ECLI:NL:RBGEL:2025:4316

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 mei 2025
Publicatiedatum
4 juni 2025
Zaaknummer
60653.24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in drugszaken op basis van onvoldoende bewijs uit WhatsApp-gesprekken

Op 26 mei 2025 heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het dealen en/of voorhanden hebben van verdovende middelen, specifiek cocaïne en MDMA. De zaak kwam aan het licht na de aanhouding van een medeverdachte op verdenking van huiselijk geweld, waarbij de politie de mobiele telefoon van deze medeverdachte in beslag nam. Uit het onderzoek naar de inhoud van deze telefoon kwamen meerdere militairen, waaronder de verdachte, in beeld in verband met het mogelijk verstrekken of aanwezig hebben van harddrugs.

De officier van justitie en de verdediging stelden dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De militaire kamer concludeerde dat het enkele feit dat de verdachte WhatsApp-gesprekken had gevoerd waarin vermoedelijk over drugs werd gesproken, niet voldoende was om te bewijzen dat hij in de tenlastegelegde periode daadwerkelijk cocaïne of MDMA aanwezig had gehad of had verstrekt. De gesprekken gaven geen concrete aanwijzingen dat de verdachte daadwerkelijk betrokken was bij drugshandel.

Daarom heeft de militaire kamer besloten om de verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05.060653.24
Datum uitspraak : 26 mei 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1991 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] in [woonplaats] .
raadsman: mr. D.C. Coppens, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 augustus 2021 tot en met 30 september 2022 te Julianadorp en/of Den Helder, althans in gemeente Den Helder en/of Scheveningen en/of Groningen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad,
een hoeveelheid van het materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne en/of
een hoeveelheid van het materiaal bevattende MDMA (XTC), zijnde MDMA,
telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

2.De standpunten

De officier van justitie en de verdediging hebben zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde, nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Aanleiding onderzoek
Op 30 september 2022 is medeverdachte [medeverdachte] door de politie aangehouden op verdenking van huiselijk geweld. Hierna is een onderzoek ingesteld naar de inhoud van de inbeslaggenomen mobiele telefoon van deze medeverdachte. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek kwamen meerdere militairen, waaronder verdachte, in beeld in verband met het mogelijk verstrekken dan wel aanwezig hebben van (hard)drugs en is een breder onderzoek gestart.
Vrijspraak
Aan verdachte is – kort gezegd - ten laste gelegd dat hij opzettelijk cocaïne en MDMA heeft verstrekt danwel aanwezig heeft gehad.
Uit het onderzoek aan de mobiele telefoon van medeverdachte [medeverdachte] is naar voren gekomen dat verdachte enkele WhatsApp-gesprekken heeft gevoerd met [medeverdachte] waarin volgens de politie vermoedelijk over drugs wordt gesproken. Onder andere vraagt verdachte aan [medeverdachte] wat hij bij zich heeft en wordt er over “M” gesproken. Volgens de politie wordt hiermee MDMA bedoeld. Verdachte geeft aan “dat hij dat lang niet meer heeft gehad”. Ook vraagt verdachte naar contactgegevens van een bekende van [medeverdachte] omdat hij “graag wat zou willen”.
De militaire kamer overweegt dat het enkele feit dat verdachte WhatsApp-gesprekken heeft gevoerd over vermoedelijk bepaalde soorten drugs en vraagt naar contactgegevens om vermoedelijk drugs te kopen, onvoldoende is om te bewijzen dat verdachte in de periode van 23 augustus 2021 tot en met 30 september 2022 cocaïne en/of MDMA aanwezig heeft gehad. Het dossier bevat onvoldoende aanknopingspunten waaruit blijkt dat verdachte in de tenlastegelegde periode (hard)drugs aanwezig heeft gehad laat staan heeft verstrekt. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken.

4.De beslissing

De militaire kamer spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter), mr. Y. van Wezel (rechters) en Kol mr. H.M. Stratenus (militair lid), in tegenwoordigheid van T.H. Boshuizen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 mei 2025.