Uitspraak
1.[gedaagde 1],
2.
[gedaagde 2],
gemachtigde: mr. Schemkes
1.De zaak in het kort
2.De procedure
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
[gedaagden] heeft niet betwist dat er een achterstand in de betaling van de huur is ontstaan. Dat levert een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst op. In dit geval overweegt de kantonrechter dat deze tekortkoming de ontbinding van de huurovereenkomst met alle gevolgen daarvan niet rechtvaardigt. [gedaagden] doet aantoonbaar haar best om aan haar maandelijkse huurverplichtingen te voldoen en betaalt telkens delen van de huur, waardoor zij de achterstand weet te beperken tot ruim minder dan vier maanden. Zij is zich er van bewust dat zij in de huidige omstandigheden te duur woont en is daarom op zoek naar een andere, goedkopere woning. Dat is gelet op de huidige woningmarkt bijzonder moeilijk. Daarnaast heeft zij hulp gezocht bij de gemeente en ontvangt zij per 15 april 2025 bijzondere bijstand. Zij heeft hierdoor, in ieder geval tot 1 oktober 2025, een hoger netto inkomen en kan daarmee, naar verwachting, in ieder geval de lopende huur per maand voldoen. Daarnaast weegt de kantonrechter mee dat [gedaagden] met twee jonge kinderen in de woning woont die het nodige hebben meegemaakt in de afgelopen jaren en het zeker ook in hun belang is dat zij in de woning kunnen blijven om hen een zo stabiel mogelijke omgeving te bieden.