In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedaan op 3 juni 2025, wordt het beroep van eiser tegen de verleende omgevingsvergunning voor de bouw van een vrijstaande woning op een landgoed in Barneveld beoordeeld. Eiser stelt dat hij niet is betrokken bij de besluitvorming en dat zijn woon- en leefklimaat onevenredig wordt aangetast door de realisatie van de woning. De rechtbank constateert dat het college de juiste wettelijke voorbereidingsprocedure heeft gevolgd en dat de omgevingsvergunning in overeenstemming is met het bestemmingsplan. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de omgevingsvergunning, maar de rechtbank oordeelt dat de negatieve gevolgen die eiser aanvoert reeds zijn toegestaan door het bestemmingsplan en niet het gevolg zijn van de overschrijding van de toegestane bouwhoogte.
Daarnaast voert eiser aan dat het college ten onrechte geen natuurtoestemming heeft aangevraagd voor de stikstofdepositie van de bouw en het gebruik van de woning. De rechtbank oordeelt dat het college terecht alleen de stikstofdepositie van de bouw en het gebruik van de woning op kavel 10 heeft berekend, en dat de bouw en het gebruik van de 15 woningen niet als één project moeten worden beschouwd. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, waardoor de omgevingsvergunning in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.