Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie;
- de conclusie van dupliek in voorwaardelijke reconventie.
2.Het geschil in conventie
3.Het geschil in voorwaardelijke reconventie
€ 1.692,30
4.De beoordeling van het geschil in conventie en in reconventie
“alleszins redelijk (zou) zijn hiervoor een vergoeding te ontvangen ter waarde van 250euro”, maar dit wordt verder niet onderbouwd. [gedaagde] heeft bovendien nagelaten concreet te stellen welke foutieve handeling [eiser] heeft gemaakt en welke concrete (contractuele) norm hij daarmee zou hebben geschonden. Niet is gesteld immers dat met het afmeren het schip door [eiser] een maritieme regel is geschonden, dan wel dat hij met het afmeren niet zou hebben gehandeld als een goed opdrachtnemer.
19 september 2024 (de eerstgenoemde dag na de vervaldatum van de factuur, zijnde
4 augustus 2024) tot de dag van volledige betaling.
5.De beslissing
€ 3.541,32, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente (artikel 6:119a BW) over € 3.105,82 met ingang van 19 september 2024 tot de dag van volledige betaling en te vermeerderen met de wettelijke rente (artikel 6:119 BW) over € 435,50, indien [gedaagde] laatstgenoemd bedrag niet binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis heeft voldaan, vanaf de vijftiende dag na betekening tot de dag van volledige betaling,