ECLI:NL:RBGEL:2025:476

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 januari 2025
Publicatiedatum
23 januari 2025
Zaaknummer
C/05/445562 / FZ RK 24-3074
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening zorgmachtiging ondanks dat betrokkene niet gesproken is door de onafhankelijke psychiater

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 13 januari 2025 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, die niet gesproken is door de onafhankelijke psychiater. De rechtbank heeft de procedure gestart op verzoek van de officier van justitie, die een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden verzocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in direct contact is geweest met de psychiater, wat in beginsel noodzakelijk is voor de beoordeling van de geestelijke gezondheid van de betrokkene. De rechtbank heeft echter geconstateerd dat de psychiater slechts een keer aan de deur is geweest en dat er geen duidelijkheid was of de betrokkene op de hoogte was van deze komst. De rechtbank oordeelt dat de inspanning van de psychiater om contact te leggen met de betrokkene minimaal is geweest, maar neemt desondanks genoegen met de medische verklaring, omdat uit het dossier blijkt dat de betrokkene een zorgwekkende zorgmijder is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychotische stoornis, die ernstig nadeel veroorzaakt, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien de betrokkene weigert medicatie te nemen en contact te hebben met behandelaren. Daarom heeft de rechtbank de zorgmachtiging verleend voor de duur van drie maanden, met specifieke vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De rechtbank heeft de verzoeken om minder bezwarende alternatieven afgewezen, omdat deze niet hetzelfde beoogde effect zouden hebben. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 januari 2025.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Zutphen
Zaaknummer: C/05/445562 / FZ RK 24-3074
Datum uitspraak: 13 januari 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. J.M. Poortinga te Putten.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 24 december 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 13 januari 2025. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • dhr. [naam 1] , als psychiater verbonden aan [de instelling] ;
  • mw. [naam 2] , als sociaal psychiatrisch verpleegkundige (hierna: spv’er) verbonden aan [de instelling] .

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De beoordeling

3.1.
De rechtbank constateert dat betrokkene niet gezien is door de onafhankelijke psychiater die de medische verklaring heeft opgesteld. In beginsel dient de psychiater betrokkene te onderzoeken in direct contact, dat wil zeggen in diens fysieke aanwezigheid. Dit is slechts anders indien dat redelijkerwijs niet mogelijk is. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om een weigering van de betrokkene om aan een onderzoek mee te werken, maar ook andere omstandigheden kunnen meebrengen dat onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene niet of slechts beperkt mogelijk is. In die gevallen zal, met het oog op de beoogde maatregel, steeds op de best mogelijke manier moeten worden getracht inzicht te verkrijgen in de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene en de noodzaak tot het treffen van de beoogde maatregel. De psychiater zal in zijn medische verklaring moeten verantwoorden waarom onderzoek in fysieke aanwezigheid van de betrokkene redelijkerwijs niet mogelijk of niet verantwoord is, voor welk alternatief hij heeft gekozen, en op welke gronden hij tot de slotsom is gekomen dat aan de vereisten voor verlening van verplichte zorg is voldaan. De rechtbank zal vervolgens moeten beoordelen of de verzochte machtiging op grond van de medische verklaring kan worden verleend. [1]
3.2.
De rechtbank is van oordeel dat de inspanning die de beoordelend psychiater heeft getroost om te komen tot een persoonlijk contact met betrokkene minimaal is geweest. Uit de medische verklaring blijkt dat de psychiater slechts een keer aan de deur is geweest bij betrokkene. Niet duidelijk blijkt of betrokkene op de hoogte was van de komst van de psychiater. Het enkel gedurende tien minuten voor de deur staan wachten, op de deur kloppen en aanbellen, het roepen naar betrokkene en op het raam kloppen is in beginsel niet voldoende. Kennelijk heeft de beoordelaar de medische verklaring gebaseerd op mededelingen van de spv’er die ook aanwezig was en op van het dossier deel uitmakende politiemutaties. Ook die basis oordeelt de rechtbank als vrij summier om de medische verklaring op te baseren.
3.3.
De rechtbank neemt toch genoegen met deze medische verklaring om de volgende redenen. Uit het dossier en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene een zorgwekkende zorgmijder is die ook de spv’er vaak niet binnen laat. Gesprekken vinden vaak op het balkon plaats. Daarbij schreeuwt betrokkene enkel dat de behandelaren moeten “opdonderen”. Ook voor de politie doet betrokkene de deur niet open. Tijdens de mondelinge behandeling heeft zij ook aangegeven dat zij niet in gesprek wil gaan met een onafhankelijke psychiater.
3.4.
Ook neemt de rechtbank in casu genoegen met de summiere medische verklaring omdat tijdens de mondelinge behandeling een psychiater aanwezig was die kon bevestigen dat er bij betrokkene sprake is van een ernstig psychotisch toestandsbeeld. Bovendien kon de tijdens de mondelinge behandeling aanwezige spv’er bevestigen dat zij betrokkene af en toe wel sprak en dat zij een enkele keer wel binnen mocht komen, maar dat dit ook heel vaak geweigerd werd door betrokkene.
3.5.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
3.6.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk een psychotische stoornis.
3.7.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige verwaarlozing;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
3.8.
Betrokkene haar huis is flink verwaarloosd. Sinds oktober 2024 zijn er minstens zes meldingen bij de politie gedaan van een verward persoon. Deze meldingen hadden allemaal betrekking op betrokkene. Zij schreeuwt veel en heeft water van het balkon op een buurvrouw gegooid. Betrokkene is van oordeel dat [naam 3] haar tweelingbroer is en dat hij samen met haar man haar komt halen. De psychiater heeft aangegeven al een tijd niet bij betrokkene binnen te zijn geweest en nu erg geschrokken te zijn van de huidige staat van haar woning.
3.9.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren heeft betrokkene zorg nodig.
3.10.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Betrokkene is van mening dat zij niet psychotisch is en wil dan ook geen medicatie nemen. Ook weigert zij in contact te zijn met behandelaren of opgenomen te worden. Daarom is verplichte zorg nodig. De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
3.11.
De verzochte zorgvormen ‘
insluiten’ en ‘
uitoefenen van toezicht op betrokkene’ worden afgewezen, nu tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat hiertoe geen noodzaak is.
3.12.
De advocaat heeft verzocht om de machtiging voor een heel korte duur toe te wijzen en het deel voor het overige af te wijzen of aan te houden. De crisismaatregelen in het verleden zijn niet eens voortgezet, omdat betrokkene zeer snel is opgeknapt. Hierover oordeelt de rechtbank als volgt. Betrokkene heeft een zware weerstand tegen opname (en contact met behandelaren) en zij is in het verleden vaker opgenomen geweest. Tijdens deze opnames is betrokkene zeer snel gestabiliseerd, onder andere door de toediening van medicatie en mogelijk ook door de afwezigheid van middelen. De verwachting van de behandelaren is dat betrokkene ook deze keer binnen afzienbare tijd redelijk hersteld is. Om die reden de rechtbank de duur van de zorgmachtiging tot drie maanden.
3.13.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.14.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving. In het verleden is betrokkene snel opgeknapt tijdens een opname met medicatie. Dit is nu ook de verwachting.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 3.10. kunnen worden getroffen;
4.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
13 april 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 13 januari 2025 door mr. R.B.M. Keurentjes, rechter, in aanwezigheid van mr. V.P. Bosch, griffier en op schrift gesteld op 21 januari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Voetnoten

1.ECLI:NL:HR:2020:1509, rov. 3.1.4 & 3.1.5.