Op 22 mei 2025 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een beschikking gegeven in de zaak van de naamloze vennootschap DE VOLKSBANK N.V., verzoekster, tegen verschillende belanghebbenden, waaronder BLEES BEHEER B.V. en enkele huurders wiens namen niet konden worden achterhaald. De zaak betreft een verzoek om verlof om het huurbeding in de hypotheekakte in te roepen. Verzoekster heeft dit verzoek ingediend op basis van artikel 3:264 BW, met als doel het onderpand te ontruimen en ter vrije beschikking te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overige belanghebbenden niet zijn verschenen, ondanks behoorlijke oproeping.
Tijdens de mondelinge behandeling op 19 mei 2025 heeft de voorzieningenrechter de aanwezige belanghebbenden geïnformeerd over de beperkte reikwijdte van de procedure, die zich richt op de vraag of het verzoek tot inroepen van het huurbeding toewijsbaar is. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er mogelijk huurders in de woning aanwezig zijn, ondanks de verklaring van belanghebbende sub 1 dat er geen huurovereenkomst bestaat. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzoek van verzoekster toewijsbaar is, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat het onderpand met instandhouding van de huurovereenkomst voldoende opbrengst zal genereren om aan de hypotheekhouders te voldoen.
De rechtbank heeft verzoekster verlof verleend om het huurbeding in te roepen en de belanghebbenden sub 3 veroordeeld om het onderpand te ontruimen. De termijn voor ontruiming is vastgesteld op veertien dagen na betekening van de beschikking. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.