Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eiseres 1] ,
2.
[eiseres 2],
1.De procedure
2.De feiten
[…]
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die op 16 april 2025 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een erfrechtelijk geschil naar aanleiding van het testament van erflaatster, die op [datum] 2024 is overleden. De erflaatster had in haar testament van 3 februari 1975 [gedaagde] als enige erfgenaam benoemd. De eisende partijen, [eiseres 1] en [eiseres 2], zijn nichten van erflaatster en vorderen dat de erfstelling aan het testament komt te ontvallen, omdat de relatie tussen erflaatster en [gedaagde] inmiddels beëindigd was en er geen contact meer tussen hen heeft plaatsgevonden sinds 1982. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uiterste wilsbeschikking van erflaatster niet meer de laatste wil vertegenwoordigt op het moment van haar overlijden, omdat de omstandigheden rondom de relatie met [gedaagde] zijn veranderd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het testament van erflaatster geen betekenis heeft voor de vererving van haar nalatenschap en dat het versterferfrecht van toepassing is, waardoor [eiseres 1] en [eiseres 2] als erfgenamen worden aangemerkt. De rechtbank heeft [gedaagde] veroordeeld om de onroerende zaak en andere vermogensbestanddelen terug te leveren aan de nalatenschap en hem in de proceskosten veroordeeld. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.