ECLI:NL:RBGEL:2025:4989

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 juni 2025
Publicatiedatum
26 juni 2025
Zaaknummer
C/05/407634 / HZ ZA 22-252
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake aannemingsovereenkomst en deskundigenonderzoek

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een tussenvonnis in een civiele procedure over een aannemingsovereenkomst. De rechtbank heeft op 25 juni 2025 een tussenvonnis gewezen na een deskundigenbericht en aktewisseling over de kosten van de afronding van werkzaamheden. De zaak is aanhangig gemaakt door [eiser], in haar hoedanigheid van executeur en erfgename van wijlen de heer [erflater], tegen [gedaagde]. De rechtbank heeft in het tussenvonnis geoordeeld dat het rapport van de benoemde deskundige in beginsel volledig en begrijpelijk is, maar heeft besloten om terug te komen op een eerder oordeel over de verwijdering van dakshingles. De rechtbank heeft de deskundige, de heer ir. [naam], opnieuw benoemd om aanvullende vragen te beantwoorden over de kosten van het afronden van de werkzaamheden, waarbij de dakshingles blijven zitten. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om te reageren op de begroting van de deskundige, die een voorschot van € 3.500,00 heeft opgegeven. De rechtbank heeft benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en dat verdere beslissingen in de zaak worden aangehouden in afwachting van het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: C/05/407634 / HZ ZA 22-252
Vonnis van 25 juni 2025
in de zaak van
[eiser],
in haar hoedanigheid van executeur en erfgename in de nalatenschap van de oorspronkelijk eisende partij in conventie/verwerende partij in reconventie, wijlen de heer
[erflater],
te [woonplaats] , gemeente Doetinchem,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. D.D. Senders,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] , gemeente Oude IJsselstreek,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. W. Blansjaar.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 februari 2025 (hierna: het tussenvonnis)
- de akte uitlaten producties van [eiser] van 5 maart 2025
- de akte uitlating van [gedaagde] van 26 maart 2025.
1.2.
Ten slotte heeft de rechtbank bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.

2.De verdere beoordeling

in conventie
2.1.
In het tussenvonnis heeft de rechtbank geoordeeld dat het rapport van de door haar benoemde deskundige in beginsel volledig, begrijpelijk en logisch te volgen is. De rechtbank is niet meegegaan in de kostenbegroting van [bedrijf 1] die [eiser] daar tegenover heeft gezet. De rechtbank heeft in de bevindingen van de deskundige aanleiding gezien om terug te komen van haar oordeel dat de dakshingles van het dak moeten worden verwijderd. In verband daarmee heeft de rechtbank ten aanzien van een aantal door de deskundige begrote kostenposten overwogen dat deze achterwege kunnen blijven bij de vaststelling van de kosten van het afmaken van het werk door een derde. Andere kostenposten moeten naar het oordeel van de rechtbank wel worden meegenomen. De rechtbank heeft er in het tussenvonnis om proceseconomische redenen van afgezien om over de laatstgenoemde kostenposten nadere vragen te stellen aan de deskundige. Zij heeft [eiser] in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de contra-expertise die [gedaagde] na het deskundigenbericht heeft laten uitvoeren door [bedrijf 2] . [eiser] heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt.
2.2.
[eiser] voert in haar akte ten eerste aan dat de beslissing van de rechtbank om terug te komen van haar oordeel dat de dakshingles van het dak moeten worden verwijderd, grote bouwkundige gevolgen heeft en ook gevolgen voor de uiteindelijk toe te wijzen kosten-/schadevergoeding. Voor zover [eiser] daarmee bedoelt te betogen dat de rechtbank op deze beslissing moet terugkomen, verwerpt de rechtbank dit betoog. De rechtbank heeft weliswaar de bevoegdheid om in bepaalde gevallen van bindende eindbeslissingen terug te komen (HR 25 april 2008, NJ 2008, 553; LJN: BC2800), maar ziet in wat [eiser] aanvoert geen aanleiding om van die bevoegdheid gebruik te maken. De beslissing berust namelijk niet op een onjuiste feitelijke of juridische grondslag.
2.3.
De vraag welke kosten zijn gemoeid met het afronden van de werkzaamheden door een derde, waarbij de dakshingles blijven zitten, kan de rechtbank op basis van het dossier zoals dat nu voorligt niet afdoende beantwoorden. [eiser] heeft in haar akte diverse bezwaren geuit tegen het rapport van [bedrijf 2] dat door [gedaagde] in het geding is gebracht. Dat rapport is dus niet bruikbaar bij de verdere beoordeling. Uit de akte van [eiser] maakt de rechtbank op dat [eiser] er – ondanks de extra kosten en tijd die daarmee zullen zijn gemoeid – de voorkeur aan geeft dat de door de rechtbank benoemde deskundige alsnog voornoemde vraag beantwoordt. [gedaagde] is hierop in zijn akte niet ingegaan. De rechtbank vat dit zo op dat [gedaagde] er geen bezwaar tegen heeft als de rechtbank deze vraag voorlegt aan de deskundige.
2.4.
Gezien het voorgaande ziet de rechtbank geen andere mogelijkheid dan een aanvullend deskundigenbericht in te winnen bij de eerder door haar benoemde deskundige, de heer ir. [naam] van Bureau voor Bouwpathologie in Montfoort. De heer [naam] heeft desgevraagd aan de rechtbank laten weten bereid en in staat te zijn de aanvullende vraag van de rechtbank te beantwoorden.
2.5.
Op verzoek van de rechtbank heeft de heer [naam] een begroting van de kosten van zijn onderzoek opgegeven. Deze ziet er als volgt uit:
  • urenindicatie voor het bestuderen van de dossiers, 1-3 uur
  • urenindicatie voor de reistijd, bespreking en het onderzoek ter plaatse, 3-5 uur
  • urenindicatie voor het opstellen van een (concept)deskundigenbericht, 3-5 uur
  • de bovenstaande geraamde uren zijn uitwisselbaar
  • via nacalculatie tegen € 235,00 per uur inclusief btw
  • administratiekosten € 350,00
  • reistijd wordt tegen het uurtarief doorbelast
  • reiskosten worden tegen € 0,45 per km doorberekend (inclusief 21% btw)
De heer [naam] komt hiermee uit op een voorschot van € 3.500,00 all-in, inclusief btw.
2.6.
De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld op deze opgave van de heer [naam] te reageren. Bij gebreke van een reactie binnen de daarvoor gestelde termijn gaat de rechtbank ervan uit dat beide partijen akkoord zijn met het voorschot.
2.7.
Aan de hand van de opgave van de heer [naam] bepaalt de rechtbank het voorschot op zijn aanvullende loon en kosten, inclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting, op € 3.500,00. Net als het eerdere voorschot moet dit voorschot door [eiser] worden betaald.
2.8.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.9.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, moet zij daarvan meteen afschrift aan de wederpartij verstrekken.
2.10.
In afwachting van het deskundigenonderzoek zal de rechtbank nu iedere verdere beslissing aanhouden.
in reconventie
2.11.
In afwachting van het deskundigenonderzoek zal de rechtbank ook in reconventie iedere verdere beslissing aanhouden.

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
1. Wat zijn de kosten die moeten worden gemaakt om de werkzaamheden aan het dak af te ronden, waarbij de dakshingles blijven zitten?
Hierbij moet de offerte van 8 maart 2021 als uitgangspunt worden genomen, met inachtneming van de volgende (nadere) afspraken die tussen partijen zijn gemaakt (de oorspronkelijke afspraak dat de dakshingles zouden worden verwijderd en afgevoerd, is in de navolgende opsomming komen te vervallen):
o Keralit is Vynil plus geworden;
o Monier dakpannen zijn Laumans dakpannen geworden;
o plaatsing vogelschroot met flap;
o dakkapellen afgewerkt met gevelpannen; en
o montage van twee HR++ kozijnen.
2. Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis moet nemen bij de verdere beoordeling?
3.2.
benoemt tot deskundige om het onderzoek als hierboven bedoeld te verrichten:
de heer ir. [naam]
Bureau voor Bouwpathologie
Postbus 43
3480 DA Harmelen
telefoon: [telefoonnummer]
e-mail: [mailadres]
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 3.500,00 inclusief btw,
3.4.
bepaalt dat [eiser] het voorschot moet overmaken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.6.
bepaalt dat [eiser] het procesdossier – voor zover het gaat om de stukken waarover de deskundige na het uitbrengen van zijn vorige rapport niet meer/nog niet beschikt – in afschrift aan de deskundige moet doen toekomen,
3.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.8.
wijst de deskundige erop dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek moet kennisnemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot moet beginnen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk moet staken en contact moet opnemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige moeten verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang moeten verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid moeten geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk drie maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.11.
wijst de deskundige erop dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken moeten reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
3.13.
draagt de griffier op:
  • indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: beide partijen in de gelegenheid te stellen binnen twee weken een akte uitlating voortprocederen in te dienen of
  • na ontvangst ter griffie van het deskundigenrapport: beide partijen in de gelegenheid te stellen binnen vier weken een conclusie na deskundigenbericht in te dienen,
3.14.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
in conventie en in reconventie
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.C. Boesberg en in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2025.
JE/FB