd dat de huuropzegging niet rechtsgeldig is alleen al omdat de huurovereenkomsten niet voorzien in een evenwichtig opzegbeding, hetgeen in het licht van de verschillende Europese consumentenrichtlijnen wel vereist is.
Dit betoog faalt, want dit rijmt niet met het stelsel van de wet en zoals hiervoor onder
5.3.1
en 5.3.2 is opgenomen. Hoewel het inderdaad wenselijk is dat de huurovereenkomst schriftelijk wordt aangegaan en dat partijen daarin gedetailleerd vastleggen of en op welke manier de huurovereenkomst kan worden opgezegd, kent de wet geen schriftelijkheids-vereiste. Een huurovereenkomst kan, zoals in dit geval, mondeling worden aangegaan. Als er daarbij leemtes ontstaan, vallen partijen terug op de wet en de daarin neergelegde of uit de (hieronder genoemde) rechtspraak voortvloeiende bescherming, waarbij de belangen van de huurder worden meegewogen.
5.5.2.
Voor zover het betoog van [gedaagde] inhoudt, dat de huuropzegging niet rechtsgeldig is omdat de gemeente Apeldoorn zich schuldig heeft gemaakt aan oneerlijke handelspraktijken, faalt dit bij gebrek aan een juiste feitelijke grondslag. Overigens zou het ook niet leiden tot het door [gedaagde] gestelde rechtsgevolg van een niet rechtsgeldige opzegging, maar zou het hem ‘alleen’ vrij staan om de overeenkomst te vernietigen of schadevergoeding te vorderen. Dit is niet gevorderd.
Er moeten nadere eisen aan de opzegging worden gesteld
5.5.3.
De eisen van redelijkheid en billijkheid kunnen, in verband met de aard en inhoud
van de huurovereenkomsten voor de standplaatsen en de omstandigheden van het geval, wel meebrengen dat er nadere eisen aan de opzegging worden gesteld.
5.5.4.
Daarvoor is onder meer van belang dat zoals hiervoor is overwogen sprake is van duurovereenkomsten. Deze overeenkomsten zijn aangegaan met de intentie om voor langere tijd gebruik te kunnen maken van het gehuurde. Gelet daarop heeft [gedaagde] vermoedelijk ook financiële investeringen gedaan in het gehuurde. Daar komt bij dat de gemeente Apeldoorn de camping in verhuurde staat heeft gekocht, in de wetenschap dat er ook huurders op de camping aanwezig zijn die een vaste standplaats huren voor langdurig eigen recreatief gebruik, huurders die permanent op de camping wonen en huurders die het kampeermiddel - al dan niet langdurig - aan derden verhuren. Het einde van de huurovereenkomsten betekent voor [gedaagde] dat hij de recreatie niet op deze plek kan voortzetten. Gelet op deze omstandigheden en gevolgen voor huurders zoals [gedaagde] , die deels voorzienbaar waren voor de gemeente Apeldoorn, zouden de eisen de redelijkheid en billijkheid kunnen meebrengen dat de opzegging slechts mogelijk is als er een zwaarwegende grond bestaat. [gedaagde] heeft echter onvoldoende gesteld om tot die conclusie te komen, maar ten overvloede wordt overwogen dat en waarom die zwaarwegende grond wel aanwezig is aan de zijde van de gemeente Apeldoorn.
Zwaarwegende grond
5.5.5.
Een huurovereenkomst is naar haar aard in beginsel eindig. Evident is dat een exploitant van een onderneming er voor kan en mag kiezen om de onderneming en exploitatie te stoppen. Er bestaat geen verplichting voor de ondernemer/verhuurder om de onderneming en de daarmee gepaard gaande huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd voort te zetten. In dit geval heeft de vorige eigenaar van de camping de camping te koop gezet omdat de camping verouderd was en er fikse investeringen moesten worden gedaan om de camping levensvatbaar te krijgen. De gemeente Apeldoorn heeft de camping gekocht
door gebruik te maken van het wettelijk vastgelegde voorkeursrecht dat zij op het terrein heeft gevestigd. Dit voorkeursrecht kan de gemeente inzetten ten gunste van een andere planologische bestemming. Het staat haar dan ook vrij om het terrein een andere bestemming te geven.
5.5.6.
Vaststaat dat de gemeente Apeldoorn een algemeen, actueel en maatschappelijk belang heeft bij de opzegging van de huurovereenkomsten en de ontruiming van de standplaatsen. Zij heeft de huurovereenkomsten opgezegd met als doel de camping uit de markt te halen zodat zij (gedeeltelijk) kan voldoen aan de grote behoefte aan woningbouw in de gemeente Apeldoorn. Het is algemeen bekend dat sprake is van een groot woningentekort en bij de aanpak van dit vraagstuk is ook een belangrijke rol weggelegd voor de gemeente. Haar belang bij het omzetten van het recreatieterrein in een woonwijk is dan ook duidelijk.
5.5.7.
Anders dan door de huurders is bepleit, is niet vereist dat de gemeente Apeldoorn bij de opzegging ook al moest beschikken over een concreet en haalbaar plan ten aanzien van de woningbouw. Dit vereiste is afkomstig uit (artikel 11 van) de RECRON-voorwaarden en ziet op situaties van (recreatieve) herstructurering. Partijen twisten erover of de RECRON-voorwaarden al dan niet op niet op hun huurverhouding van toepassing zijn. Wat daar verder ook van zij, ook als dat wel het geval zou zijn kan dit vereiste hier niet met succes worden ingeroepen. Er is geen sprake van herstructurering in de zin van artikel 11 lid 1 onder h van de RECRON-voorwaarden. Herstructurering betekent volgens artikel 1 van de RECRON-voorwaarden dat er een andere inrichting aan (een deel van) het terrein wordt gegeven en daarbij wordt, mede gelet op de inhoud van artikel 12 van de RECRON-voorwaarden, uitgegaan van een voortzetting van de recreatieve bestemming en exploitatie van het terrein na (en soms ook tijdens) het voltooien van de daarvoor benodigde werkzaamheden. Daarvan is in dit geval geen sprake. De gemeente Apeldoorn beëindigt het campingbedrijf en beoogt het terrein een niet-recreatieve bestemming te geven. Er is dus sprake van een bedrijfsbeëindiging.
5.5.8.
Gelet op deze algehele bedrijfsbeëindiging heeft de gemeente Apeldoorn er ook belang bij dat zij (op een gegeven moment) over kan gaan tot sluiting van (de voorzieningen op) de camping. Het voortzetten van recreatie op het terrein brengt hoge kosten voor de gemeente Apeldoorn met zich mee in verband met de beveiliging en het onderhoud van het terrein en de nutsvoorzieningen (die reeds sterk verouderd zijn).
5.5.9.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de gemeente een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging van de huurovereenkomsten heeft.
Langere opzegtermijn en/of (schade)vergoeding
5.5.10.
De volgende vraag zou dan zijn of de eisen van redelijkheid en billijkheid hier meebrengen dat nadere eisen worden gesteld aan de opzegtermijn en/of een aan [gedaagde] aan te bieden (schade)vergoeding. Dit is niet het geval. Daarvoor zijn te weinig concrete feiten en omstandigheden aan de zijde van [gedaagde] gesteld. Het belang van [gedaagde] bestond mogelijk uit een recreatief en waarschijnlijk ook een financieel belang, maar deze belangen zijn niet nader onderbouwd en/of aan de hand van de persoonlijke omstandigheden van [gedaagde] ingekleurd. Zo is onder meer niet gesteld of gebleken hoe lang [gedaagde] de standplaatsen huurt/heeft gehuurd, welke (financiële) investeringen hij in dat kader heeft gedaan en in hoeverre hij in zijn belangen wordt getroffen door de huuropzegging. Ter zitting is komen vast te staan dat [gedaagde] de camping inmiddels heeft verlaten en hij de kampeermiddelen die op de standplaatsen staan inmiddels aan een derde heeft verkocht, waarbij onbekend is wanneer of tegen welke prijs. Vast staat dat de gemeente Apeldoorn een vergoeding heeft aangeboden die aansluit bij de RECRON-tegemoetkoming. Niet is gebleken dat de eisen van redelijkheid en billijkheid in dit geval een hogere vergoeding zouden vereisen.
5.6.
Conclusie
5.6.1.
De conclusie is dat de gemeente Apeldoorn de huurovereenkomsten ten aanzien van de standplaatsen 139 en 140 rechtsgeldig heeft opgezegd, en in beginsel terecht ontruiming vordert van standplaatsen waarop [gedaagde] een kampeermiddel (in eigendom) heeft (gehad). Hoewel vast staat dat [gedaagde] de kampeermiddelen heeft verkocht en in zoverre de camping al verlaten heeft, kan de vordering tot ontruiming toch worden toegewezen voor zover nog andere spullen zoals in de vordering omschreven op de standplaatsen aanwezig zijn.
5.6.2.
De door de gemeente Apeldoorn gevorderde verklaring voor recht zal daarom toegewezen worden. De vordering tot ontruiming zal worden toegewezen zoals in de beslissing vermeld. Tegen de gevorderde dwangsom is geen specifiek verweer gevoerd. Deze vordering zal worden toegewezen, met dien verstande dat de dwangsom per dag(deel) wordt gesteld op € 100,00 en dat het maximum wordt gesteld op € 5.000,00.
5.7.
Proceskosten
5.7.1.
[gedaagde] is de in het ongelijk gestelde partij en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gemeente Apeldoorn tot en met vandaag worden vastgesteld op € 112,99 aan dagvaardingskosten, € 130,00 aan vast recht en € 204,00 aan salaris van de gemachtigde. De nakosten worden begroot op € 102,00, te vermeerderen met de kosten van betekening als het vonnis betekend is.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
verklaart voor recht dat de huurovereenkomsten tussen de gemeente Apeldoorn en
[gedaagde] voor de door hem gehuurde jaarplaatsen door de opzegging is geëindigd per
1 januari 2025,
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om de door hem gehuurde jaarplaatsen op het terrein op de camping vóór 1 juli 2025 met al het zijne en de zijnen te ontruimen en te verlaten en verlaten te houden en ter vrije en algehele beschikking van de gemeente Apeldoorn te stellen, één en ander uitdrukkelijk met verwijdering van de stacaravans, aanbouwsels, schuurtjes, overkappingen, terrastegels en overige verhardingen op de door [gedaagde] gehuurde jaarplaats(en), één en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 100,00 per dag of een gedeelte van een dag met een maximum van € 5.000,00 dat [gedaagde] in gebreke blijft om na betekening aan het bepaalde dit vonnis te voldoen,
6.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 548,99, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Engelbert-Clarenbeek en in het openbaar uitgesproken op
28 mei 2025.
(ldj)

Voetnoten

1.Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 8 augustus 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:2533.
2.Hoge Raad 2 februari 2018, ECLI:NL:HR:2018:141.