ECLI:NL:RBGEL:2025:4215

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 mei 2025
Publicatiedatum
2 juni 2025
Zaaknummer
05.149353.24 en 05-094122-22 (Tul)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor woninginbraak door minderjarige verdachte

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 27 mei 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2007. De verdachte werd beschuldigd van woninginbraak in de periode van 2 tot 3 september 2023, waarbij verschillende waardevolle goederen, waaronder een computer, mobiele telefoon en een kluis, zouden zijn weggenomen uit een woning in Duitsland. De officier van justitie eiste een taakstraf van 70 uur, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak. Tijdens de zitting verklaarde de verdachte dat hij op de avond van de inbraak in de auto zat met vrienden en niet op de hoogte was van de inbraak. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de verdachte veel vragen opriep, maar dat er onvoldoende bewijs was om hem als medepleger van de diefstal aan te merken. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij betrokken was bij de inbraak, en sprak hem vrij. Tevens werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke taakstraf afgewezen, omdat er geen bewezenverklaring was.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05.149353.24 en 05-094122-22 (Tul)
Datum uitspraak : 27 mei 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer voor jeugdstrafzaken
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2007 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] in [woonplaats] .
Raadsvrouw: mr. C.W. Dirkzwager, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een terechtzitting achter gesloten deuren.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 2 september 2023 tot en met 3 september 2023 uit een woning aan de [adres 2] te [plaats 1] , [plaats 2] te Duitsland gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een computer en/of een mobiele telefoon (Iphone 12) en/of airpods en/of een kluisje (met daarop de letters/cijfers [letters/cijfers] ) met een inhoud van ongeveer 2000 euro aan contant geld en/of een horloge van het merk Breitling, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen en/of geld onder hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van insluiping en/of inklimming en/of braak en/of verbreking.

2.De standpunten

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden en heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf van 70 uur.
De verdediging heeft voor vrijspraak gepleit.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Verdachte heeft ter zitting kort samengevat verklaard dat hij en zijn vriend een lift hebben gekregen vanaf de kermis in Groesbeek. Zijn vriend moest naar Kranenburg. In de auto zaten ook andere jongens. De auto is naar Duitsland gereden en daar gestopt. Een aantal van de jongens is toen uitgestapt en kwam later terug met onder andere een kluis. Ze zeiden dat ze een inbraak hadden gepleegd. Vooraf wist verdachte niet dat er een woninginbraak zou gaan plaatsvinden. Hij is al die tijd in de auto blijven zitten. Hij heeft in de buit gedeeld en is met de jongens teruggereden naar Nederland omdat ze hem thuis gingen afzetten. Dat hij op filmpjes te zien is in de auto met een kluis op zijn schoot en met een bivakmuts half op zijn hoofd, is omdat hij dat stoer vond. Om die reden komt hij ook voor in tapgesprekken van na 3 september 2023 die gaan over de diefstal. Verdachte ontkent iedere betrokkenheid bij de woninginbraak.
De rechtbank overweegt dat verdachtes verklaring ter zitting nog steeds veel vragen oproept over zijn aanwezigheid in de auto in de nacht van 2 op 3 september 2023 in de buurt van de woning van waaruit gestolen is. Dat verdachte, toen hij naar eigen zeggen doorkreeg dat er een diefstal uit een woning had plaatsgevonden, in de auto is blijven zitten, mee is teruggereden naar Nederland en zelfs heeft meegedeeld in de buit pleit niet voor hem. Dit alles betekent echter niet dat verdachte daarmee als medepleger van de diefstal uit de woning kan worden aangemerkt. Een dergelijke betrokkenheid valt namelijk niet af te leiden uit zijn verklaring ter zitting en ook de rest van het dossier bevat naar het oordeel van de rechtbank - anders dan de officier van justitie - onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde te komen. Zo valt in het bijzonder ook uit de tapgesprekken in de weken erna niet af te leiden dat verdachte daadwerkelijk enige rol heeft gehad bij de diefstal. Dat betekent dat verdachte moet worden vrijgesproken.

4.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 05-094122-22)

De kinderrechter heeft verdachte op 30 november 2022 veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 24 uur.
Nu de rechtbank niet tot een bewezenverklaring komt, zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde;
 wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke opgelegde straf onder parketnummer 05-094122-22.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Raat (voorzitter en kinderrechter), mr. A.A.M. Bögemann en mr. D.S.M. Bak, kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Damen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 mei 2025.
mr. Bögemann is buiten staat
dit vonnis te ondertekenen.