Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.De procedure
- de producties van [eisers]
- de conclusie van antwoord
- de producties van Goedbewind B.V.
- de mondelinge behandeling van 13 juni 2025
- de pleitnota van mr. Sakarya
2.De feiten
Naar aanleiding van ons telefonisch onderhoud van hedenmorgen, deel ik u mee, dat in bovengenoemde zaak akkoord kan worden gegaan met een voorlopige afbetalingsregeling van € 500,00 per maand. Ik heb met u afgesproken dat na verloop van 12 maanden* opnieuw de regeling wordt geëvalueerd. De eerste betaling dient uiterlijk 27/04/2020 te zijn ontvangen.
3.Het geschil
- gebiedt dat [gedaagden] de reeds gelegde beslagen op de woning en onder de Sociale verzekeringsbank opheft,
- verbiedt dat [gedaagden] het vonnis executeert zolang [eisers] blijft voldoen aan de betalingsregeling van 24 april 2020.
- [gedaagden] verbiedt om de executie van de woning voort te zetten dan wel nog verdere executoriale maatregelen te treffen,
- gebiedt dat [gedaagden] het beslag onder de Sociale Verzekeringsbank opheft,
- verbiedt dat [gedaagden] het vonnis executeert mits [eisers] voldoet aan de overeenkomst van 24 april 2020.
voorlopigebetalingsregeling en zo had [eisers] het ook moeten begrijpen. [gedaagden] is in 2020 niet overgaan tot executie vanwege de waarde van de woning in combinatie moet de corona maatregelen. Een voorlopige betalingsregeling kan te allen tijden door één van de partijen worden opgezegd. Dat is bevestigd door de deurwaarder die de betalingsregeling heeft afgesproken. De bewindvoerder is ook verplicht om de vordering te innen. Bovendien is het vonnis een erkenning van het onrecht dat [gedaagden] door [eisers] is aangedaan. Het zou onredelijk zijn als door een simpele betalingsregeling of simpel tijdsverloop het recht van executie prijs zou worden gegeven. [eisers] heeft de stelling dat sprake is van een noodtoestand helemaal niet onderbouwd. Niet blijkt dat [eisers] bijvoorbeeld afhankelijk is van de regio Epe. Bovendien zijn [gedaagden] ook op leeftijd en willen zij genieten zolang het nog kan. De vorderingen van [eisers] moeten daarom worden afgewezen.
4.De beoordeling
voorlopige’ betalingsregeling en dat de betalingsregeling na 12 maanden opnieuw wordt geëvalueerd. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter blijkt hieruit dat een betalingsregeling van 12 maanden was afgesproken en dat daarna opnieuw door partijen naar de regeling zou worden gekeken. Er staat verder dat de regeling direct vervalt als een termijn niet wordt betaald en dat de deurwaarden tussentijds de betalingsregeling kan wijzigen op grond van een gewijzigde financiële situatie van [eisers] Daaruit blijkt niet dat [gedaagden] voor het overige nooit de betalingsregeling kan wijzigen of opzeggen. Bovendien blijkt uit de termen ‘direct’ en ‘tussentijds’ dat in de genoemde gevallen ook voor de termijn van 12 maanden de overeenkomst kwam te vervallen of aangepast kon worden. Hieruit blijkt niet dat na 12 maanden alleen op die gronden de overeenkomst beëindigd kon worden. Partijen hebben uiteindelijk de betalingsregeling niet geëvalueerd. Maar dat betekent niet dat van rechtswege sprake is van een betalingsregeling die nooit meer opgezegd kan worden door [gedaagden] , zolang door [eisers] zou worden betaald.