ECLI:NL:RBGEL:2025:5345

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
9 juli 2025
Publicatiedatum
8 juli 2025
Zaaknummer
05.116832.24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Taakstraf voor betrokkenheid bij een vechtpartij in Ede met openlijke geweldpleging

Op 9 juli 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een vechtpartij in Ede op 26 november 2023. De verdachte, geboren in 1997, werd beschuldigd van openlijke geweldpleging. Tijdens de vechtpartij in café [naam café] heeft de verdachte meerdere slaande bewegingen gemaakt richting een onbekende man, terwijl hij deel uitmaakte van een vriendengroep die in conflict was met een andere groep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging, maar heeft hem vrijgesproken van geweld tegen een beveiliger, [slachtoffer], omdat er onvoldoende bewijs was dat het geweld tegen hem gericht was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld door zelf ook geweldshandelingen te verrichten. De officier van justitie had een taakstraf van 150 uren geëist, maar de rechtbank legde een taakstraf van 60 uren op, rekening houdend met de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn blanco strafblad en de provocerende rol van de onbekende man. De rechtbank heeft de verdachte strafbaar verklaard op basis van de artikelen 9, 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/116832-24
Datum uitspraak : 9 juli 2025
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1997 in [geboorteplaats] ,
wonende aan het [adres] , [postcode] [woonplaats] .
Raadsvrouw: mr. A. van der Poel, advocaat in Apeldoorn.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 26 november 2023 te Ede
openlijk, te weten, in café [naam café] aldaar, in elk geval op of aan de openbare weg
en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen een of meerder perso(o)n(en) en/of een goed te weten
een persson, genaamd [slachtoffer] en/of een of meerdere andere onbekend gebleven
perso(on(en)
door meermalen, althans eenmaal (met kracht) in het gezicht en/of (elders) tegen
het hoofd en/of (elders) tegen het lichaam die [slachtoffer] /persoon en/of onbekende
gebleven perso(o)n(en) te slaan/stompen
en of door (met kracht) te duwen tegen en/of te trekken aan het lichaam van die
[slachtoffer] /persoon en/of onbekend gebleven perso(o)n(en).
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan dit feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van de openlijke geweldpleging tegen [slachtoffer] . Hiertoe is aangevoerd dat uit het dossier niet volgt dat er enig geweld tegen [slachtoffer] is gebruikt door de groep waar verdachte toe behoorde. Ten aanzien van de onbekend gebleven man is aangevoerd dat verdachte éénmaal een slaande beweging heeft gemaakt en dat niet kan worden vastgesteld of verdachte de man daarmee ook heeft geraakt. Dat is onvoldoende om te kunnen spreken van een significante bijdrage aan de openlijke geweldpleging. Ook om die reden dient vrijspraak te volgen.
Beoordeling door de rechtbank
In de nacht van 26 november 2023 is in café ‘ [naam café] ’ in Ede een vechtpartij geweest tussen de vriendengroep waar verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bij hoorden enerzijds en meerdere onbekend gebleven mannen anderzijds. [slachtoffer] werkte als beveiliger in het café en heeft geprobeerd de situatie tussen de groepen te de-escaleren. Op enig moment is [slachtoffer] tussen beide groepen geraakt, terwijl er over en weer werd geslagen. Verdachte heeft één slaande beweging gemaakt richting de onbekend gebleven man. [2]
De politie heeft de camerabeelden van in het café bekeken en daarop het volgende gezien.
  • Op tijdstip 03:23:24 is te zien dat:
  • Op tijdstip 03:23:27 is te zien dat:
  • Op tijdstip 03:23:28 is te zien dat:
  • Op tijdstip 03:23:30 is te zien dat:
[verdachte] meerdere malen een slaande beweging maakt in de richting van de onbekende Turkse/Marokkaanse man.
  • Op tijdstip 03:23:36 is te zien dat:
  • Op tijdstip 03:23:41 is te zien dat:
[getuige] was op 26 november 2023 de ‘BOB’ van de vriendengroep waartoe verdachte ook behoort. Hij heeft over de vechtpartij onder meer verklaard dat de ‘Turkse man’ op enig moment weer naar voren wilde komen in de buurt van [naam 1] en dat verdachte zich toen omdraaide en de Turkse man een of twee klappen gaf. [4]
De rechtbank overweegt als volgt. Uit het dossier volgt niet dat het geweld vanuit de groep waar verdachte onderdeel van was, gericht was tegen [slachtoffer] , zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
Met betrekking tot de openlijk geweldpleging tegen de onbekend gebleven man volgt uit de beschrijving van de camerabeelden dat verdachte zich voegt bij het gevecht dat in eerste instantie tussen [medeverdachte 1] en de onbekend gebleven man was ontstaan en dat hij meerdere malen een slaande beweging maakt in de richting van de onbekende Turkse/Marokkaanse man. Getuige [getuige] , die tot de groep van verdachte behoort, heeft over dit moment verklaard dat verdachte de Turkse man een of twee klappen gaf. De rechtbank heeft, mede gelet op de beschrijving van de camerabeelden, geen reden aan de verklaring van deze getuige te twijfelen en vindt dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in ieder geval één klap aan de onbekend gebleven man heeft gegeven die hem ook heeft geraakt. Reeds op grond hiervan staat voor de rechtbank vast dat verdachte met zijn handelen een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld. Verdachte heeft niet alleen de groep getalsmatig versterkt, maar hij heeft zelf ook geweldshandelingen gepleegd.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks26 november 2023 te Ede
openlijk, te weten, in café [naam café] aldaar,
in elk geval op of aan de openbare weg
en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen
een of meerder perso(o)n(en) en/of een goed te weten
een persoon, genaamd [slachtoffer] en/ofeen
of meerdere andereonbekend gebleven
perso
(on
(en)
door
meermalen, althanseenmaal
(met kracht) in het gezicht en/of (elders) tegen
het hoofd en/of (elders)tegen het lichaam
vandie
[slachtoffer] /persoon en/ofonbekend
e
gebleven perso
(o
)n
(en)te slaan/stompen
en of door (met kracht) te duwen tegen en/of te trekken aan het lichaam van die
[slachtoffer] /persoon en/of onbekend gebleven perso(o)n(en).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 150 uren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht een geheel voorwaardelijke taakstraf op te leggen met een proeftijd van één jaar. Hiertoe is aangevoerd dat verdachte geen strafblad heeft, nadien ook niet meer met politie of justitie in aanraking is gekomen en een gering aandeel in het feit heeft gehad. Bovendien heeft de inverzekeringstelling voldoende indruk op hem gemaakt.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het openlijk plegen van geweld tegen een onbekend gebleven man door hem in ieder geval een keer te slaan. De geweldpleging heeft plaatsgevonden in een uitgaansgelegenheid en meerdere mensen zijn hier getuige van geweest. Dit brengt gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij teweeg. Opgemerkt dient te worden dat verdachtes rol van een minder zwaar gewicht is geweest dan die van medeverdachte [medeverdachte 1] , die diverse vuistslagen heeft uitgedeeld. Of de onbekend gebleven man letsel heeft opgelopen, is niet duidelijk geworden.
Verdachte heeft een blanco strafblad en is aldus aan te merken als first offender.
Reclassering Nederland heeft op 12 juni 2025 een advies uitgebracht. De reclassering heeft aangegeven dat verdachte zijn leven in vrijwel alle opzichten stabiel op orde heeft. De reclassering ziet geen aanknopingspunten voor een verder reclasseringstraject gericht op gedragsbeïnvloeding of risicomanagement.
De LOVS-oriëntatiepunten schrijven voor openlijke geweldpleging zonder lichamelijk letsel een taakstraf van 120 uren voor.
Gelet op het vorenstaande, en ermee rekening houdend dat uit het dossier ook het beeld naar voren komt dat de onbekend gebleven man bijzonder provocerend en vervelend is geweest richting de vriendengroep waartoe verdachte behoort, zal de rechtbank een lagere straf oplegging dan door de officier van justitie is gevorderd, namelijk een taakstraf van 60 uren opleggen, met aftrek van 4 uren voor de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een taakstraf van 60 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 dagen en
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf 4 uren in mindering worden gebracht, in overeenstemming met de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A. van Leeuwen (voorzitter), mr. M.L. Braaksma en mr. S. Jansen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.H.M. van Keulen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 juli 2025.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district , opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023580935, gesloten op 9 juli 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer] , p. 62-63; de verklaring van verdachte afgelegd ter zitting van 25 juni 2025.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 375-376.
4.Proces-verbaal van verhoor [getuige] , p. 253