Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
€ 335,71 verschuldigd.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de verzoekende partij, een persoon die in persoon procedeert, een verzoek ingediend bij de kantonrechter om de ontruimingstermijn van een opslagruimte te verlengen. De verzoekende partij had op 12 december 2023 een huurovereenkomst gesloten met de besloten vennootschap SHURGARD NEDERLAND B.V. voor een opslagruimte. De maandelijkse huurprijs bedroeg € 335,71. In de overeenkomst was opgenomen dat deze te allen tijde schriftelijk door beide partijen kon worden geannuleerd met een opzegtermijn van 15 dagen. SHURGARD heeft op 7 oktober 2024 de overeenkomst opgezegd en de ontruiming aangezegd voor 2 november 2024. De verzoekende partij heeft echter niet tijdig ontruimd en heeft op 31 januari 2025 een verzoek tot verlenging van de ontruimingstermijn ingediend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat dit verzoek te laat is ingediend, aangezien de termijn van twee maanden na de ontruimingsaanzegging op 2 januari 2025 verstreken was. De kantonrechter heeft de verzoekende partij niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek en haar veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 677,00. De beschikking is gegeven op 27 juni 2025 door mr. J.H. Steverink.