In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 27 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een golfpro, [verzoeker], en de maatschap [verweerder]. [Verzoeker] heeft een verzoekschrift ingediend waarin hij verzoekt om een billijke vergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, en een transitievergoeding. De kern van het geschil draait om de vraag of de rechtsverhouding tussen partijen moet worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst of als een overeenkomst van opdracht. De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waarbij onder andere de aard en duur van de werkzaamheden, de wijze van uitvoering, en de contractuele afspraken zijn beoordeeld. De kantonrechter concludeert dat de overeenkomst niet kan worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst, maar als een overeenkomst van opdracht. Dit betekent dat de verzoeken van [verzoeker] niet voor toewijzing in aanmerking komen. [Verzoeker] wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten betalen.