ECLI:NL:RBGEL:2025:5038
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Emaus-Visschers
- Rechtspraak.nl
Lasten onder dwangsom opgelegd voor het ophogen van een perceel zonder omgevingsvergunning
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de opgelegde lasten onder dwangsom vanwege het ophogen van een perceel zonder de vereiste omgevingsvergunning. Eiser, vertegenwoordigd door een gemachtigde, heeft in beroep gesteld dat de lasten onterecht zijn opgelegd. De rechtbank behandelt de zaak na een zitting op 13 maart 2025, waar zowel eiser als de gemachtigde van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Betuwe aanwezig zijn. Tijdens de zitting is het college de gelegenheid geboden om een nader standpunt in te nemen over het beroep van eiser op het vertrouwensbeginsel, wat resulteert in een brief van 26 maart 2025. De rechtbank heropent het onderzoek op 1 april 2025 en sluit dit op 16 juni 2025.
De rechtbank concludeert dat het college bevoegd was om handhavend op te treden, aangezien eiser zonder omgevingsvergunning het perceel heeft opgehoogd, wat in strijd is met de geldende bestemmingsplannen. Eiser heeft weliswaar een omgevingsvergunning aangevraagd, maar deze is geweigerd. De rechtbank oordeelt dat er geen redenen zijn om van handhaving af te zien, ook niet in het licht van het vertrouwensbeginsel. Eiser heeft niet aangetoond dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die handhaving onredelijk zouden maken. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de opgelegde lasten onder dwangsom in stand blijven. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.