Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 4 juli 2025
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 4 juli 2025 uitspraak gedaan in een kort geding. De eiser, aangeduid als [eisende partij], heeft een vordering ingediend tegen de ontbonden vennootschap Intermediair Financial Management Nederland B.V. De eiser vorderde de waardeloosverklaring van een hypothecaire inschrijving op een woning, omdat de onderliggende schuld was voldaan en de hypotheekhouder niet meer bestond. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiser niet-ontvankelijk was in zijn vorderingen tegen Intermediair Financial Management Nederland B.V., omdat deze vennootschap was opgeheven. Desondanks werd de eiser als onmiddellijk belanghebbende aangemerkt, waardoor de vordering tot waardeloosverklaring van de hypothecaire inschrijving werd toegewezen. De voorzieningenrechter verklaarde dat de hypothecaire inschrijving waardeloos was in de zin van artikel 3:29 BW en dat er geen rechtsmiddel openstond tegen dit vonnis, dat per direct in kracht van gewijsde ging. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg.