ECLI:NL:RBGEL:2025:4284

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 juni 2025
Publicatiedatum
4 juni 2025
Zaaknummer
279362-23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte wegens meerdere zedenmisdrijven en mishandeling met tbs en gevangenisstraf

Op 2 juni 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder zedenmisdrijven en mishandeling. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) met dwang opgelegd. De verdachte heeft zich in de periode van april 2023 tot en met november 2024 schuldig gemaakt aan het seksueel binnendringen van zijn toenmalige vriendin, die op dat moment 16 jaar oud was, terwijl zij sliep. Tevens heeft hij haar onder druk gezet om (kinder)pornografische afbeeldingen en video's van zichzelf te maken en deze naar hem te sturen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens had ten tijde van de feiten, wat heeft geleid tot de beslissing om de tbs-maatregel op te leggen. De rechtbank heeft ook een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd, die inhoudt dat de verdachte gedurende vijf jaar geen contact mag opnemen met het slachtoffer en zich niet mag bevinden in de buurt van haar woonadres. De vordering van de benadeelde partij is gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de verdachte heeft veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/279362-23; 05/234566-24; 05/133278-24 en 05/033134-25 (ttz. gev.)
Datum uitspraak : 2 juni 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 2001 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] in [woonplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. [verblijfplaats] .
Raadsvrouw: mr. M.G.M. Frerix, advocaat in Ede.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Onder parketnummer 05/234566-24
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2023 tot en met 1 juli 2023 te [plaats 1] , althans in Nederland, met [slachtoffer 1] van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dat deze niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden,
een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
- het brengen en/of heen en weer bewegen van een of meer vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 april 2023 tot en met 1 juli 2023 te [plaats 1] , althans in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , door een of meer vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] te brengen en/of heen en weer te bewegen,
en bestaande dat geweld of die één of meer andere feitelijkheden en/of die bedreiging met geweld en/of die één of meer feitelijkheden hierin dat verdachte
- onverhoeds een of meer vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] heeft gebracht en/of heen en weer heeft bewogen en/of
- waarbij hij voornoemde handelingen heeft uitgevoerd terwijl die [slachtoffer 1] sliep en/of die [slachtoffer 1] zich (aldus) in een weerloze toestand bevond en/of onvolkomen in staat was weerstand te bieden en/of
- voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet/weerstand, nu die [slachtoffer 1] op voorhand had aangegeven geen seksuele handelingen met hem, verdachte, te willen verrichten en/of ondergaan;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2023 tot en met 3 juli 2024
te [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal telkens (in de periode van 1 maart 2023 tot en met 30 juni 2024, artikel 240b Wetboek van Strafrecht) een of meer
- afbeeldingen (te weten foto’s en/of video’s) en/of
- gegevensdragers, bevattende afbeeldingen te weten een telefoon (Samsung Galaxy SM-S916B),
van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken en/of schijnbaar was betrokken (te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2006)
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of
zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft en/of
(in de periode van 1 juli 2024 tot en met 3 juli 2024, artikel 252 Wetboek van Strafrecht)
een of meer visuele weergaven van seksuele aard en/of met onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt was betrokken of schijnbaar was betrokken (te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2006)
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit heeft gehad en/of
zich daartoe de toegang heeft verschaft
te weten visuele weergave/gevendragers,
- afbeeldingen en/of
- gegevensdragers (bevattende afbeeldingen) te weten een Samsung Galaxy SM-S916B,
waarop te zien is dat:
het eigen lichaam vaginaal wordt gepenetreerd met een vinger door die persoon (afbeelding 01 van de toonmap) en/of
die persoon het eigen geslachtsdeel met een vinger/hand aanraakt (afbeelding 2 van de toonmap)
en/of
die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij
- die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of gekleed is en/of in een (erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of
- die persoon zich in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of
- door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het geslachtsdeel van die persoon in beeld worden gebracht (afbeelding(en) 03 en/of 04 en/of 05 en/of 06 en/of 07 van de toonmap)
terwijl van het begaan van dit feit een beroep of gewoonte werd gemaakt.
Onder parketnummer 05/133278-24
hij op of omstreeks 13 oktober 2023 te [plaats 1] , [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] meermaals, althans eenmaal (met kracht)
- te duwen op/tegen de schouder(s), althans het lichaam en/of
- bij de arm/pols te pakken en/of de pols te verdraaien en/of
- aan de arm (naar achteren) te trekken, waardoor die [slachtoffer 1] ten val kwam, althans naar de grond werd bewogen en/of
- te slaan en/of te stompen op/tegen de rug, arm, schouder en/of slaap, althans het lichaam.
Onder parketnummer 05/279362-23
1.
hij op of omstreeks 15 oktober 2023 te [plaats 4] , althans in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 2]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten
- het betasten, althans het aanraken, van een/de (boven)be(e)n(en) van die [slachtoffer 2] en/of
- het betasten van, althans het aanraken, en/of het grijpen in het kruis/de schaamstreek van die [slachtoffer 2] ,
waarbij dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld en/of met die andere feitelijkheid er in heeft/hebben bestaan dat verdachte voornoemde ontuchtige/seksuele handelingen heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 2] aldaar fietste en hij, verdachte, die [slachtoffer 2] meermaals per scooter naderde waarna hij, verdachte, aldus voornoemde ontuchtige handeling(en) zodanig plotseling en/of onverhoeds heeft gepleegd/uitgevoerd dat die [slachtoffer 2] niet in staat was die handeling(en) af te weren of daartegen weerstand te bieden;
2.
hij op of omstreeks 24 oktober 2023 te [plaats 4] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 3] te dwingen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het betasten, althans het aanraken/vastpakken van een/de (boven)be(e)n(en) van die [slachtoffer 3] waarbij dat geweld en/of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld en/of met die andere feitelijkheid er in heeft/hebben bestaan dat verdachte voornoemde handelingen heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 3] aldaar fietste en hij, verdachte, die [slachtoffer 3] meermaals per scooter naderde waarna hij, verdachte, aldus voornoemde handeling(en) zodanig plotseling en/of onverhoeds heeft gepleegd/uitgevoerd dat die [slachtoffer 2] niet in staat was die handeling(en) af te weren of daartegen weerstand te bieden terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Onder parketnummer 05/033134-25
1.
hij op of omstreeks 29 september 2024 te [plaats 1] en/of [plaats 5] , althans in Nederland een ander, te weten [slachtoffer 4] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, door (terwijl die [slachtoffer 4] aan het hardlopen was)
- naast die [slachtoffer 4] te rijden en/of
- de arm, althans het lichaam van die [slachtoffer 4] aan te raken en/of
- het shirt, althans de kleding van die [slachtoffer 4] vast te pakken/grijpen en/of vast te houden en/of aan het shirt, althans aan de kleding van die [slachtoffer 4] te trekken;
2.
hij op of omstreeks 20 november 2024 te [plaats 2] , althans in Nederland ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, te weten [slachtoffer 5] een visuele weergave van seksuele aard, te weten een foto en/of video te vervaardigen, immers heeft hij, verdachte, terwijl die [slachtoffer 5] (gedeeltelijk naakt) op het toilet zat,
- de camera van zijn telefoon onder deur van voornoemd toilet-hokje gestoken en/of gehouden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle feiten zoals deze (primair) ten laste zijn gelegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat feit 1 van parketnummer 05/234566-24 wettig en overtuigend kan worden bewezen. Verdachte moet worden vrijgesproken van het hem onder feit 2 van parketnummer 05/234566-24 tenlastegelegde, wegens het ontbreken van opzet, ook in voorwaardelijke zin. Subsidiair stelt de advocaat zich op het standpunt dat ten minste partiële vrijspraak dient te volgen voor “beroep of gewoonte”.
Ten aanzien van parketnummer 05/133278-24 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Subsidiair is geen sprake van opzet, ook niet in voorwaardelijke zin. Meer subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte niet heeft geslagen of gestompt.
Met betrekking tot parketnummer 05/279362-23 heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat feit 1 wettig en overtuigend kan worden bewezen. Verdachte moet echter worden vrijgesproken van feit 2, omdat er geen sprake is van ontuchtige handelingen.
Tot slot heeft de raadsvrouw ten aanzien van parketnummer 05/033134-25 aangevoerd dat feit 1 wettig en overtuigend kan worden bewezen. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouw bepleit dat de tenlastegelegde poging niet wettig en overtuigend kan worden bewezen, omdat het delict al was voltrokken en sprake is van vrijwillige terugtred.
Beoordeling door de rechtbank
Parketnummer 05/234566-24 [1]
Feit 1
De betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster
Aangeefster heeft zowel bij het informatief gesprek zeden als haar aangifte consistent en gedetailleerd verklaard. Haar verklaring sluit bovendien naadloos aan op de WhatsApp-berichten die zij met verdachte heeft uitgewisseld. De rechtbank is daarom van oordeel dat haar verklaring betrouwbaar is en voor het bewijs kan worden gebruikt.
De bewijsmiddelen
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij van 6 maart 2023 tot 14 maart 2024 een relatie had met verdachte. Toen zij drie maanden een relatie hadden, zij denkt in mei of juni 2023, bleef zij bij hem en zijn ouders in [plaats 1] logeren. Verdachte wilde de hele avond al dingen, vingeren en seks hebben. [slachtoffer 1] wilde dit niet en zei dat ook. Uiteindelijk is zij in slaap gevallen. Toen zij wakker werd, zat verdachte met zijn vinger in haar vagina. Er ging iets in en weer deels eruit. Het wisselde tussen één en twee vingers. Zij was boos, verdrietig en in shock. Zij schrok. Verdachte stopte toen hij doorhad dat zij wakker was. [2]
Op de telefoon van verdachte is een WhatsApp-gesprek aangetroffen tussen ‘ [slachtoffer 1] ’, die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] , en [slachtoffer 1] , die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . [3] Verdachte heeft verklaard dat zijn telefoonnummer [telefoonnummer 1] is. [4] Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] staat in de telefoon van verdachte als contact opgeslagen onder de naam ‘ [slachtoffer 1] ’. [5] Op basis hiervan stelt de rechtbank vast dat de WhatsApp-berichten werden uitgewisseld tussen verdachte en aangeefster.
In het WhatsApp-gesprek tussen verdachte en aangeefster werden onder andere de volgende berichten verstuurd op 8 april 2023:
  • Verdachte om 22:24:15 uur: ‘
  • Verdachte om 22:24:30 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:36:15 uur: ‘
  • Verdachte om 22:36:43 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:37:00 uur: ‘
  • Verdachte om 22:37:05 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:37:21 uur: ‘
  • Verdachte om 22:37:57 uur: ‘
  • Verdachte om 22:38:34 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:46:06 uur: ‘
  • Verdachte om 22:44:16 uur: ‘
  • Verdachte om 22:44:23 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:44:31 uur: ‘
  • Verdachte om 22:44:45 uur: ‘
Op 9 april 2023 verstuurden verdachte en aangeefster onder andere de volgende WhatsApp-berichten:
  • Verdachte om 19:26:15 uur: ‘
  • Aangeefster om 19:42:37 uur: ‘
  • Aangeefster om 19:42:42 uur: ‘
  • Verdachte om 19:42:44 uur: ‘
  • Aangeefster om 19:42:47 uur: ‘
  • Verdachte om 19:42:53 uur: ‘
  • Aangeefster om 19:43:16 uur: ‘
  • Verdachte om 19:43:27 uur: ‘
  • Verdachte om 19:43:37 uur: ‘
  • Aangeefster om 19:44:25 uur: ‘
  • Verdachte om 19:44:34 uur: ‘
  • Aangeefster om 19:44:47 uur: ‘
  • Verdachte om 19:45:21 uur: ‘
  • Aangeefster om 19:45:58 uur: ‘
  • Verdachte om 19:46:12 uur: ‘
  • Verdachte om 19:46:45 uur: ‘
  • Aangeefster om 19:47:13 uur: ‘
  • Verdachte om 19:47:30 uur: ‘
  • Verdachte om 19:47:49 uur: ‘
  • Aangeefster op om 19:48:08 uur: ‘
  • Verdachte op 19:48:15 uur: ‘
  • Verdachte op 19:48:24 uur: ‘
  • Aangeefster om 19:48:51 uur: ‘
  • Verdachte om 19:49:14 uur: ‘
  • Aangeefster om 19:49:14 uur: ‘
  • Verdachte om 19:49:40 uur: ‘
  • Aangeefster om 19:50:01 uur: ‘
  • Verdachte om 20:18:00 uur: ‘
  • Aangeefster om 20:39:54 uur: ‘
  • Verdachte om 20:40:08: ‘
  • Aangeefster om 20:41:59 uur: ‘
  • Verdachte om 20:42:35 uur: ‘
  • Aangeefster om 20:43:05 uur: ‘
  • Verdachte om 20:43:43 uur: ‘
  • Aangeefster om 21:34:30 uur: ‘
  • Verdachte om 21:34:40 uur: ‘
  • Verdachte om 21:35:05 uur: ‘
  • Aangeefster om 21:35:19 uur: ‘
  • Verdachte om 21:35:24 uur: ‘
  • Aangeefster om 21:35:32 uur: ‘
  • Verdachte om 21:35:40 uur: ‘
  • Aangeefster om 21:36:10 uur: ‘
  • Verdachte om 21:37:01 uur: ‘
  • Aangeefster om 21:36:16 uur: ‘
  • Aangeefster om 21:37:22 uur: ‘
  • Verdachte om 21:37:42 uur: ‘
  • Verdachte om 22:00:54 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:01:22 uur: ‘
  • Verdachte om 22:01:28 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:02:05 uur: ‘
  • Verdachte om 22:02:07 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:02:27 uur: ‘
  • Verdachte om 22:02:32 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:02:47 uur: ‘
  • Verdachte om 22:02:42 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:03:23 uur: ‘
  • Verdachte om 22:03:29 uur: ‘
  • Verdachte om 22:04:00 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:04:17 uur: ‘
  • Verdachte om 22:04:57 uur: ‘
  • Verdachte om 22:05:21 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:05:34 uur: ‘
  • Verdachte om 22:05:46 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:06:20 uur: ‘
  • Verdachte om 22:06:31 uur: ‘
  • Verdachte om 22:06:55 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:06:57 uur: ‘
  • Verdachte om 22:07:26 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:07:43 uur: ‘
  • Verdachte om 22:08:40 uur: ‘
  • Verdachte om 22:08:59 uur: ‘
  • Verdachte om 22:09:17 uur: ‘
  • Aangeefster om 22:09:31 uur: ‘
  • Verdachte om 22:09:37 uur: ‘
  • Verdachte om 22:13:57 uur: ‘
Verdachte heeft verklaard dat hij met zijn vinger in de vagina van aangeefster is gegaan. [8]
De beoordeling door de rechtbank
Op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte op 8 of 9 april 2023 één of meerdere vingers in de vagina en tussen de schaamlippen van aangeefster heeft gebracht en heen en weer heeft bewogen. Aangeefster sliep op dat moment. Zij verkeerde daarmee in een staat van verminderd bewustzijn, waardoor zij niet in staat was haar wil te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden.
Verdachte heeft ontkend dat hij wist dat aangeefster sliep. Ter terechtzitting heeft hij verklaard dat hij van tevoren om toestemming vroeg en dat aangeefster die ook gaf. Bij de politie heeft hij echter verklaard dat hij aangeefster wakker maakte, waarna ze elkaars broek uittrokken en hij haar heeft gevingerd. De rechtbank acht deze verklaringen van verdachte niet aannemelijk, nu deze op essentiële onderdelen van elkaar verschillen en niet overeenkomen met de WhatsApp-berichten die hij heeft verstuurd.
In één van deze WhatsApp-berichten schreef verdachte namelijk dat aangeefster sliep, maar dat hij gewoon heel erg veel zin had. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte wist van de toestand waarin aangeefster verkeerde.
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde.
Feit 2
De bewijsmiddelen
Op 26 oktober 2023 is de telefoon van verdachte, een Samsung Galaxy type SM-S916B, in beslag genomen. Hierop werden video’s aangetroffen tussen verdachte en aangeefster middels Snapchat. In deze video is te zien dat verdachte video’s en afbeeldingen opent die van het Snapchat-account van aangeefster naar zijn Snapchat-account zijn gestuurd. Hierop is een aantal foto’s te zien van een vagina met bloed eraan. Ook is een video te zien waarop een vinger herhaaldelijk in en uit een vagina gaat. Verder merkt een verbalisant op dat verdachte in zijn WhatsApp-gesprekken met aangeefster veelvuldig verzoekt om foto’s en video’s van de vulva van aangeefster, die geboren is op [geboortedag 2] 2006. [9] Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer 1] de persoon is die op de afbeeldingen en video is te zien. [10]
Op de telefoon van verdachte is een WhatsApp-gesprek aangetroffen tussen ‘ [slachtoffer 1] ’, die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] , en [slachtoffer 1] , die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . [11] Verdachte heeft verklaard dat zijn telefoonnummer [telefoonnummer 1] is. [12] Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] staat in de telefoon van verdachte als contact opgeslagen onder de naam ‘ [slachtoffer 1] ’. [13]
Op basis hiervan stelt de rechtbank vast dat de WhatsApp-berichten werden uitgewisseld tussen verdachte en aangeefster.
In het WhatsApp-gesprek tussen verdachte en aangeefster werden onder andere de volgende berichten verstuurd:
  • Verdachte op 1 maart 2023 om 21:16:37 uur: ‘
  • Verdachte op 1 maart 2023 om 21:48:45 uur: ‘
  • Verdachte op 1 maart 2023 om 22:23:34 uur: ‘
  • Verdachte op 1 maart 2023 om 22:24:19 uur: ‘
  • Aangeefster op 1 maart 2023 om 22:26:03 uur: ‘
  • Verdachte op 1 maart 2023 om 22:23:02 uur: ‘
  • Verdachte op 1 maart 2023 om 22:39:00 uur: ‘
  • Verdachte op 2 maart 2023 om 22:36:04 uur: ‘
  • Verdachte op 6 maart 2023 om 21:46:27 uur: ‘Wil je zo miss foto sturen?
  • Verdachte op 6 maart 2023 om 22:05:31 uur: ‘
  • Verdachte op 6 maart 2023 om 22:14:27 uur: ‘
  • Verdachte op 12 maart 2023 om 22:47:01 uur: ‘
  • Verdachte op 14 maart 2023 om 17:42:20 uur: ‘
  • Aangeefster op 14 maart 2023 om 17:43:48 uur: ‘
  • Aangeefster op 14 maart 2023 om 17:57:18 uur: ‘
  • Verdachte op 29 april 2023 om 22:43:13 uur: ‘
  • Aangeefster op 7 mei 2023 om 23:42:09 uur: ‘
  • Aangeefster op 9 mei 2023 om 13:23:10 uur: ‘
  • Aangeefster op 10 mei 2023 om 11:59:40 uur: ‘
  • Verdachte op 10 mei 2023 om 18:46:18 uur: ‘
  • Aangeefster op 15 mei 2023 om 21:26:10 uur: ‘
  • Aangeefster op 16 mei 2023 om 16:47:03 uur: ‘
  • Verdachte op 17 mei 2023 om 12:20:18 uur: ‘
  • Verdachte op 17 mei 2023 om 12:21:42 uur: ‘
  • Verdachte op 30 mei 2023 om 22:49:38 uur: ‘
  • Aangeefster op 30 mei 2023 om 22:50:31 uur: ‘
  • Verdachte op 30 mei 2023 om 23:18:42 uur: ‘
  • Verdachte op 1 juni 2023 om 00:10:11 uur: ‘
  • Verdachte op 2 juni 2023 om 10:59:00 uur: ‘
  • Verdachte op 7 juni 2023 om 22:42:23 uur: ‘
  • Verdachte op 12 juni 2023 om 23:32:47 uur: ‘
  • Aangeefster op 12 juni 2023 om 23:32:53 uur: ‘
  • Verdachte op 20 juni 2023 om 22:19:09 uur: ‘
  • Aangeefster op 20 juni 2023 om 22:19:17 uur: ‘
  • Aangeefster op 22 juni 2023 om 00:19:12 uur: ‘
  • Verdachte op 22 juni 2023 om 22:34:00 uur: ‘
  • Aangeefster op 22 juni 2023 om 23:05:18 uur: ‘
  • Verdachte op 22 juni 2023 om 23:05:58 uur: ‘
  • Verdachte op 26 juni 2023 om 21:32:45 uur: ‘
  • Verdachte op 26 juni 2023 om 23:09:35 uur: ‘
  • Verdachte op 26 juni 2023 om 23:15:0 uur: ‘
  • Verdachte op 27 juni 2023 om 21:55:58 uur: ‘
  • Verdachte op 27 juni 2023 om 22:04:27 uur: ‘
  • Verdachte op 28 juni 2023 om 12:43:38 uur: ‘
  • Aangeefster op 28 juni 2023 om 23:03:21 uur: ‘
  • Verdachte op 29 juni 2023 om 23:42:49 uur: ‘
  • Verdachte op 6 juli 2023 om 00:14:35 uur: ‘
  • Verdachte op 6 juli 2023 om 22:21:25 uur: ‘
  • Aangeefster op 6 juli 2023 om 22:21:40 uur: ‘
  • Verdachte op 7 juli 2023 om 11:39:48 uur: ‘
  • Verdachte op 7 juli 2023 om 12:33:41 uur: ‘
  • Aangeefster op 7 juli 2023 om 12:34:29 uur: ‘
  • Verdachte op 7 juli 2023 om 12:57:45 uur: ‘
  • Verdachte op 7 juli 2023 om 12:58:40 uur: ‘
  • Verdachte op 11 juli 2023 om 23:04:08 uur: ‘
  • Verdachte op 15 juli 2023 om 18:19:43 uur: ‘
  • Verdachte op 16 juli 2023 om 21:43:21 uur: ‘
  • Verdachte op 16 juli 2023 om 22:18:11 uur: ‘
  • Verdachte op 30 juli 2023 om 23:33:06 uur: ‘
  • Aangeefster op 30 juli 2023 om 23:33:13 uur: ‘
  • Verdachte op 30 juli 2023 om 23:33:46 uur: ‘
  • Aangeefster op 3 augustus 2023 om 15:42:04 uur: ‘
  • Verdachte op 3 augustus 2023 om 16:05:45 uur: ‘
  • Verdachte op 3 augustus 2023 om 16:07:59 uur: ‘
  • Verdachte op 3 augustus 2023 om 16:08:22 uur:
  • Aangeefster op 5 augustus 2023o m 22:05:35 uur: ‘
  • Aangeefster op 5 augustus 2023 om 22:05:54 uur: ‘
  • Verdachte op 7 augustus 2023 om 22:35:09 uur: ‘
  • Aangeefster op 9 augustus 2023 om 16:16:57 uur: ‘
  • Verdachte op 9 augustus 2023 om 19:45:54 uur: ‘
  • Verdachte op 10 augustus 2023 om 20:00:43 uur: ‘
  • Aangeefster op 10 augustus 2023 om 23:06:44 uur: ‘
  • Verdachte op 10 augustus 2023 om 23:07:37 uur: ‘
  • Aangeefster op 10 augustus 2023 om 23:09:02 uur: ‘
  • Verdachte op 13 augustus 2023 om 21:20:25 uur: ‘
  • Verdachte op 14 augustus 2023 om 18:18:59 uur: ‘
  • Verdachte op 17 augustus 2023 om 13:09:56 uur: ‘
  • Verdachte op 17 augustus 2023 om 13:10:17 uur: ‘
  • Aangeefster op 17 augustus 2023 om 21:33:15 uur: ‘
  • Aangeefster op 17 augustus 2023 om 21:34:04 uur: ‘
  • Aangeefster op 17 augustus 2023 om 21:36:00 uur: ‘
  • Verdachte op 17 augustus 2023 om 21:44:08 uur: ‘
  • Aangeefster op 17 augustus 2023 om 21:44:16 uur: ‘
  • Verdachte op 18 augustus 2023 om 16:04:51 uur: ‘
  • Aangeefster op 18 augustus 2023 om 16:07:30 uur: ‘
  • Verdachte op 19 augustus 2023 om 18:12:37 uur: ‘
  • Verdachte op 19 augustus 2023 om 18:12:59 uur: ‘
  • Verdachte op 19 augustus 2023 om 18:13:27 uur: ‘
  • Verdachte op 19 augustus 2023 om 18:15:15 uur: ‘
  • Aangeefster op 19 augustus 2023 om 18:16:08 uur: ‘
  • Aangeefster op 19 augustus 2023 om 18:34:26 uur: ‘
  • Verdachte op 22 augustus 2023 om 22:48:49 uur: ‘
  • Aangeefster op 22 augustus 2023 om 22:54:57 uur: ‘
  • Aangeefster op 22 augustus 2023 om 22:59:05 uur: ‘
  • Aangeefster op 22 augustus 2023 om 23:08:03 uur: ‘
  • Verdachte op 12 september 2023 om 23:29:45 uur: ‘
  • Verdachte op 13 september 2023 om 11:19:04 uur: ‘
  • Verdachte op 13 september 2023 om 23:35:53 uur: ‘
  • Verdachte op 14 september 2023 om 22:39:20 uur: ‘
  • Verdachte op 14 september 2023 om 22:49:16 uur: ‘
  • Aangeefster op 17 september 2023 om 22:52:07 uur: ‘
  • Verdachte op 17 september 2023 om 23:10:09 uur: ‘
  • Verdachte op 18 september 2023 om 21:24:56 uur: ‘
  • Verdachte op 18 september 2023 om 22:13:50 uur: ‘
  • Aangeefster op 18 september 2023 om 22:14:26 uur: ‘
  • Verdachte op 18 september 2023 om 22:14:39 uur: ‘
  • Verdachte op 19 september 2023 om 21:27:24 uur: ‘
  • Verdachte op 19 september 2023 om 21:28:00 uur: ‘
  • Verdachte op 21 september 2023 om 14:25:21 uur: ‘
  • Aangeefster op 21 september 2023 om 14:25:25 uur: ‘
  • Verdachte op 22 september 2023 om 15:01:01 uur: ‘
  • Verdachte op 24 september 2023 om 22:38:37 uur: ‘
  • Verdachte op 24 september 2023 om 22:40:19 uur: ‘
  • Aangeefster op 25 september 2023 om 22:49:28 uur: ‘
  • Aangeefster op 25 september 2023 om 22:50:04 uur: ‘
  • Verdachte op 25 september 2023 om 22:50:13 uur: ‘
  • Aangeefster op 26 september 2023 om 22:30:02 uur: ‘
  • Aangeefster op 26 september 2023 om 22:30:32 uur: ‘
  • Aangeefster op 26 september 2023 om 23:03:39 uur: ‘
  • Aangeefster op 27 september 2023 om 12:21:25 uur: ‘
  • Verdachte op 28 september 2023 om 22:30:40 uur: ‘
  • Verdachte op 28 september 2023 om 22:32:18 uur: ‘
  • Aangeefster op 28 september 2023 om 22:39:38 uur: ‘
  • Aangeefster op 4 oktober 2023 om 21:30:09 uur: ‘
  • Aangeefster op 6 oktober 2023 om 13:38:24 uur: ‘
  • Aangeefster op 6 oktober 2023 om 13:40:24 uur: ‘
  • Verdachte op 10 oktober 2023 om 22:19:45 uur: ‘
  • Verdachte op 10 oktober 2023 om 22:41:29 uur: ‘
  • Verdachte op 18 oktober 2023 om 22:51:56 uur: ‘
  • Verdachte op 18 oktober 2023 om 22:54:59 uur: ‘
  • Verdachte op 18 oktober 2023 om 22:56:19 uur: ‘
  • Verdachte op 18 oktober 2023 om 22:57:09 uur: ‘
  • Verdachte op 18 oktober 2023 om 22:57:32 uur: ‘
  • Verdachte op 19 oktober 2023 om 21:46:15 uur: ‘
  • Verdachte op 19 oktober 2023 om 21:48:48 uur: ‘
  • Verdachte op 20 oktober 2023 om 17:17:55 uur: ‘
  • Aangeefster op 20 oktober 2023 om 17:18:12 uur: ‘
Verdachte heeft verklaard dat hij aangeefster heeft gevraagd om naaktfoto’s en -video’s te sturen. Daarvan heeft hij een schermopname gemaakt. Hij heeft de foto’s en video’s opgeslagen. Toen hun relatie in juli of augustus 2024 uitging, heeft hij ze verwijderd. [15]
De beoordeling door de rechtbank
Op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte in de periode van 1 maart 2023 tot en met 20 oktober 2023 aangeefster, destijds minderjarig, veelvuldig heeft gevraagd om naaktfoto’s en -video’s van zichzelf te sturen. Aangeefster heeft hier ook een aantal keer gehoor aan gegeven. Van deze afbeeldingen en video’s heeft verdachte een schermopname gemaakt, die hij op zijn telefoon heeft opgeslagen. Uit de beschrijving van de verbalisant blijkt dat het gaat om foto’s en video’s van gedragingen met een onmiskenbaar seksuele strekking. Verdachte heeft het materiaal verwijderd toen hun relatie in juli of augustus 2024 uitging.
Hiermee heeft verdachte in de periode van 1 maart 2023 tot en met 26 oktober 2023 kinderpornografische afbeeldingen en video’s vervaardigd, verworven en in bezit gehad. In de periode van 27 oktober 2023 tot en met juli of augustus 2024 heeft hij deze afbeeldingen en video’s in bezit gehad.
Dat verdachte, zoals de verdediging heeft aangevoerd, niet zou hebben geweten dat wat hij deed strafbaar was, doet hier niet aan af, nu een ieder wordt geacht de wet te kennen. Ook het feit dat verdachte een relatie had met de minderjarige aangeefster acht de rechtbank niet relevant, zeker niet omdat hij veelvuldig, vaak meerdere keren per dag en op een dwingende manier, aangeefster vroeg om deze foto’s en video’s te sturen, terwijl aangeefster herhaaldelijk aangaf hier niet of veel minder vaak voor open te staan dan hij en verdachte volstrekt niet geïnteresseerd lijkt te zijn geweest in haar gebrek aan enthousiasme.
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde, met uitzondering van bestanddeel ‘terwijl van het begaan van dit feit een beroep of gewoonte werd gemaakt’. Hiervan zal verdachte (partieel) worden vrijgesproken, omdat het procesdossier op dit punt onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat.
Parketnummer 05/133278-24 [16]
De betrouwbaarheid van de afgelegde verklaringen
De verklaring van aangeefster sluit aan bij zowel de verklaring van haar moeder, die heel kort na het incident zag dat aangeefster overstuur was en letsel had, als bij de objectieve medische gegevens, waaruit eveneens blijkt dat aangeefster letsel had, dat zou kunnen passen bij de door haar beschreven toedracht.
De verklaring van verdachte, dat aangeefster juist geweld tegen hem gebruikte, biedt daarentegen volstrekt geen uitleg voor het bij aangeefster geconstateerde letsel. Hoewel verdachte stelt dat haar letsel door eerdere verwondingen zou zijn ontstaan, verklaart dit niet dat haar moeder vóór ze wegging geen letsel bij aangeefster had gezien en bij terugkomst wel. De rechtbank acht de verklaring van verdachte dan ook niet aannemelijk, mede gelet op het aanzienlijke verschil in postuur en gewicht tussen verdachte en aangeefster.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van aangeefster betrouwbaar is en als bewijs kan worden gebruikt.
De bewijsmiddelen
Aangeefster [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij zich op 13 oktober 2023 in haar woning aan de [adres 2] te [plaats 1] bevond. Verdachte, haar vriend, was daar ook. Zij waren alleen thuis.
Verdachte zette een aantal keer vervelende muziek op en tikte continu op haar bovenarm en bovenbeen. Aangeefster zei tegen hem dat dit niet leuk was en hij moest stoppen, maar verdachte ging door met vervelen. Aangeefster heeft hem toen met haar rechterelleboog weggeduwd ter hoogte van zijn schouder. Hierdoor werd verdachte boos. Hij duwde met twee handen tegen haar schouders.
Uiteindelijk liep verdachte de achtertuin in. Aangeefster heeft toen snel de achterdeur op slot gedaan. Verdachte riep dat zij de deur open moest doen, anders zou hij de ruit of de deur intrappen. Hij trapte tegen het kozijn van de deur. Aangeefster heeft daarom de deur weer van het slot gehaald.
Verdachte kwam met een versnelde pas op haar af lopen. Hij duwde haar met twee handen ter hoogte van har schouders naar achteren, richting haar slaapkamer. Daar pakte hij haar linkerarm vast en verdraaide haar linkerpols. Hierdoor voelde ze pijn in haar linkerarm en -pols. Ze riep dat verdachte haar los moest laten en weg moest gaan.
Verdachte pakte toen haar rechterarm en trok deze met kracht naar achteren, richting haar rug. Hierdoor voelde aangeefster een stekende pijn in haar rechterschouder en viel zij op de grond. Verdachte stond over haar heen gebogen, maakte een vuist van zijn rechterhand en haalde deze naar achter. Zijn vuist kwam met kracht op haar af. Zij voelde dat [verdachte] echt heel hard sloeg. Hij sloeg meerdere keren op haar rug, bovenarmen en rechterschouder. Eén keer sloeg hij haar hard op de linkerkant van haar hoofd, ter hoogte van haar slaap. Zij voelde veel pijn.
Zij schreeuwde dat hij moest stoppen, maar hij bleef doorslaan. Zij heeft met haar rechterelleboog naar hem uitgehaald. Hij sloeg nog ongeveer drie keer en stopte toen.
Aangeefster heeft direct huilend haar moeder gebeld en verteld dat verdachte haar had geslagen. Ondertussen hoorde zij verdachte vanuit de tuin zeggen dat hij dood wilde en zelfmoord wilde plegen. Haar moeder was binnen een minuut bij haar.
Na dit voorval had ze veel pijn aan haar rechterbovenarm, schouders en rug. Zij kreeg direct blauwe en rode plekken. [17]
Aangeefster is op 13 oktober 2023 onderzocht door een arts, die het volgende constateerde:

Re scapula inferior rode plek, laterale zijde re bovenarm halverwege rode plek en net boven re elleboog een blauwe plek bandvormig. Pijn linkerkaak. Pijn gehele re schouder en bovenarm. Li pols lokaal drukpijnlijk, wel wat asdrukpijn en minimale zwelling’. [18]
Op diezelfde dag heeft ze het volgende WhatsApp-bericht naar verdachte verstuurd:

Moet t ff in de gaten houden want op foto’s kunnen ze niet veel zien door de zwelling op m’n pols en schouder’. [19]
[moeder van aangeefster] , de moeder van aangeefster, heeft verklaard dat zij door aangeefster werd gebeld. Toen zij opnam, hoorde zij dat aangeefster huilde en vroeg of [moeder van aangeefster] zo snel mogelijk naar huis wilde komen, omdat verdachte haar had geslagen. [moeder van aangeefster] was met ongeveer een minuut thuis.
Zij rende de tuin in en zag daar verdachte zitten. Hij zei dat hij dood wilde en niet meer wilde leven. [moeder van aangeefster] heeft met harde en duidelijke stem tegen verdachte gezegd dat hij weg moest bij de woning. Verdachte zei dat hij niet weg ging voordat hij met aangeefster had gepraat. [moeder van aangeefster] zei dat dit niet ging gebeuren en herhaalde met luide stem dat verdachte nu weg moest gaan. Verdachte ging niet weg. [moeder van aangeefster] zei dat zij de politie zou bellen als hij niet binnen een halve minuut weg was. Zij is via de achterdeur naar binnen gegaan en zag dat verdachte ineens snel de poort uitliep en wegreed op zijn scooter.
Verder zag zij dat aangeefster heel angstig was, vanwege haar gezichtsuitdrukking en het feit dat zij met haar hele lijf aan het trillen was. Aangeefster was ook overstuur en was hard aan het huilen. Aangeefster zei dat zij pijn had bij haar rug, rechterschouder, hoofd en armen. [moeder van aangeefster] heeft aangeefster van top tot teen bekeken en zag blauwe en rode plekken ter hoogte van haar rechterschouder en een blauwe streep/plek op haar linkerpols. Aangeefster zei dat de blauwe plekken veel pijn deden. [moeder van aangeefster] kon aan de blauwe en rode plekken zien dat aangeefster met kracht was geslagen, omdat aangeefster niet zomaar blauwe plekken krijg. [moeder van aangeefster] wist zeker dat aangeefster nog geen blauwe en rode plekken had voordat zij eerder die middag wegging en verdachte bij hen thuis kwam. [20]
De beoordeling door de rechtbank
Op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte aangeefster heeft mishandeld door haar tegen haar schouders te duwen, bij haar arm/pols te pakken en haar pols te verdraaien, haar aan haar arm naar achteren te trekken, waardoor ze ten val kwam en door haar meermaals op haar rug, arm schouder en slaap te stompen.
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde.
Parketnummer 05/279362-23
Feit 1 [21]
De bewijsmiddelen
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en de raadsvrouw van verdachte heeft geen vrijspraak bepleit. Daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 70-71;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 92-93;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 28-29;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 mei 2025.
De beoordeling door de rechtbank
Op basis van de hiervoor opgegeven bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte het bovenbeen van aangeefster heeft betast en in haar kruis heeft gegrepen. Aangeefster was destijds minderjarig en kende verdachte in het geheel niet. Deze handelingen zijn naar het oordeel van de rechtbank dan ook zonder meer in strijd met de sociaal-ethische norm en dus ontuchtig.
Bovendien heeft verdachte deze handelingen gepleegd terwijl aangeefster op haar fiets zat en hij haar meermaals naderde op zijn scooter, waarna hij deze handelingen zo plotseling en onverhoeds heeft verricht dat aangeefster niet in staat was deze af te weren of daartegen weerstand te bieden. De rechtbank stelt daarmee vast dat verdachte haar door een andere feitelijkheid heeft gedwongen om deze ontuchtige handelingen te ondergaan.
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde.
Feit 2
Op basis van het procesdossier kan worden vastgesteld dat verdachte het bovenbeen van aangeefster heeft aangeraakt. In tegenstelling tot een aantal andere verdenkingen tegen verdachte hebben geen handelingen plaatsgevonden met een expliciet seksuele strekking, zoals bijvoorbeeld het betasten van het kruis van aangeefster. Bovendien blijkt uit het procesdossier dat stemmen in het hoofd van verdachte hem opdracht gaven aangeefster aan te raken, maar wordt hierbij niet duidelijk of dit met een seksuele strekking was. De rechtbank kan daarom niet vaststellen of verdachte het voornemen had om een ontuchtige handeling te plegen.
Dat betekent dat verdachte vrij zal worden gesproken van het hem onder feit 2 van parketnummer 05/279362-23 wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
Parketnummer 05/033134-25 [22]
Feit 1
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en de raadsvrouw heeft geen vrijspraak bepleit. Daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] , p. 6-7;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 19 mei 2025.
Feit 2
De bewijsmiddelen
[slachtoffer 5] heeft verklaard dat zij op 20 november 2024 met collega’s een cursus volgde op een locatie van Pluryn aan de [adres 3] in [plaats 2] . Op enig moment ging zij naar het toilet om haar behoefte te doen. Zij zag dat iemand een deel van een telefoon, met daarop een camera, onder de deur had geschoven. Aangeefster zag dat de camera aan het filmen was doordat ze de timer zag oplopen en een rode balk om de cijfers heen zag. Ze heeft zo snel mogelijk haar broek omhoog getrokken, het toilet doorgespoeld en de deur open gedaan, maar ze zag niemand meer staan.
Aangeefster heeft hiervan melding gedaan bij de begeleiders van de dagbesteding in de kantine. Hierbij waren zowel begeleiders als cliënten aanwezig. Later op de dag vond een gesprek plaats tussen aangeefster en een begeleider. Degene die zij op dat moment sprak, zei dat er een cliënt was geweest die rood aan was gelopen toen aangeefster aan de begeleiding vertelde wat er was gebeurd. De begeleider zei dat die cliënt een geschiedenis had met dergelijke zaken en dat daarom het vermoeden naar hem ging. De begeleider zei dat deze cliënt [verdachte] heette. [23]
Verdachte heeft verklaard dat hij aangeefster heeft gefilmd, omdat er seksuele opwinding was, dacht hij. Hij heeft zijn telefoon onder de deur geduwd. [24] Het filmen was niet gelukt. [25]
De beoordeling door de rechtbank
Op basis van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte wegens seksuele opwinding zijn telefoon, waarvan de camera liep, onder de deur van het toilethokje heeft geschoven, terwijl aangeefster op dat moment op het toilet zat met haar broek naar beneden, dus gedeeltelijk naakt. Naar het oordeel van de rechtbank is de enige reden dat iemand een telefoon met lopende camera onder een toiletdeur zou schuiven, waar zojuist een vrouw naar binnen is gegaan die zich voor een toiletbezoek gedeeltelijk dient te ontkleden, om een opname van seksuele aard te maken.
De verdediging heeft aangevoerd dat sprake is van vrijwillige terugtred, omdat verdachte het filmpje dat hij heeft gemaakt direct na het incident heeft verwijderd. Uit de aangifte en de verklaring van verdachte leidt de rechtbank echter af dat er een opname is gemaakt op het moment dat aangeefster haar broek naar beneden had en dat verdachte er niet in is geslaagd om een video van aangeefster te maken, omdat hij kennelijk zijn camera niet heeft omgedraaid. Het voorgenomen misdrijf is daarmee enkel niet voltooid door het mislukken van de opname, niet vanwege omstandigheden die van de wil van verdachte afhankelijk zijn. Daarbij is irrelevant dat hij het filmpje – naderhand – heeft verwijderd, of het filmpje nou gelukt is of niet.
Daarmee komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair en feit 2 van parketnummer 05/234566-24, het onder parketnummer 05/133278-24, het onder feit 1 van parketnummer 05/279362-23 en het onder feiten 1 en 2 van parketnummer 05/033134-25 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Onder parketnummer 05/234566-24
1.
hij op één
of meertijdstip
penin of omstreeks de periode van 1 april 2023 tot en met 1 juli 2023 te [plaats 1] ,
althans in Nederland,met [slachtoffer 1] van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van verminderd bewustzijn
of lichamelijke onmachtverkeerde, dat deze niet of onvolkomen in staat was haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden,
een
of meerhandeling
enheeft gepleegd, die bestond
en uit of mede bestondenuit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten
- het brengen en
/ofheen en weer bewegen van een of meer vinger(s) in de vagina
en/of tussen de schaamlippenvan die [slachtoffer 1] ;
2.
hij op
één of meertijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2023 tot en met 3 juli 2024
te [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of [plaats 3] , in elk gevalin Nederland, meermalen,
althans eenmaaltelkens (in de periode van 1 maart 2023 tot en met 30 juni 2024, artikel 240b Wetboek van Strafrecht) een of meer
- afbeeldingen (te weten foto’s en
/ofvideo’s) en
/of
- gegevensdragers, bevattende afbeeldingen te weten een telefoon (Samsung Galaxy SM-S916B),
van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken
en/of schijnbaar was betrokken(te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2006)
heeft
verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/ofvervaardigd
en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerden
/ofverworven en
/ofin bezit heeft gehad
en/of
zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaften
/of
(in de periode van 1 juli 2024 tot en met 3 juli 2024, artikel 252 Wetboek van Strafrecht)
een of meer visuele weergaven van seksuele aard en/of met onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt was betrokken of schijnbaar was betrokken (te weten [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2006)
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/ofin bezit heeft gehad
en/of
zich daartoe de toegang heeft verschaft
te weten visuele weergave/gevendragers,
- afbeeldingen en
/of
- gegevensdragers (bevattende afbeeldingen) te weten een Samsung Galaxy SM-S916B,
waarop te zien is dat:
het eigen lichaam vaginaal wordt gepenetreerd met een vinger door die persoon (afbeelding 01 van de toonmap) en
/of
die persoon het eigen geslachtsdeel met een vinger/hand aanraakt (afbeelding 2 van de toonmap)
en/of
die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij
- die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of gekleed is en/of in een (erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of
- die persoon zich in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of
- door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het geslachtsdeel van die persoon in beeld worden gebracht (afbeelding(en) 03 en/of 04 en/of 05 en/of 06 en/of 07 van de toonmap)
terwijl van het begaan van dit feit een beroep of gewoonte werd gemaakt.
Onder parketnummer 05/133278-24
hij op of omstreeks 13 oktober 2023 te [plaats 1] , [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] meermaals, althans eenmaal (met kracht)
- te duwen
op/tegen de schouder
(s
), althans het lichaamen
/of
- bij de arm/pols te pakken en
/ofde pols te verdraaien en
/of
- aan de arm
(naar achteren
)te trekken, waardoor die [slachtoffer 1] ten val kwam,
althans naar de grond werd bewogenen
/of
-
te slaan en/ofte stompen op/tegen de rug, arm, schouder en
/ofslaap
, althans het lichaam.
Onder parketnummer 05/279362-23
1.
hij op
of omstreeks15 oktober 2023 te [plaats 4] ,
althans in Nederland,door
geweld ofeen andere feitelijkheid
en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid[slachtoffer 2]
heeft gedwongen tot het
plegen en/ofdulden van
een of meerontuchtige handelingen, te weten
- het betasten
, althans het aanraken,van een
/de (boven
)be
(e
)n
(en)van die [slachtoffer 2] en
/of
-
het betasten van, althans het aanraken, en/ofhet grijpen in het kruis
/de schaamstreekvan die [slachtoffer 2] ,
waarbij
dat geweld en/ofdie andere feitelijkheid
en/of die bedreiging met geweld en/of met die andere feitelijkheider in heeft
/hebbenbestaan dat verdachte voornoemde ontuchtige/seksuele handelingen heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 2] aldaar fietste en hij, verdachte, die [slachtoffer 2] meermaals per scooter naderde waarna hij, verdachte, aldus voornoemde ontuchtige handeling
(en
)zodanig plotseling en
/ofonverhoeds heeft gepleegd/uitgevoerd dat die [slachtoffer 2] niet in staat was die handeling
(en
)af te weren of daartegen weerstand te bieden;
Onder parketnummer 05/033134-25
1.
hij op
of omstreeks29 september 2024 te [plaats 1] en/of [plaats 5] ,
althans in Nederlandeen ander, te weten [slachtoffer 4] , door geweld of enige andere feitelijkheid
en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheidgericht tegen die ander wederrechtelijk heeft gedwongen iets
te doen, niet te doen en/ofte dulden, door
(terwijl die [slachtoffer 4] aan het hardlopen was
)
- naast die [slachtoffer 4] te rijden en
/of
- de arm
, althans het lichaamvan die [slachtoffer 4] aan te raken en
/of
- het shirt
, althans de kledingvan die [slachtoffer 4] vast te pakken/grijpen en
/ofvast te houden en
/ofaan het shirt
, althans aan de kledingvan die [slachtoffer 4] te trekken;
2.
hij op
of omstreeks20 november 2024 te [plaats 2]
, althans in Nederlandter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, te weten [slachtoffer 5] een visuele weergave van seksuele aard, te weten een
foto en/ofvideo te vervaardigen, immers heeft hij, verdachte, terwijl die [slachtoffer 5]
(gedeeltelijk naakt
)op het toilet zat,
- de camera van zijn telefoon onder deur van voornoemd toilet-hokje gestoken en
/ofgehouden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair van parketnummer 05/234566-24:
met iemand van wie hij weet dat hij in staat van verminderd bewustzijn verkeert, handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
feit 2 van parketnummer 05/234566-24:
van 1 maart 2023 tot en met 30 juni 2024:
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, verwerven en in bezit hebben,
en van 1 juli 2024 tot en met 3 juli 2024:
een visuele weergave van seksuele aard of met een onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben;
parketnummer 05/133278-24:
mishandeling;
feit 1 van parketnummer 05/279362-23:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
feit 1 van parketnummer 05/033134-25:
een ander door geweld en een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te dulden;
feit 2 van parketnummer 05/033134-25:
poging tot opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon een visuele weergave van seksuele aard vervaardigen.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten in verminderde mate aan verdachte zijn toe te rekenen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten in het geheel niet aan verdachte zijn toe te rekenen en dat hij moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Subsidiair zou verdachte in ieder geval ten aanzien van de feiten met parketnummer 05/279362-23 volledig ontoerekeningsvatbaar moeten worden verklaard, omdat moet worden uitgegaan van het NIFP-rapport van de psycholoog, die langer met verdachte heeft gesproken.
De beoordeling door de rechtbank
De deskundigenrapportages
Twee deskundigen hebben over de persoon en persoonlijke omstandigheden van verdachte gerapporteerd. Hierbij hebben ze de zaken met parketnummers 05/234566-24, 05/133278-24 en 05/279362-23 betrokken. De zaak met parketnummer 05/033134-25 was hen op dat moment niet bekend, omdat deze zaak pas na het opmaken van hun rapportages aan het licht kwam.
Psychiater/psychoanalyticus dr. T.W.D.P. van Os heeft op 11 februari 2025 een NIFP-rapportage over verdachte opgemaakt. Hij komt tot de conclusie dat bij verdachte sprake is van een autismespectrumstoornis, een matig verstandelijke ontwikkelingsstoornis en een ongespecificeerde disruptieve impulsbeheersing- of andere gedragsstoornis. Mogelijk is ook sprake van een parafiele stoornis. De stoornissen waren ook aanwezig tijdens de hem tenlastegelegde feiten en beïnvloedden zijn gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde.
Verdachte bekent de feiten in de zaak met parketnummer 05/279362-23. Zijn motief hiervoor was dat stemmen hem hiertoe opdracht gaven. Verdachte stelt dat hij zich hier niet tegen kon verzetten en de feiten niet kon laten, ondanks het feit dat hij kon inzien dat dit niet geoorloofd was.
In de periode voorafgaand aan deze feiten had verdachte last van toenemende spanningen als uiting van een onevenwichtigheid tussen zijn geringe draagkracht enerzijds en de te beperkte en te weinig proactief geboden ondersteuning anderzijds. Hierdoor ontwikkelde verdachte slaapproblemen, spanningsklachten en stemmingsklachten. Hij raakte toenemend het overzicht kwijt en stopte met het gebruik van de medicatie die bedoeld was om delictgedrag te voorkomen.
Hoewel verdachte het ongeoorloofde van het hem tenlastegelegde kon inzien, was hij niet meer in staat om zijn wil overeenkomstig dat inzicht te bepalen. Onderzochte had al lang een signaleringsplan, waarin medicatie een belangrijke rol speelde. Desondanks nam hij deze niet meer in uit laksheid of vergeetachtigheid. Daarna raakte hij de controle kwijt onder invloed van een opdracht gevende stem.
De psychiater schat in dat verdachte aanvankelijk nog wel enige vrijheid had om te kunnen bedenken dat de medicatie noodzakelijk was en dat hij in de problemen kon komen door deze niet in te nemen. Hij had immers al eerder ervaring opgedaan en tevens een behandeling achter de rug.
De psychiater komt tot het advies om deze feiten (sterk) verminderd aan verdachte toe te rekenen, omdat de psychiater inschat dat verdachte nog wel vrijheidsgraden had om zijn medicatie wel of niet in te nemen. Daarnaast was hij, eenmaal onder invloed van stemmen, toch nog enigszins gedifferentieerd om te kunnen handelen naar aanleiding van de stemmen die hem opdrachten gaven. Hij heeft zich bijvoorbeeld niet gesuïcideerd, terwijl de stemmen hiertoe opdracht gaven, maar heeft toen een vriend gebeld.
Verdachte ontkent de zaak met parketnummer 05/133278-24 en feit 1 van parketnummer 05/234566-24. Indien bewezen, kan men volgens de psychiater uitgaan van zijn functionele beperkingen op basis van de diverse stoornissen. Daarbij is het van belang dat verdachte een man is met ego-tekorten, tot uiting komend in een beperkte impulscontrole en een beperkte frustratietolerantie. Hierdoor worden (seksuele) impulsen en frustraties te gemakkelijk omgezet in acties. Zijn empathisch, reflectief en mentaliserend vermogen vertoont tekorten. Het lukt hem niet goed om de signalen, motieven en bedoelingen van anderen te doorgronden of in de schoenen van een ander te gaan staan. Hij heeft onvoldoende door hoe hij overkomt op anderen. Op basis van deze beperkingen is een doorwerking in deze feiten aannemelijk.
Ten aanzien van feit 2 van parketnummer 05/234566-24 wordt opgemerkt dat verdachte aangeeft dat dit materiaal betrof als behorend binnen zijn relatie. Naar eigen zeggen wist hij niet dat hij deze foto’s niet van haar mocht maken, omdat ze minderjarig was. De psychiater onthoudt zich van een advies over de toerekenbaarheid van dit feit.
GZ-psycholoog drs. M.C.G. Smeets heeft op 8 januari 2025 eveneens een NIFP-rapport opgemaakt over verdachte. Zij geeft aan dat bij verdachte sprake is van een matige verstandelijke ontwikkelingsstoornis (verstandelijke beperking) en een autismespectrumstoornis (niveau 2). Verder is sprake van een impulsbeheersingsstoornis in seksueel grensoverschrijdend gedrag met een dwangmatig karakter, aanwezig sinds de prepuberteit en alleen te controleren met antipsychotica. Ook zijn er aanwijzingen voor een ongespecificeerde parafiele stoornis. De stoornissen zijn ernstig, niet behandelbaar en het handicapmodel is hierop van toepassing. Dat wil zeggen dat de omgeving moet worden vormgegeven om de tekorten van verdachte op te vangen. Hij heeft intensieve woon-zorgbegeleiding nodig op verschillende levensgebieden en intensieve begeleiding op gedragsregulering. Ten tijde van de tenlastegelegde feiten leed verdachte aan genoemde stoornissen.
Ten aanzien van de zaak met parketnummer 05/279362-23 beïnvloedden deze stoornissen zijn gedragskeuzes en gedragingen tijdens het tenlastegelegde.
Ten aanzien van de zaken met parketnummers 05/133278-24 en 05/234566-24 is voorstelbaar dat sprake is van beïnvloeding, maar verdachte ontkent de zaak met parketnummer 05/133278-24 en neemt een ambivalente, deels ontkennende houding aan ten opzichte van de zaak met parketnummer 05/234566-24, waardoor er geen delictscenario kan worden besproken.
Verdachte bekent de feiten met parketnummer 05/279362-23. Hij geeft aan dat stemmetjes/ dwanggedachten hem opdracht gaven tot de aanranding en het seksueel grensoverschrijdend gedrag. Seksueel grensoverschrijdend/delictgedrag ontstaat volgens hem na een opbouw van spanning. Hij kan zich hier niet tegen verzetten, hoewel hij beseft dat dit gedrag niet geoorloofd is.
In de periode voorafgaand aan het tenlastegelegde werd hij overvraagd op verschillende levensgebieden (werk, zelfzorg, intieme relaties, sociale relaties, maatschappelijke taken etc.). Hij had conflicten met medebewoners en een grotere zorgbehoefte dan binnen de woonvorm met ambulante begeleiding geboden kan worden. Hij raakte het overzicht over zijn leven kwijt, probeerde dit aan te geven aan de begeleiding, maar zijn signalen werden niet opgepakt en er werd niet ingegrepen. Daarbij had hij zijn medicatie in eigen beheer. In die periode stopte hij met het innemen van zijn antipsychotica tegen impulscontroleproblemen en dwanggedachten
(stemmen). De slaapproblemen, spannings- en depressieve klachten namen toe. In combinatie met het stoppen van de antipsychotica verloor hij de controle over zijn dwanggedachten en
impulsen en viel hij terug in het patroon van seksueel grensoverschrijdend/delictgedrag, dat
sinds zijn prepuberteit aanwezig is.
Alle ten laste gelegde feiten vonden plaats in de periode van maart tot en met oktober 2023. In deze periode woonde verdachte bij [woonplek] . Volgens zijn moeder werd, als gevolg van een fout in de indicatieaanvragen, de zorgbehoefte van verdachte van VG6 ineens verlaagd naar VG4. Voor verdachte betekende dit dat hij van een woonsituatie met intensieve begeleiding, intensieve verzorging en intensieve gedragsregulering naar een woonsituatie ging met begeleiding en intensieve verzorging. Ter vergelijking: verdachte heeft sinds 1 november 2024 een VG7-indicatie. Dit betekent (besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding, zeer intensieve verzorging en zeer intensieve gedragsregulering.
Vanuit de rapportages van Pluryn (2018) en Transfore (2022) komt een duidelijk beeld naar voren dat er bij verdachte sprake is van een hoog recidiverisico op seksueel grensoverschrijdend/delict gedrag, dat hij ongevoelig is voor gedragsmatige interventies en dat het risicomanagement bestaat uit aanpassingen in de omgeving met intensieve begeleiding op wonen, zorg en gedrag en inname van medicatie, die niet in eigen beheer moet worden gegeven. Toch geeft [woonplek] verdachte zijn medicatie in eigen beheer. Uit de beschikbare informatie wordt niet duidelijk waarom dit is gebeurd.
In de periode voorafgaand aan de tenlastegelegde feiten ervoer hij in toenemende mate klachten. Als gevolg van de ernst van zijn problematiek en zijn functionele beperkingen, waaronder communicatieve en intellectuele beperkingen, wordt hij in situaties snel overvraagd, is hij niet in staat zelfstandig adequate hulp te vragen of grenzen te stellen en verliest hij snel het overzicht. Hij ontwikkelde slaapproblemen, spannings- en stemmingsklachten, verloor het overzicht over zijn zelfzorg en stopte met het innemen van zijn antipsychotica.
Ondanks diverse signalen dat hij zijn medicatie niet ophaalde bij de apotheek, moeder dit doorgaf aan de begeleiding en ondanks het signaleringsplan, werd vanuit [woonplek] niet ingegrepen. Uit de beschikbare informatie wordt niet duidelijk waarom [woonplek] zowel, tegen de risicomanagementadviezen van Pluryn en Transfore in, de medicatie in eigen beheer gaf als niet proactief acteerde op de signalen van moeder en de apotheek over het niet ophalen van de medicatie.
Uit de eerdere rapportages en psychologische onderzoeken komt een eenduidig beeld naar voren dat van verdachte, vanwege de ernst van zijn functionele beperkingen en de afwezigheid van
effectieve copingmechanismen als gevolg van de complexe psychiatrische problematiek, niet
verwacht kan worden dat hij zelfstandig medicatietrouw blijft en dat bij stijging van spanning
en zonder interventie van buitenaf op gedragsregulatie of middels medicatie het recidiverisico
in seksueel grensoverschrijdend/delict gedrag zeer hoog is.
Samengevat is er, met de plotselinge afbouw van de intensiteit van de begeleiding, verzorging en gedragsregulatie (VG6- naar VG4-indicatie), met de afwezigheid van 24-uurs begeleiding, met het niet of te laat acteren op het signaleringsplan en het niet in beheer houden van de medicatie/toezien op medicatie-inname, buiten verdachte om een situatie van een hoog recidiverisico op seksueel grensoverschrijdend/delict gedrag ontstaan. Daarom wordt ten aanzien van de feiten met parketnummer 05/279362-23 geadviseerd deze in het geheel niet aan verdachte toe te rekenen.
Aangaande de feiten met parketnummers 05/133278-24 en 05/234566-24 kan geen advies gegeven worden over de doorwerking. Echter, uitgaande van de ernst van de functionele beperkingen van de stoornissen is het niet voorstelbaar dat er geen sprake is van een doorwerking.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank constateert dat de psychiater en de GZ-psycholoog verschillend kijken naar de toerekenbaarheid van verdachte ten aanzien van de feiten met parketnummer 05/279362-23. De GZ-psycholoog is namelijk van mening dat deze feiten in het geheel niet aan verdachte kunnen worden toegerekend, terwijl de psychiater verdachte verminderd toerekeningsvatbaar acht. Hierbij betrekt de psychiater zijn inschatting dat verdachte nog vrijheidsgraden had om zijn medicatie wel of niet in te nemen. Daarnaast was verdachte, eenmaal onder invloed van stemmen, toch nog enigszins gedifferentieerd om te kunnen handelen naar aanleiding van de stemmen die hem opdrachten gaven.
De rechtbank overweegt dat de psychiater deskundig is op het gebied van medicatie en als enige bevoegd is medicatie voor te schrijven. Op dit gebied acht de rechtbank hem dan ook meer gekwalificeerd dan de GZ-psycholoog, ondanks het feit dat zij, volgens de verdediging, langer met verdachte heeft gesproken. Daarom zal de rechtbank de conclusies van de psychiater met betrekking tot de zaak met parketnummer 05/279362-23 overnemen en tot de hare maken. Dat betekent dat het onder feit 1 van dit parketnummer bewezenverklaarde verminderd aan hem wordt toegerekend. Verdachte is vrijgesproken van hetgeen hem onder feit 2 van dit parketnummer ten laste is gelegd.
De psychiater en de GZ-psycholoog hebben zich onthouden van advies over de toerekenbaarheid van verdachte in de zaak met parketnummer 05/133278-24 en feit 1 van parketnummer 05/234566-24, hoewel de psychiater doorwerking van de stoornissen aannemelijk acht en de GZ-psycholoog dit niet onvoorstelbaar vindt. Ook ten aanzien van feit 2 van parketnummer 05/234566-24 hebben zij geen advies gegeven over de toerekenbaarheid, maar acht de GZ-psycholoog doorwerking van de stoornissen niet onvoorstelbaar. De zaken met parketnummer 05/033134-25 hebben zij niet mee kunnen nemen bij het opmaken van hun rapportages.
De rechtbank is van oordeel dat de door de deskundigen geconstateerde stoornissen gedurende deze feiten ook aanwezig waren en zijn psychische toestandsbeeld hetzelfde was als tijdens eerder genoemde feiten. Bovendien was de dosering van zijn medicatie nog niet verhoogd en de begeleiding nog niet aangescherpt. De aard van de delicten ligt bovendien in lijn met eerder genoemde feiten: ze zien op seksueel grensoverschrijdend gedrag en/of vloeien voort uit beperkte frustratietolerantie en impulscontrole. De rechtbank neemt daarom aan dat de vastgestelde stoornissen ook hebben doorgewerkt bij het plegen van deze strafbare feiten. Dat betekent dat ook de zaken met parketnummers 05/133278-24, 05/234566-24 en 05/033134-25 verminderd aan hem worden toegerekend.
Conclusie
De verdachte is strafbaar, maar de rechtbank rekent alle bewezenverklaarde feiten verminderd aan hem toe. Dit werkt in strafmatigende zin mee bij de strafoplegging.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot:
  • een gevangenisstraf van 18 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr);
  • de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: de tbs-maatregel met dwang) en
  • de maatregel ex artikel 38v Sr (hierna: de 38v-maatregel), inhoudende een contactverbod en een locatieverbod voor de straat in [plaats 1] waar [slachtoffer 1] woonachtig is, voor de duur van vijf jaren; en 2 weken vervangende hechtenis voor iedere overtreding met een maximum van 6 maanden, waarbij de officier van justitie heeft verzocht de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel te bevelen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte niet langer in de gevangenis moet blijven. Als de rechtbank van mening is dat de tbs-maatregel met dwang nodig is, zou hij niet terug moeten naar de gevangenis in afwachting van een plek in een tbs-kliniek. Daarbij verwijst de verdediging ook naar de inmiddels algemeen bekend zijnde passantenproblematiek. Indien de rechtbank na het raadkameren van mening is dat zij onvoldoende geïnformeerd is, heeft de raadsvrouw verzocht om aanhouding van de zaak, zodat er een maatregelenrapport kan worden opgevraagd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in de periode van april 2023 tot en met november 2024 schuldig gemaakt aan een veelheid aan strafbare feiten, waaronder meerdere zedenmisdrijven.
Allereerst heeft hij zich schuldig gemaakt aan het seksueel binnendringen van het lichaam van zijn (toenmalige) vriendin, een meisje van 16 jaar oud, terwijl zij lag te slapen. Verdachte heeft haar ook onder druk gezet om (kinder)pornografische afbeeldingen en video’s van zichzelf te maken en naar verdachte te sturen. Verdachte heeft deze vervolgens opgeslagen op zijn telefoon. Verdachte vroeg bijna onophoudelijk, vaak kort na elkaar, op dwingende toon aan haar om deze afbeeldingen van zichzelf te maken en leek niet geïnteresseerd in het feit dat zij hier niet of weinig enthousiast op reageerde. Tot slot heeft verdachte haar mishandeld. Daarmee heeft hij haar pijn en letsel toegebracht.
Verdachte heeft slechts in beperkte mate openheid van zaken gegeven. Dit rekent de rechtbank hem aan. Bovendien had zijn vriendin zich veilig moeten kunnen voelen in hun relatie. Verdachte heeft een diepe inbreuk gemaakt op dit veiligheidsgevoel. Uit haar indringende slachtofferverklaring en de toelichting op haar vordering tot schadevergoeding blijkt dat deze feiten grote gevolgen voor haar hebben gehad, die nog zijn verergerd doordat verdachte na het verbreken van hun relatie nog contact met haar bleef zoeken, zelfs vanuit de penitentiaire inrichting.
Verder heeft verdachte, terwijl hij op zijn scooter of in zijn auto reed, een minderjarig meisje en een vrouw meermaals genaderd en hen vervolgens onverhoeds aangeraakt. Het meisje heeft hij bij haar bovenbeen betast en in haar schaamstreek gegrepen. De vrouw heeft hij bij haar shirt gepakt en vastgehouden. Uit hun verklaringen blijkt dat dit ontzettend beangstigende ervaringen voor hen waren, die langere tijd invloed hebben gehad op hun handelen.
Tot slot heeft verdachte geprobeerd een begeleidster, die op dat moment een cursus volgde in zijn zorginstelling, geprobeerd te filmen terwijl zij op het toilet zat. Dit is niet gelukt.
Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van zedenmisdrijven hier nog lange tijd negatieve (psychische) gevolgen van kunnen ondervinden. Met zijn handelen heeft verdachte telkens een inbreuk gemaakt op de lichamelijke en seksuele integriteit van zijn slachtoffers. De rechtbank constateert dat hij uitsluitend bezig was met zijn seksuele opwinding of het reguleren van zijn spanning, waarbij hij zich totaal geen rekenschap gaf van zijn slachtoffers.
De persoon en persoonlijke omstandigheden van verdachte
Uit het strafblad van verdachte, d.d. 18 april 2025, blijkt dat hij op 9 juni 2020 is veroordeeld wegens feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermaals gepleegd. Verdachte heeft dus recidive ten aanzien van zedenmisdrijven. De rechtbank zal dit als strafverzwarende omstandigheid meewegen.
Verdachte heeft in totaal bijna een half jaar in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Uit de NIFP-rapportage die psychiater/psychoanalyticus dr. T.W.D.P. van Os op 11 februari 2025 over verdachte heeft opgemaakt, blijkt, naast hetgeen bij de strafbaarheid van verdachte is overwogen, het volgende. Bij verdachte is sprake van een combinatie van stoornissen die het noodzakelijk maakt dat er een omgevingsprothese moet worden geboden die aansluit bij zijn tekorten. Zodra deze omgevingsprothese zelf tekorten vertoont, waardoor verdachte teveel op zichzelf moet gaan leunen, ontstaat een cascade aan problemen met als gevolg onder andere stemmingsklachten, angstklachten, ondoordachte keuzes, stoppen met medicatie en impulsproblemen met delictgedrag. Zonder adequate en intensieve omgevingsprothese is het risico op recidive, zoals het hem tenlastegelegde, hoog. Uit de gestructureerde risicotaxatie komt naar voren dat veel risicofactoren kunnen worden gescoord. Daarnaast is sprake van een aantal beschermende factoren. Alles overziend, kan worden gesteld dat het risico op een zedendelict, zoals het huidige tenlastegelegde, hoog is zonder gebruik van medicatie en zonder adequate en intensieve omgevingsprothese.
Op grond van de wegingslijst en eigen klinische inschatting is de psychiater van mening dat bij verdachte het volwassenenstrafrecht kan worden toegepast. Pedagogische beïnvloeding is niet aan de orde. Binnen een duidelijke omgeving zijn er voldoende handelingsvaardigheden. Er wordt geen verdere rijping verwacht.
Volgens de psychiater blijven zonder behandeling en begeleiding de risicofactoren, die van belang zijn bij de hem tenlastegelegde feiten, onveranderd. Behandeling en begeleiding zijn noodzakelijk om de kans op herhaling duurzaam te verlagen. Binnen een eventuele behandeling moet worden gefocust op verfijning van de diagnostiek en het gebruik van medicatie. Gezien de beschreven stoornissen, die blijvend zijn, is het handicapmodel van toepassing: zijn omgeving moet vormgegeven worden om zijn tekorten op te vangen. Dat betekent dat er een gesloten omgeving moet worden gecreëerd, waarin intensieve begeleiding en structuur en een goede daginvulling worden geboden, alsmede proactieve steungevende- en ventilatiecontacten, om zijn spanningen te kunnen laten afvloeien en de diverse dysfunctionele patronen mogelijk kunnen laten slijten. Daartoe moet medicatie worden ingezet en een intensieve omgevingsprothese worden vormgegeven met begeleiding en voortdurend toezicht. Zonder langdurige begeleiding in een gesloten behandelsetting, waar diverse dysfunctionele patronen mogelijk kunnen slijten, is er weinig kans op verlaging van het recidiverisico en het ontstaan van beschermende factoren. Nadien zou hij gefaseerd en onder toezicht kunnen uitstromen in het kader van resocialisatie en toewerken naar een passende woonvorm en dagbesteding. Van belang is dat medicatie in depotvorm, dan wel onder toezicht, wordt ingenomen.
De problematiek is complex en ernstig. Er is een hoog risico. Verdachte is gerecidiveerd. Ook met intensieve begeleiding en onder een vergrootglas blijft hij seksueel grensoverschrijdend gedrag vertonen. Nu hij, ondanks alle inspanningen en intensief risicomanagement, seksueel grensoverschrijdend gedrag blijft vertonen, adviseert de psychater om aan verdachte een verplichte behandeling op te leggen, om het risico op voornoemd gedrag duurzaam te verlagen.
De psychiater geeft de rechtbank ter overweging mee om verdachte een gedwongen klinische behandeling op te leggen in een gespecialiseerde, gesloten forensische setting met een hoog beveiligingsniveau. Er is bij verdachte sprake van een gebrek aan probleeminzicht, zodat de motivatie om zich te conformeren aan een – voor vermindering van de risico’s – noodzakelijke behandeling extern moet worden aangestuurd.
Als de rechtbank een behandeling in een strafrechtelijk kader aangewezen acht, adviseert de psychiater om verdachte de tbs-maatregel met dwang op te leggen. Alleen deze vergaande juridische maatregel lijkt voldoende garantie te geven om het gevaar terug te dringen en behandeling en resocialisatie te realiseren.
De psychiater heeft overwogen of behandeling in een minder stringent kader mogelijk is teneinde het recidivegevaar tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen, maar ziet hiertoe geen mogelijkheden wegens het gebrek aan inzicht en de impulsiviteit van verdachte. Een behandeling en begeleiding in het kader van een tbs-maatregel met voorwaarden biedt niet voldoende garanties en behandelmogelijkheden. Ook een rechterlijke machtiging zou niet tegemoetkomen aan de lange duur die nodig is en daarnaast te weinig garanties bieden dat het gevaarzettend gedrag wordt behandeld.
De psychiater heeft meerdere keren overleg gevoerd met de GZ-psycholoog, die tot een ander advies komt over de toerekenbaarheid. Dit verschil is niet van belang voor het advies, dat eensluidend is.
Uit het NIFP-rapport van GZ-psycholoog drs. M.C.G. Smeets, dat zij op 8 januari 2025 over verdachte heeft opgemaakt, blijkt, naast hetgeen bij de strafbaarheid van verdachte is overwogen, dat bij bovengenoemde stoornissen het risico op recidive van een seksueel delict zonder interventies hoog wordt ingeschat op basis van de risicotaxaties.
Om een inschatting te maken van de kans op recidive zijn de Static-99R, Stable-2007 en de SAPROF afgenomen. Deze risicoanalyse is gebaseerd op het justitieel dossier, de informatie van verdachte en van referenten en het testpsychologisch en klinisch psychologisch onderzoek.
Uit de Static-99R komt een hoog risico op recidive.
Uit de Stable-2007 ontstaat het beeld dat verdachte tekorten op het gebied van intimiteit ervaart, dat hij problemen heeft met algemene en seksuele zelfregulatie en samenwerking met toezichthouders. Ten aanzien van belangrijke sociale contacten, heeft verdachte maar met vijf mensen contact, buiten de begeleiding van Pluryn. De rol van ouders, zus, zwager en vriend A. wordt als neutraal gezien, vanwege hun niet-afkeurende houding naar het grensoverschrijdend gedrag van verdachte en de inmenging in zijn begeleiding vanuit Pluryn. Hij heeft geen intieme relatie meer en heeft niet samengewoond. Er is geen sprake van een emotionele identificatie met kinderen. Er komen uit het onderzoek geen aanwijzingen voor vrouwvijandigheid en hij ontkent negatieve of vijandige opvattingen over vrouwen te koesteren. Er is sprake van sociale afwijzing/eenzaamheid. Er wordt desinteresse in het welzijn van anderen gezien. Hij komt onverschillig over naar anderen, maar toont wel enige interesse in zijn eigen familie. Hij vertoont impulsief gedrag; omdat hij nu in beperkingen zit, wordt dit alleen in het delictgedrag gezien, maar in 2023 heeft hij impulsief gedrag laten zien in o.a. te veel geld uitgeven, wat heeft geleid tot schulden. Er worden ontoereikende probleemoplossende vaardigheden gezien. Hij heeft op alle levensgebieden substantiële ondersteuning nodig. Er is sprake van negatieve emotionaliteit/vijandigheid. Hij ziet zichzelf als slachtoffer van de situatie: door ontoereikende begeleiding of wisseling van pb’er is er niet goed op hem gelet en is hij tot delictgedrag gekomen.
Er zijn sterke aanwijzingen voor seksuele preoccupatie, hoewel hier vanuit het onderzoek onvolledig zicht op is gekomen, maar er is in ieder geval sprake van seksuele preoccupatie in taalgebruik. Er zijn sterke aanwijzingen voor seksueel grensoverschrijdend/seksueel deviant gedrag (o.a. jonge slachtoffers van aanranding, als coping en in het verleden voor seks als coping. Hoewel hij hier geen inzicht in geeft, lijkt verdachte, uitgaande van zijn handelen, geen controle te hebben over zijn seksuele gedachten en gedrag. Verdachte heeft een geschiedenis van het schenden van voorwaarden van toezichthouders en schendt de regels en voorschriften van Pluryn. Verdachte scoort op de STABLE-2007 hoog (18) op een maximale score van 24. Gecombineerd komt uit de Stable-2007 en Static-99R een hoog risico op recidive in een seksueel delict.
Het risicotaxatieinstrument SAPROF kijkt naar beschermende factoren voor gewelddadig gedrag. Als gekeken wordt naar de interne items, die betrekking hebben op persoonlijke kenmerken die beschermend werken tegen toekomstig gewelddadig gedrag, dan zijn deze, behoudens het feit dat hij een hechte band heeft met zijn ouders in de kindertijd, niet of nauwelijks aanwezig. Als gekeken wordt naar de motivationele items, die betrekking hebben op beschermende factoren die voortkomen uit de motivatie om op een positieve manier deel te nemen aan de maatschappij, dan zijn deze nauwelijks aanwezig. Hoewel hij gemotiveerd is voor medicamenteuze behandeling, kan hij niet zelfstandig behandeltrouw zijn. Als gekeken wordt naar de externe items, die betrekking hebben op bescherming die van buitenaf wordt geboden, dan is er door de opgelegde beperkingen een andere situatie ontstaan. Als uitgegaan wordt van de situatie op het [locatie] vóór de beperkingen, dan is er intensieve begeleiding en streng
toezicht in de woonsituatie en is enige mate sprake van een prosociaal en ondersteunend netwerk.
Samengevat is er bij verdachte sprake van een hoog risico op recidive in een seksueel delict dat uitsluitend met de aanpassing van zijn omgeving (een beschermde woonvorm met verplichte medicatie-inname, substantiële ondersteuning, toezicht op de belangrijkste levensgebieden, één op één begeleiding en beperkingen op telefoongebruik, internetgebruik en sociale media) verminderd kan worden tot een matig risico op recidive.
Bij het formuleren van risicoscenario’s moet gekeken worden naar de relaties tussen de autismespectrumstoornis, de verstandelijke beperking (matig), de impulsbeheersingsstoornis (met een dwangmatig karakter zich uitend in seksueel grensoverschrijdend gedrag) en de mogelijk parafiele stoornis. De voor dit onderzoek beschikbare (onderzoeks)rapportages schetsen een vaste opbouw naar seksueel grensoverschrijdend/delict gedrag in een situatie waar sprake is van beperkt toezicht of begeleiding: verdachte wordt overvraagd, raakt overprikkeld en gespannen, raakt ontregeld zowel in dag- en nachtstructuur als in gedragsmatige, emotionele en cognitieve regulatie, is niet in staat om op de juiste manier om hulp te vragen of hier wordt niet op de juiste manier op ingespeeld, hij verliest het overzicht over zijn leven, verliest de controle over zijn PKU en neemt zijn medicatie tegen dwanggedachten (‘stemmen’) en dwanghandelingen niet meer in. Met zijn beperkte coping is hij niet in staat de dwanggedachten te beheersen en komt hij ter ontlading van spanning tot delictgedrag. In zo’n situatie zal het risico op recidive hoog blijven.
In het Pro Justitia onderzoek van 17 april 2024 is op basis van de vorige risicotaxaties en de klinische inschatting ingeschat dat indien verdachte beschermd woont met intensief toezicht, begeleiding en o.a. controle op medicatie, gezondheid (PKU), dagstructuur en dagbesteding, sociale relaties, telefoongebruik etc. het risico op recidive zal afnemen. Echter sinds de zomer van 2024 blijkt dat hij ook binnen een soortgelijke woonzorgsetting met intensieve begeleiding tot seksueel grensoverschrijdend/delictgedrag komt. Ondanks het feit dat het [locatie] verdachte één op één begeleid en hem op strakke wijze aan de door de reclassering opgelegde beperkingen houdt, is het [locatie] geen forensische instelling en is dit geen houdbare situatie op de lange termijn.
Er zijn dus nauwelijks beschermende interne of motivationele factoren aanwezig en zelfs de huidige externe factoren, te weten wonen in woonzorgsetting het [locatie] met VG7, bieden onvoldoende bescherming.
In lijn met de analyse van Pluryn (2018) en van Transfore (2022) wordt ingeschat dat de
contextuele, situatieve en andere condities zó moeten worden aangepast dat gelegenheden
tot delictgedrag worden geminimaliseerd.
Verdachte heeft vanuit zorgoogpunt substantiële ondersteuning nodig van zijn omgeving,
zoals een beschermde woonvorm met begeleiding en toezicht op alle levensgebieden. Voor het verlagen van het hoge recidiverisico is echter een forensisch kader met beveiliging nodig. Dit is niet mogelijk in een woonzorgsetting met een VG7-indicatie. De inschatting is dat verdachte zonder continue vrijheidsbeperking en intensieve begeleiding op gedragsregulatie binnen afzienbare tijd weer komt tot seksueel grensoverschrijdend/delictgedrag.
Er zijn geen argumenten om het minderjarigenstrafrecht toe te passen. De stoornissen en de
daaruit voortvloeiende functionele beperkingen hebben een chronisch karakter en de interventies en interventiecondities zullen voor onbepaalde tijd zijn. Om die reden, en vanwege de huidige leeftijd van verdachte (23 jaar), wordt het volwassenstrafrecht geadviseerd.
De GZ-psycholoog kan zich vinden in de analyse van Pluryn (2018) en van Transfore (2022): om het risico op recidive te verminderen moet niet ingezet worden op probleemgerichte of inzichtgevende behandeling of training, omdat dit in het verleden weinig tot geen effect heeft gehad, maar op het aanpassen van de omgeving waarbij gelegenheden tot delictgedrag worden geminimaliseerd. Vanwege de complexiteit van de stoornissen, en omdat in het verleden probleemgerichte behandeling of training niet effectief is geweest, is er weinig behandelperspectief.
Voor het verlagen van het hoge recidiverisico is daarom een forensisch kader met beveiliging nodig. Dit is niet mogelijk in een woonzorgsetting met een VG7-indicatie. De inschatting is dat verdachte zonder continue vrijheidsbeperking en begeleiding op gedragsregulatie binnen afzienbare tijd weer komt tot seksueel grensoverschrijdend/delictgedrag.
In de interventies wordt geadviseerd het volgende mee te nemen. Ten aanzien van zijn medicamenteuze behandeling wordt geadviseerd de mogelijkheden van aanvullende medicatie te onderzoeken en/of het verhogen van de dosering van zijn huidige medicatie. Ten aanzien van
de behandeling van zijn PKU wordt geadviseerd de behandeladviezen van het Radboudumc
over te nemen, omdat de verwachting is dat verdachte minder last van onrust en spanning zal hebben als hij zijn PKU meer onder controle krijgt en/of hij gewicht verliest. Bij het opstellen
van een behandel-/begeleidingsplan met interventies zal rekening moeten worden gehouden
met zijn intelligentieniveau, zijn overige functionele beperkingen en het feit dat hij snel overvraagd wordt/overprikkeld raakt.
De ernst van zijn situatie lijkt niet tot verdachte door te dringen, mogelijk vanwege de functionele beperkingen als gevolg van zijn verstandelijke beperking, de autismespectrumstoornis en de gedragsproblematiek. Hij toont geen ziekte-inzicht. Zonder langdurige begeleiding in een gesloten behandelsetting, waar diverse dysfunctionele patronen mogelijk kunnen slijten, is er weinig kans op verlaging van het recidiverisico en het ontstaan van beschermende factoren.
Als verdachte zover is dat hij vanuit een gesloten setting kan uitstromen, wordt geadviseerd
gefaseerd en onder toezicht te oefenen met het resocialiseren: de opbouw van vrijheden en toe
te werken naar een passende woonvorm en dagbesteding, waarbij zijn medicatie niet meer in
eigen beheer komt.
Vanwege de ernst van de functionele beperkingen en op basis van ervaringen in het verleden is niet te verwachten dat verdachte zich zelfstandig aan voorwaarden binnen een voorwaardelijk strafdeel, reclassering of tbs-maatregel zal kunnen houden. Samengevat wordt, bij bewezenverklaring, geadviseerd verdachte vanuit het oogpunt van risicomanagement bij een hoog recidiverisico de tbs-maatregel met dwang op te leggen.
Reclassering Nederland heeft op 14 april 2025 een advies over verdachte uitgebracht. De reclassering heeft geen rol binnen het eventuele kader van de tbs-maatregel met dwang, waardoor zij op dit moment geen advies kunnen geven. Indien de rechtbank een lichtere vorm van de tbs-maatregel overweegt, verzoekt de reclassering de aanvraag van een maatregelenrapport, zodat de mogelijkheden hiervan kunnen worden onderzocht. De risico’s op recidive, letsel en onttrekken aan voorwaarden worden ingeschat als hoog.
Het voorwaardelijk verzoek tot opmaken van een maatregelenrapport
De raadsvrouw heeft een voorwaardelijk aanhoudingsverzoek gedaan, zodat er een maatregelenrapport kan worden opgevraagd.
De rechtbank vindt dit niet noodzakelijk voor het vellen van een oordeel over de oplegging van een straf of maatregel. Hoewel de deskundigen verschillende standpunten innemen ten aanzien van de toerekenbaarheid van verdachte, zijn zij eensluidend in hun advies over een passende afdoening, te weten de tbs-maatregel met dwang. De psychiater heeft de tbs-maatregel met voorwaarden overwogen, maar in zijn ogen biedt dit onvoldoende garanties en behandelmogelijkheden om het recidiverisico tot een aanvaardbaar niveau in te beperken. De rechtbank zal het verzoek dan ook afwijzen, omdat zij zich voldoende geïnformeerd acht.
Toepassing van het volwassenenstrafrecht
De psychiater is van oordeel dat het volwassenenstrafrecht kan worden toegepast, omdat pedagogische beïnvloeding niet aan de orde is, er binnen een duidelijke omgeving voldoende handelingsvaardigheden zijn en er geen verdere rijping wordt verwacht. De GZ-psycholoog stelt zich op hetzelfde standpunt, omdat de stoornissen en de daaruit voortvloeiende functionele beperkingen een chronisch karakter hebben en interventies en interventiecondities voor onbepaalde tijd zullen zijn.
De rechtbank neemt het advies van de deskundigen over en maakt deze tot de hare. De rechtbank ziet in de persoonlijkheid van verdachte of de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan geen aanleiding om het jeugdsanctierecht toe te passen. Daarom zal zij het volwassenenstrafrecht toepassen.
De oplegging van de tbs-maatregel met dwang
Er zijn rapporten over verdachte opgemaakt, te weten op 11 februari 2025 door psychiater/psychoanalyticus dr. T.W.D. van Os en op 8 januari 2025 door GZ-psycholoog drs. M.C.G. Smeets. De deskundigen adviseren verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege op te leggen.
In de rapporten is beschreven dat tijdens het begaan van de feiten bij verdachte een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Verdachte is gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis, een matig verstandelijke ontwikkelingsstoornis en een ongespecificeerde disruptieve impulsbeheersings- of andere gedragsstoornis, te weten een impulsbeheersingsstoornis in seksueel grensoverschrijdend gedrag met een dwangmatig karakter, aanwezig sinds de prepuberteit en alleen te controleren met antipsychotica. Mogelijk is er ook sprake van een parafiele stoornis. Deze stoornissen beïnvloeden en versterken en elkaar en waren ook aanwezig ten tijde van de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank neemt deze conclusies over en stelt vast dat tijdens het begaan van de feiten bij verdachte een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond.
De rechtbank stelt verder vast dat de onder feiten 1 en 2 van parketnummer 05/234566-24 en feit 1 van parketnummer 05/279362-23 bewezenverklaarde feiten misdrijven zijn als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, onder 2, van het Wetboek van Strafrecht waarvoor terbeschikkingstelling mogelijk is. De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging eist. Hierbij heeft de rechtbank de ernst van de feiten in aanmerking genomen.
Bij verdachte is sprake van een combinatie van stoornissen die het noodzakelijk maakt dat er een omgevingsprothese moet worden geboden die aansluit bij zijn tekorten. Zodra deze omgevingsprothese zelf tekorten vertoont, waardoor verdachte teveel op zichzelf moet gaan leunen, ontstaat een cascade aan problemen met als gevolg onder andere stemmingsklachten, angstklachten, ondoordachte keuzes, stoppen met medicatie en impulsproblemen met delictgedrag. Zonder adequate en intensieve omgevingsprothese is het risico op recidive, zoals het hem tenlastegelegde, hoog. Uit de gestructureerde risicotaxatie komt naar voren dat veel risicofactoren kunnen worden gescoord. Het risico op een zedendelict, zoals het huidige tenlastegelegde, is hoog zonder gebruik van medicatie en zonder adequate en intensieve omgevingsprothese. Tegelijkertijd zijn er volgens de GZ-psycholoog weinig beschermende factoren.
Zonder langdurige begeleiding in een gesloten behandelsetting, waar diverse dysfunctionele patronen mogelijk kunnen slijten, is er volgens de psychiater dan ook weinig kans op verlaging van het recidiverisico en het ontstaan van beschermende factoren. Ondanks alle inspanningen en intensief risicomanagement, blijft verdachte volgens de psychiater seksueel grensoverschrijdend gedrag vertonen. Bovendien is er sprake van een gebrek aan probleeminzicht, zodat de motivatie om zich te conformeren aan een – voor vermindering van de risico’s – noodzakelijke behandeling extern moet worden aangestuurd.
Volgens zowel de psychiater als de GZ-psycholoog biedt enkel de tbs-maatregel met dwang voldoende garantie te geven om het gevaar terug te dringen en behandeling en resocialisatie te realiseren. Minder vergaande alternatieven zijn hiertoe ontoereikend.
Voornoemde bewezenverklaarde feiten zijn misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Op grond van artikel 38e van het Wetboek van Strafrecht is de maatregel dan ook niet in duur gemaximeerd.
De oplegging van een gevangenisstraf
Hoewel verdachte verminderd toerekeningsvatbaar wordt geacht en de rechtbank het van groot belang acht dat verdachte zo snel mogelijk kan starten met behandeling in het kader van de tbs-maatregel met dwang, is de rechtbank desondanks van oordeel dat niet uitsluitend kan worden volstaan met de tbs-maatregel met dwang. Vanwege de ernst van de feiten en de gevolgen daarvan voor de vele slachtoffers die verdachte heeft gemaakt, is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur de enige manier om de strafwaardigheid van zijn gedrag tot uitdrukking te brengen, zowel richting verdachte, zijn slachtoffers als de maatschappij.
Daarom zal de rechtbank verdachte veroordelen tot de door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf van 18 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Sr.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
De oplegging van de 38v-maatregel
Ter voorkoming van strafbare feiten zal de rechtbank een vrijheidsbeperkende maatregel opleggen. Deze maatregel houdt in dat verdachte gedurende vijf jaar geen contact – direct of indirect – zal opnemen met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2006, en zich niet zal bevinden in de [adres 2] te [plaats 1] .
De rechtbank zal daarbij bevelen dat vervangende hechtenis wordt toegepast voor iedere keer dat verdachte niet aan de maatregel voldoet. Deze hechtenis bedraagt twee weken per overtreding, met een totale duur van maximaal zes maanden, en heft de verplichtingen op grond van de maatregel niet op.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt jegens een bepaalde persoon of bepaalde personen, zal de rechtbank bevelen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is. Zowel de deskundigen als de reclassering schatten het recidiverisico in als hoog. Bovendien bevat het procesdossier aanwijzingen dat verdachte na het verbreken van hun relatie contact bleef zoeken met [slachtoffer 1] , zelfs vanuit de penitentiaire inrichting waarin hij op dat moment verbleef.
Conclusie
Verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Sr, de tbs-maatregel met dwang en de 38v-maatregel, die dadelijk uitvoerbaar wordt verklaard.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft in verband met de zaken met parketnummers 05/234566-24 en 05/133278-24 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 25.779,62 aan materiële schade en € 7.000,- aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om toekenning van € 2.358,- aan proceskosten en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met uitzondering van de geschatte toekomstige kosten, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Voor het overige heeft de officier van justitie verzocht de benadeelde partij niet ontvankelijk te verklaren in de vordering.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering. Subsidiair heeft de verdediging het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van de materiële schade geldt dat de reiskosten moeten worden afgewezen, omdat er geen causaal verband bestaat tussen de schade en het tenlastegelegde. Datzelfde geldt voor de kosten voor de analoge telefoon, het sportabonnement, de videodeurbel en de cartridge. De benadeelde partij moet verder niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering voor zover deze ziet op de toekomstige schade.
De immateriële schade zou primair moeten worden afgewezen, subsidiair zou de benadeelde partij niet ontvankelijk moeten worden verklaard in de vordering en meer subsidiair zou het gevorderde bedrag moeten worden gematigd.
Ten aanzien van de proceskosten heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat er maximaal twee punten kunnen worden toegekend. Voor het overige moet de benadeelde partij niet ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
De beoordeling door de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De schadeposten, met uitzondering van de posten die zien op de geschatte toekomstige schade, zijn verder voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. In tegenstelling tot de verdediging, is de rechtbank van oordeel dat er telkens een voldoende rechtstreeks verband is tussen de gevorderde schade en de strafbare feiten. Dat de benadeelde partij niet alleen bang is voor verdachte vanwege de bewezenverklaarde strafbare feiten, maar ook door het gedrag van verdachte na het beëindigen van hun relatie, doet daar niet aan af.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft deze schadeposten tot een hoogte van € 2.208,78 kan worden toegewezen.
De schadeposten die zien op de geschatte toekomstige schade, te weten de consulten van de psycholoog, de reiskosten naar de psycholoog en de studievertraging, zijn onvoldoende onderbouwd. De rechtbank zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren in deze delen van de vordering. De benadeelde partij kan deze delen van de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.
Smartengeld
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen meerdere van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door de in de zaken met parketnummers 05/234566-24 en 05/133278-24 bewezenverklaarde feiten heeft de benadeelde immers lichamelijk letsel in de vorm van schouderletsel, bloeduitstortingen en kneuzingen opgelopen en geestelijk letsel in de vorm van een posttraumatische stressstoornis. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van de feiten en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 5.000,- vaststellen.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk verklaren in de vordering.
De wettelijke rente
Verdachte is vanaf 19 mei 2025, de datum van de terechtzitting, wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
De gevorderde proceskosten
De benadeelde partij vordert verder vergoeding van de kosten die zijn gemaakt om een vordering in het strafproces te kunnen indienen en vervolgens daadwerkelijk schadevergoeding te krijgen. Het gaat hierbij om één punt voor het opstellen van de vordering van de benadeelde partij en twee punten voor de uitoefening van het spreekrecht op een mondelinge behandeling met uitgebreidere behandeltijd.
Deze kosten zullen aan de hand van het Liquidatietarief rechtbanken en gerechtshoven worden begroot. De rechtbank acht op basis van artikel 532 van het Wetboek van Strafvordering twee punten, te weten één punt voor het opstellen van de vordering van de benadeelde partij en één punt voor de behandeling ter terechtzitting en daarmee € 1.572,- toewijsbaar, omdat de raadsvrouw onvoldoende duidelijk heeft gemaakt waarom er twee punten moeten worden toegekend voor de behandeling ter terechtzitting, nu er geen sprake was van bijvoorbeeld een zitting die een dag of zelfs langer duurde.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregelen is gegrond op de artikelen 36f, 37a, 37b, 38v, 38w, 45, 57, 240b, 243, 246, 252, 254ba, 284 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder 2 van parketnummer 05/279362-23 ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten verminderd aan verdachte kunnen worden toegerekend;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd;
 legt een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht op, inhoudende:
o Een gebiedsverbod. Het gebiedsverbod houdt in dat verdachte zich gedurende vijf jaren niet bevindt in de [adres 2] te [plaats 1] ;
o Een contactverbod. Het contactverbod houdt in dat verdachte zich gedurende vijf jaren onthoudt van – direct of indirect – contact met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2006;
 beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt ten hoogste twee weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van zes maanden in totaal. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen op grond van de opgelegde maatregel niet op.
 beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
  • veroordeelt verdachte in verband met de feiten in de zaken met parketnummers 05/234566-24 en 05/133278-24 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 2.208,78 aan materiële schade en € 5.000,- aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 mei 2025 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op € 1.572,-;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het overige niet ontvankelijk in de vordering tot materiële schade en smartengeld;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 7.208,78 aan materiële schade en smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 mei 2025 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 71 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.M. Stratenus (voorzitter), mr. Y.H.M. Marijs en
mr. R.M.H. Pennings, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Aalbers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 juni 2025.
Mr. Marijs is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland, Team Zeden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer ONRBC24446 (onderzoek MOKKA), gesloten op 8 juli 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , p. 65-66.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 9.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 44.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 14.
6.Een geschrift, te weten een afschrift van een WhatsApp-gesprek, p. 10.
7.Een geschrift, te weten een afschrift van een WhatsApp-gesprek, p. 11-13.
8.Verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 19 mei 2025.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 14-15 en proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , p. 64.
10.Verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 19 mei 2025.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 9.
12.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 44.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 14.
14.Een geschrift, te weten een afschrift van een WhatsApp-gesprek, p. 16-19.
15.Verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 19 mei 2025.
16.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024128645, gesloten op 18 april 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
17.Proces-verbaal van aangifte, p. 4-5.
18.Een geschrift, te weten medische informatie betreffende [slachtoffer 1] , p. 9.
19.Een geschrift, te weten een afschrift van een WhatsApp-gesprek, p. 19 van het procesdossier in onderzoek Mokka.
20.Proces-verbaal van verhoor getuige [moeder van aangeefster] , p. 10-11.
21.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 2023478541, gesloten op 4 januari 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
22.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 3] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2025037833, gesloten op 25 januari 2025 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
23.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 5] , p. 22-23.
24.Verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 19 mei 2025.
25.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 31.