ECLI:NL:RBGEL:2025:4338

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 mei 2025
Publicatiedatum
5 juni 2025
Zaaknummer
11401291
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van een designer tuinset en de gevolgen voor de koopovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 21 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een koper en een verkoper over een designer tuinset. De koper, hierna te noemen [eiser], had een koopovereenkomst gesloten met de besloten vennootschap HORA BARNEVELD B.V. (hierna: Hora) voor een tuinset ter waarde van € 20.382,00, waarvan uiteindelijk € 10.000,00 is betaald. Na levering van de tuinset op 21 september 2022 heeft [eiser] vlekvorming geconstateerd en dit voor het eerst op 8 april 2024 gemeld bij Hora. De koper heeft vervolgens de koopovereenkomst ontbonden op grond van non-conformiteit, maar Hora betwistte deze ontbinding en stelde dat de koper niet binnen bekwame tijd had geklaagd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een consumentenkoop en dat de klachtplicht van artikel 7:23 lid 1 BW niet is geschonden. De rechter oordeelde dat [eiser] binnen bekwame tijd heeft geklaagd, ondanks dat de melding pas enkele maanden na de ontdekking van de vlekken is gedaan. De rechter heeft echter ook geoordeeld dat Hora niet voldoende gelegenheid is geboden om de tuinset te herstellen, wat betekent dat de ontbindingsverklaring van de koper geen effect heeft gesorteerd. De vorderingen van [eiser] tot ontbinding van de koopovereenkomst en terugbetaling van de koopprijs zijn afgewezen, evenals de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn voor rekening van [eiser].

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 11401291 \ CV EXPL 24-9177
Vonnis van 21 mei 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. V.W.J.H. Kobossen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HORA BARNEVELD B.V.,
gevestigd te Barneveld,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Hora,
gemachtigde: mr. J.J. Wolleswinkel.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 18 december 2024 en de daarin genoemde processtukken
- de akte overlegging productie 8 t/m 11 van [eiser].
1.2.
De mondelinge behandeling heeft op 15 april 2025 plaatsgevonden, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.3.
Vervolgens is bepaald dat een vonnis zal worden gewezen.

2.De feiten

2.1.
Op 26 augustus 2022 hebben partijen een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot een tuinset, bestaande uit één eettafel en zes tuinstoelen, tezamen ter waarde van € 20.382,00. Hora heeft aan [eiser] een korting gegeven, waardoor [eiser] uiteindelijk een bedrag van € 10.000,00 heeft betaald (productie 1 dagvaarding).
2.2.
De tuinset, ontworpen door de designer [naam 1] en gemaakt van natuurlijk onbehandeld Teakhout, is op 21 september 2022 aan [eiser] geleverd. De producent van de tuinset is [naam 1] Collection B.V. (hierna: [naam 1]).
2.3.
De tuinset heeft vervolgens in de schuur van [eiser] gestaan, omdat haar tuin nog ingericht moest worden. Eind 2023 heeft [eiser] de tuinset voor het eerst buiten gezet.
2.4.
Op enig moment heeft [eiser] vlekvorming op de tuinset geconstateerd en daarvan voor het eerst op 8 april 2024 melding gemaakt bij Hora (productie 2 en 3 dagvaarding).
2.5.
Nadat een adviseur werkzaam bij [naam 1] bij [eiser] is geweest om de vlekvorming te bekijken, heeft [naam 1] op 14 mei 2024 [eiser] gewezen op onderhoudsinstructies voor de tuinset en geadviseerd teakolie te gebruiken.
2.6.
Op 3 juni 2024 heeft [eiser] aan Hora te kennen gegeven dat de vlekken nog steeds zichtbaar zijn, ondanks dat [naam 2], werkzaam voor Hora, teakcleaner heeft gebruikt. Hora heeft daarop gereageerd dat zij wederom contact met [naam 1] zal opnemen.
2.7.
Op 27 juni 2024 hebben een medewerker van Hora en een medewerker van [naam 1] de tuinset bij [eiser] beoordeeld. Naar aanleiding daarvan heeft Hora op 3 juli 2024 het volgende te kennen gegeven (productie 3 dagvaarding):
“(…)
Zij geven aan dat dit 100% te maken heeft met iets wat er in het hout getrokken is en reageert met water. Zij geven ook aan voor een raadsel te staan wat het dan is, want ook zij hebben hier nooit mee van doen gehad. Wat wel uitgesloten kan worden dat dit om een verkeerde batch gaat. (…)
Kortom [naam 1] heeft zijn conclusie getrokken en zegt dat dit door externe invloeden veroorzaakt moet zijn.
Nu vinden ook zij dit een zeer vervelende situatie en willen u hierin tegemoetkomen.
[naam 1] is bereid om mee te helpen aan een oplossing voor uw set.
Dit is in de vorm van het ophalen van 1 stoel om die in hun werkplaats in Zeist te inspecteren en een goede oplossing te vinden.
Dit zou dan op een later tijdstip uitgebreid kunnen worden naar het gehele set. (…)”
2.8.
Diezelfde dag heeft [eiser] gereageerd dat [naam 1] niet met een passende oplossing komt, dat Hora als verkopende partij verantwoordelijk is voor de tuinset en daarom binnen een week met een passende oplossing moet komen.
2.9.
Op 22 juli 2024 heeft de gemachtigde van [eiser] per e-mail de koopovereenkomst ontbonden op grond van non-conformiteit.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Te verklaren voor recht dat de overeenkomst tussen partijen is ontbonden per
22 juli 2024, respectievelijk de overeenkomst te ontbinden op grond van wanprestatie;
en de veroordeling van Hora tot betaling aan [eiser] van:
II. € 10.000,00 aan hoofdsom, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf datum dagvaarding tot aan de dag van algehele betaling;
III. € 600,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
IV. de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat de aan haar verkochte en geleverde tuinset niet beantwoordt aan de koopovereenkomst. De tuinset bezit namelijk niet de eigenschappen die op grond van die overeenkomst mochten worden verwacht. Nadat de tuinset, die voor buitengebruik is bedoeld, slechts één seizoen buiten heeft gestaan, is vlekvorming ontstaan. [eiser] mocht van een designer tuinset verwachten dat deze van hoge kwaliteit is in vergelijking met B-merken van soortgelijke producten. Daarmee is sprake van non-conformiteit. Aangezien een passende oplossing van Hora is uitgebleven, heeft [eiser] de koopovereenkomst ontbonden en vordert zij terugbetaling van de aankoopprijs, vermeerderd met wettelijke rente en (proces)kosten.
3.3.
Hora betwist de non-conformiteit. In de eerste plaats voert zij aan dat [eiser] niet binnen bekwame tijd heeft geklaagd, nadat zij de vlekvorming heeft ontdekt. [eiser] heeft namelijk de vlekvorming eind 2023/begin 2024 geconstateerd, maar voor het eerst op 8 april 2024 bij Hora melding daarvan gemaakt. Hora voert verder aan dat de vlekvorming het gevolg is van een externe oorzaak en niet van een gebrek in het geleverde product. De gehele tuinset heeft te maken met vlekvorming, terwijl deze bestaat uit meerdere batches teakhout. Voor zover wel sprake is van non-conformiteit voert Hora aan dat haar geen redelijke termijn is gegund om tot herstel over te gaan.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Consumentenkoop
4.1.
De kantonrechter stelt allereerst vast dat sprake is van een consumentenkoop, waarbij [eiser] heeft gehandeld als consument en Hora in de uitoefening van haar bedrijf. Tussen partijen is dit ook niet in geschil.
Klachtplicht niet geschonden
4.2.
In artikel 7:23 lid 1 BW is bepaald dat de koper zich niet erop kan beroepen dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien hij de verkoper daarvan niet binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, kennis heeft gegeven. Bij een consumentenkoop moet de kennisgeving binnen bekwame tijd na de ontdekking geschieden, waarbij een kennisgeving binnen een termijn van twee maanden na de ontdekking tijdig is.
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] binnen bekwame tijd bij Hora heeft geklaagd. Weliswaar heeft zij de vlekvorming naar haar zeggen in februari 2024 geconstateerd en dat pas op 8 april 2024 aan Hora gemeld, maar gelet op de weersomstandigheden (het was ten tijde van de waarneming van [eiser] winter en regenachtig) is het begrijpelijk dat [eiser] schoonmaakpogingen uitstelde tot na de winterperiode en op 6 april 2024, toen het mooi weer was, de tuinset met groene zeep besloot schoon te maken. Verder is niet gebleken dat Hora enig nadeel heeft ondervonden van de tijd die is verstreken tussen het constateren van de vlekvorming door [eiser] en het melden daarvan aan Hora. Het verweer van Hora wordt dan ook verworpen.
Geen redelijke gelegenheid tot herstel
4.4.
In het midden kan blijven of de vlekvorming op de tuinset non-conformiteit oplevert en of Hora tekort is geschoten in de nakoming van haar verbintenissen uit de koopovereenkomst, nu aan de vereisten voor de ontbindingsbevoegdheid niet is voldaan. Daartoe is het volgende redengevend.
4.5.
Ingevolge artikel 7:22 lid 1 sub a BW heeft de koper bij een consumentenkoop bij non-conformiteit de bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden, tenzij de afwijking van het overeengekomene, gezien haar geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Lid 2 bepaalt dat deze bevoegdheid pas ontstaat wanneer herstel en vervanging onmogelijk zijn of van de verkoper niet gevergd kunnen worden of wanneer de koper al om herstel of vervanging heeft gevraagd, maar niet heeft gekregen. De koper moet daarnaast de roerende zaak voor herstel ter beschikking stellen aan de verkoper (artikel 7:21 lid 7 BW). Dit brengt mee dat de koper eerst de weg van nakoming moet bewandelen, voordat hij tot ontbinding van de overeenkomst kan overgaan. Indien hij de verkoper niet of niet voldoende gelegenheid tot herstel heeft geboden, ontstaat niet de bevoegdheid tot ontbinding van de koopovereenkomst.
4.6.
[eiser] stelt zich op het standpunt dat zij Hora meerdere mogelijkheden heeft geboden om de vlekvorming op de tuinset te herstellen en dat Hora daarin niet is geslaagd. De teakcleaner die Hora heeft toegepast was immers zonder succes. Evenmin heeft Hora in de ogen van [eiser] een andere passende oplossing aangereikt. Zij heeft daarom het vertrouwen in Hora verloren en mocht de koopovereenkomst ontbinden, aldus [eiser].
4.7.
De kantonrechter kan [eiser] niet in haar stellingen volgen. Weliswaar heeft Hora een visuele inspectie verricht en de vlekvorming op de tuinset met teakcleaner geprobeerd te verwijderen, maar daarmee heeft [eiser] Hora niet behoorlijk in de gelegenheid gesteld om tot herstel van de tuinset over te gaan. Hora heeft immers onweersproken aangevoerd dat zij niet was uitgerust met de juiste middelen/gereedschappen ter plekke bij [eiser] over te gaan tot dieptereiniging van de vlekken. Op haar eigen locatie kan zij de tuinset reinigen en daarbij de vlekken diep in het hout bereiken. Zij had immers dergelijke vlekvorming op teakmeubels nog nooit gezien en wist niet wat het precies was, aldus Hora. Omdat de teakcleaner de vlekken niet, althans niet volledig, had verwijderd, heeft Hora op 3 en 4 juli 2024 aan [eiser] voorgesteld om één à twee stoelen mee te nemen naar haar werkplaats voor verder onderzoek en inspectie. Op de zitting heeft Hora toegelicht dat het onderzoek bijvoorbeeld zou kunnen inhouden dat de tuinset licht opgeschuurd zou worden, dat er met andere stoffen zou worden gewerkt en dat de tuinset buiten gezet zou worden om te kijken hoe het hout reageert. Aangezien [eiser] dit voorstel van de hand heeft gewezen, heeft zij naar het oordeel van de kantonrechter haar verplichting om de tuinset aan Hora ter beschikking te stellen voor herstel verzaakt (artikel 7:21 lid 7 BW) en Hora niet in staat gesteld om haar herstelverplichting op juiste wijze na te komen. Het voorstel van Hora, dat volgens haar veel te laat van de zijde van Hora is gekomen, gaat niet op aangezien voorafgaand aan het voorstel bezoeken hebben plaatsgevonden van medewerkers van Hora en [naam 1] die nodig waren om de situatie in kaart te brengen met betrekking tot de vlekvorming om tot een voorstel te kunnen komen. Daarnaast is veel tijd opgegaan aan het wachten op input van [naam 1], wat Hora niet kan worden aangerekend.
Geen ontbinding van de koopovereenkomst, geen terugbetaling van de koopprijs
4.8.
Aangezien Hora geen redelijke gelegenheid heeft gehad om de tuinset te herstellen en zij nog steeds daartoe bereid is, zoals zij ter zitting heeft verklaard, is het nog te vroeg voor ontbinding van de koopovereenkomst. De ontbindingsverklaring, die de gemachtigde van [eiser] op 22 juli 2024 heeft uitgebracht, heeft aldus geen effect gesorteerd. De primair gevorderde verklaring voor recht dat de koopovereenkomst is ontbonden, zal de kantonrechter dan ook afwijzen. Om diezelfde reden zal de kantonrechter ook de subsidiair gevorderde ontbinding van de koopovereenkomst afwijzen. Aldus bestaat geen rechtsgrond voor de vordering tot terugbetaling van de koopprijs aan [eiser], zodat deze eveneens wordt afgewezen. In het verlengde van het voorgaande wordt ook de vordering tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten afgewezen.
Proceskosten
4.9.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Hora worden begroot op:
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
947,00.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 947,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis ten aanzien van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.D.R. Joppe en in het openbaar uitgesproken op 21 mei 2025.
46409/51588